DUITSLAND BOVEN

UITVERKOOP VAN SPECIALISTEN.

Ooit waren er in ons land haast evenveel kolenhandelaars (12.000) als kolendelvers of mijnwerkers. Vandaag ziet dat beeld er heel anders uit. De Belgische kolenhandelaars tel je amper nog met tientallen. Vooral de handel in huisbrand is naar het voorbeeld van de beroepsorganisatie Auraco die eerder dit jaar zonder meer werd ontbonden op termijn met uitsterven bedreigd. Hoewel de laatste Mohikanen fier het tegendeel beweren.

Voor de industriële steenkool kleurt het plaatje heel anders. De Belgische traders die zichzelf hebben overleefd tussen de tien en de vijftien bedrijven lijken gezien het toenemend belang van ingevoerde steenkool naar Europa opnieuw een toekomst te hebben. Stichtend voorbeeld is het in Beringen gevestigde Laura Coal Belgium (LCB), dat in 1994 de gewezen handelsmaatschappij van de KS overnam. Vanuit de “kolenhaven” van Beringen, die dienst doet als logistiek opvang- en verzendingscentrum, worden nu tientallen bedrijven in Vlaanderen op hun vraag van buitenlandse steenkool voorzien. LCB staat niet alleen in voor bevoorrading, maar ook voor veredeling (wassen, breken, zeven…) van de in bulk toekomende vrachten steenkool.

De Belgische verkopers van industriesteenkool ondervinden alvast weinig last van de grote internationale traders, genre het Zwitserse Glencore of het vanuit Hongkong opererende Noble Ressources, die de Belgische markt te klein vinden. Om zichzelf te profileren, hebben de meeste Belgische traders zich op een of andere wijze gespecialiseerd qua aanvoerbron. Zo is Maes (Lokeren) sinds jaar en dag het huis van vertrouwen voor Chinese steenkool. Godfroid (Brussel) staat bekend voor zijn Amerikaanse connectie, Belgian Bunkering (Antwerpen) voor zijn Zuid-Afrikaanse relaties, SSM (Antwerpen) voor zijn geprivilegieerde relatie met Vietnam, het hoofdstedelijke Coaltrac biedt hoofdzakelijk Amerikaanse en Nieuw-Zeelandse producten aan, het Luikse Eagle Energy werkt in combinatie met Terval en Belimpex aan een plaats voor de Russische steenkool, het Brusselse huis Transcor (onder controle van Albert Frère) brengt afwisselend Amerikaanse en Australische steenkool op de markt.

De voorbije jaren hebben veel van deze huizen hun onafhankelijkheid verloren. Zo verkocht Herwig Norman eind 1996 zijn firma Maes aan Rheinbraun, dat inmiddels ook al Laura Coal Belgium, SSM, Van Baren (Lier) en Godfroid rechtstreeks of onrechtstreeks controleert. Ruhr Kohle nam op zijn beurt een minderheidsparticipatie in Considar Coal, de “aankoopmaatschappij” die Sidmar, Arbed en ALZ samen hebben opgericht om zichzelf te bedienen van steenkool.

Voor Herwig Norman is het duidelijk : “De Duitsers hebben omzeggens de hele Belgische importhandel van steenkool in handen gekregen. We praten hier over grote jongens. Rheinbraun is een onderdeel van het megaconcern RWE, Ruhr Kohle van het grote Veba. Dat het zo ver kwam, heeft een goede reden : de Duitse kolenwinning ligt op apegapen. Daarom kijken een aantal grote energiebedrijven uit naar nieuwe aanvoerlijnen voor buitenlandse steenkool. België speelt daarin, door zijn ligging en door zijn havens, een cruciale rol. Het gaat hier niet om peanuts : per jaar voert Duitsland 20 miljoen ton steenkool in en dat aantal zal blijven groeien. Voor de Belgische importhandelaars biedt dat nieuwe perspectieven.”

HERWIG NORMAN (MAES) De Duitsers hebben omzeggens de hele Belgische importhandel van steenkool in handen gekregen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content