Duitsland gaat groen
Minister van Economische Zaken Robert Habeck kleurt het jaarlijkse economische verslag van Duitsland groen. Nooit eerder was dat zo kritisch over groei.
Het jaarlijkse economische verslag is zoiets als de goednieuwsshow van de Duitse regering. Elk jaar wordt in januari de lof gezongen van de economische groei en de welvaart. Voor 2022 heeft minister van Economische Zaken Robert Habeck, de eerste groene politicus in die functie, het roer omgegooid. Nooit eerder was het verslag zo kritisch over groei, nooit eerder nam het zo duidelijk afstand van conventionele indicatoren van welvaart.
In het ontwerpverslag staat dat “algemene economische groei, gemeten in termen van groei van het bruto binnenlands product, een noodzakelijke, maar geenszins toereikende voorwaarde is voor duurzame welvaart, werkgelegenheid, participatie en sociale zekerheid”. Voor het eerst zal de Duitse regering verder kijken dan het bbp. De experts van Habeck komen met zo’n drie dozijn alternatieve indicatoren om de welvaart te meten: van uitgaven voor onderwijs tot centrale voorzieningen voor openbare diensten. Ze besteden bijzondere aandacht aan de voor het milieu schadelijke aspecten van de economische activiteit.
Energie-efficiënter
De Duitse economie produceert meer en meer energie-efficiënt en met minder vervuilende stoffen. De energieproductiviteit – die aangeeft hoeveel bbp per energie-eenheid wordt geproduceerd – is gestegen. De waarde van de indicator lag in 2019 “ongeveer 15 procentpunten boven de waarde van 2008”. Duitse bedrijven gebruiken ook steeds minder middelen om hun producten te vervaardigen. Tussen 2010 en 2018 is de grondstofproductiviteit met 9 procentpunten gestegen. Tegelijk stoot de Duitse economie steeds minder schadelijke stoffen uit, zoals kooldioxide en methaan. De experts zijn minder tevreden over het landverbruik, hoewel dat daalde van 86,6 hectare per dag in 2010 tot 52 hectare in 2019. “De beleidsdoelstelling van 30 hectare per dag voor 2030 ligt niet binnen bereik.”
Economische schade
In het verslag pleit Habeck voor belasting en onthouding ten gunste van het klimaat. Als de huidige economische activiteit wordt voortgezet, zou er door de klimaatverandering op middellange en lange termijn “structurele economische schade ontstaan in de grootteorde van tweecijferige percentages van het bbp”.
De omschakeling naar een klimaatneutrale economie zou “een veeleisende weg zijn”. Sommige bedrijfsmodellen zullen niet langer winstgevend zijn, “hele economische sectoren kunnen merkbaar krimpen”. De transformatie zou leiden tot “een grotere inzet van kapitaal en arbeid en soms stijgende prijzen, maar niet per se tot een algemene uitbreiding van de materiële welvaart”. In gewone taal: de Duitsers zullen meer moeten werken, maar ze zullen er niet noodzakelijk meer geld voor krijgen. Ze zullen worden gestimuleerd door hogere belastingen op CO2-emissies.
Volgens Habeck staat de Duitse samenleving voor beslissende vragen: willen delen van bevolking doorgaan met de toenemende materiële consumptie? Of “worden andere doelstellingen van duurzaamheid en rechtvaardigheid door een meerderheid belangrijker geacht”? Het is duidelijk aan welke kant Habeck staat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier