Duitse heropleving: nu of nooit

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De kaarten liggen simpel in Duitsland. Of het land kwijnt weg, of het wordt weer een (economische) grootmacht. Laten we maar duimen voor het tweede scenario.

eXtra informatie op www.trends.be

Op de Trends-website vindt u:

– een interview met Gabor Steingart naar aanleiding van zijn boek ‘Deutschland, Der Abstieg eines Superstars’ (Trends, 4 november 2004).

– een bijkomende macro-economische analyse van de Duitse economie in de rubriek Barometer.

Eigenlijk maakt het zelfs niet uit wie er zondag 18 september de verkiezingen wint. Of het nu een rechtse of een linkse overwinning wordt, de Duitse overheid zal nog jaren de buikriem moeten aansnoeren. “Duitsers willen een systeem instandhouden dat niet langer aan de realiteit beantwoordt.” Die uitval komt niet van de oppositie, maar van bondskanselier Gerhard Schröder zelf.

Peter Sloterdijk is nog veel scherper. In zijn jongste werk Im Weltinnenraum des Kapitals waagt de Duitse filosoof zich aan een analyse van de globalisering. “De Duitsers kenden decennialang een continue economische groei. Die periode is voorbij. We moeten ontvetten. Nogal wat Duitsers associëren dat meteen met schrikvisioenen van massale armoede. Maar Duitsland behoort nog steeds tot de top van de welvaartsstaten,” sneerde Sloterdijk onlangs in het weekblad Wirtschaftswoche.

Wordt de welvaartsstaat Duitsland onbetaalbaar? Of hebben de optimistische beleggers gelijk, die de beurs van Frankfurt de voorbije twaalf maanden een kwart hoger stuwden? Een analyse in negen (pijn)punten.

1. Werk, werk, werk

“Als ik de werkloosheid niet substantieel kan verminderen, moet men mij niet herverkiezen.” Wordt die quote uit 1998 de politieke dood voor Schröder? In 1998 telde Duitsland 3,5 miljoen werklozen. Februari 2005 haalde een trieste piek van 5,2 miljoen (zie grafiek: Terug naar de jaren dertig?). Daarmee belandde Duitsland opnieuw op het peil van 1949. Elke werkdag verliest Duitsland 1500 voltijdse jobs. De Duitsers ondergaan volop de concurrentie van de lagelonenlanden, want die beginnen vijftig kilometer ten oosten van Berlijn. Het gemiddelde uurloon in Midden-Europa bedraagt geen vijf euro. Het West-Duitse is zes keer hoger, een Oost-Duitse werknemer kost bijna vier keer meer. En er is de concurrentie uit Azië, met vooraan China.

Er zijn geen heilige huisjes, in geen enkele sector. Duitsers werden na de Tweede Wereldoorlog de kampioenen in de machinebouw en de elektronica. Daar verdwenen 1 miljoen banen.

Het dieptepunt in februari was merkwaardig genoeg het gevolg van een poging tot een grootschalige flexibilisering van de arbeidsmarkt. Hartz IV luidde de codenaam voor die nieuwe dynamiek. Langdurig werklozen zouden sneller een job vinden via een intensievere ondersteuning. Daarom werden langdurig werklozen en mensen die sociale ondersteuning kregen door gemeentebesturen in één werkgelegenheidsagentschap samengebracht. De operatie startte begin 2005 en de werkloosheid maakte meteen een sprong met 1 miljoen. Dit was eigenlijk een louter ‘boekhoudkundig’ effect. Want verdoken werklozen kwamen plots in de statistieken. Maar het psychologische schokeffect verhoogde het maatschappelijke draagvlak voor drastische hervormingen.

2. Frankfurt klopt Wall Street

Want werd het keerpunt bereikt? Begin juli was het aantal werklozen weer gezakt tot 4,7 miljoen. Een daling voor de vierde maand op rij. Bovendien zijn er de helft meer vacatures dan vorig jaar.

Er zijn wel meer goede punten. Het Britse weekblad The Economist wijdde onlangs een voorzichtig optimistisch artikel aan de Duitse economie. Onder de titel Germany’s surprising economy sierde een gespierde adelaar de cover. Een resem indicatoren gaat overduidelijk in de goede richting. De arbeidskosten daalden gevoelig sinds 2000 (zie grafiek: Duitsers worden goedkoper). De dertig grootste Duitse bedrijven maakten in het tweede kwartaal van 2005 12 miljard euro nettowinst, of 9,3 % meer dan in dezelfde periode vorig jaar. De DAX, de beursindex van Frankfurt, klom het voorbije jaar met 26 %. Wat beter is dan Wall Street, waar de Dow Jones ter plaatse trappelde met een winst van anderhalve procent. Voor David Walton, de hoofdeconoom voor Europa bij de investeringsbankier Goldman Sachs, gebeurt de Duitse heropleving nu of nooit. Duitsland is de voorbije tien jaar nog nooit in zo’n goede doen geweest.

Een goed draaiende Duitse economie is uiteraard voor de hele eurozone belangrijk. Duitsland is goed voor 30 % van het bruto binnenlands product (BBP) in de eurozone. Bovendien zou dat een goede zaak zijn voor de wereldeconomie. Die wordt al enkele jaren gegijzeld door de Amerikaanse consumptiepret. Zolang die blijft duren, is er geen vuiltje aan de lucht. Maar de Amerikanen leven al jaren boven hun stand. De Amerikaanse spaarquote daalde in augustus onder nul.

3. Werken voor één euro per uur

Bij de Duitsers is het net andersom. Zij houden de vinger op de knip. Uit vrees voor ontslag. Toch zouden de hervormingen van de voorbije jaren nu eindelijk eens resultaten moeten opleveren. De rood-groene regering tekende in maart 2003 voor een grootschalig herstelprogramma onder de noemer Agenda 2010. Met besparingen in de werkloosheid en de gezondheidzorg. En een flexibeler arbeidsmarkt, met als bekendste resultaat Hartz IV. Uitkeringen werden beperkt in de tijd.

Vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt werd geëxperimenteerd. Met 400-euro-jobs voor laaggeschoolden. Een job dus voor een laag loon, waar de overheid een deel bovenop betaalt. Nog veel radicaler zijn de één-euro-jobs, een klusjesdienst voor werklozen. Via de creatie van de Ich-AG en subsidies van de overheid werd een kwart miljoen werklozen zelfstandige in een eenmanszaak.

Het leidde tot misbruiken. Gewone jobs werden uit de markt geprijsd. Maar de één-euro- en de 400-euro-jobs creëerden ruim 200.000 nieuwe banen. Van de Ich-AG’s bleef vier vijfde na een jaar nog overeind. Ook de gewone arbeidsmarkt werd flexibeler. Het aantal zelfstandigen klom van 4 miljoen in 2001 naar 4,4 miljoen in juni 2005. Meer dan een derde van de Duitse werknemers werkt nu in een deeltijds of flexibel statuut. Want nogal wat werkgevers zetten hun personeel voor het blok: het was kiezen tussen langer werken voor minder loon of de verhuis van de tewerkstelling naar de lagelonenlanden.

Steeds meer CAO’s verdwijnen in Duitsland. In de industrie sluit geen twee derde van de bedrijven nog een CAO. In Oost-Duitsland is dat zelfs amper een kwart. Steeds meer sectoren houden CAO’s voor bekeken. Chemie, bouw, metaal en elektronica kapten ermee. De belangrijkste industrietakken dus in Duitsland.

4. Duitsland sterft uit

Das Methusalem-Komplott van Frank Schirrmacher deed vorig jaar nogal wat stof opwaaien. In het essay maakt de mede-uitgever van de Frankfurter Allgemeine een pessimistische analyse van de vergrijzing. De Duitsers zijn helemaal niet klaar voor een samenleving waar in 2050 één op twee ouder is dan vijftig. Zonder immigratie zakt de bevolking in het meest pessimistische scenario van 82,5 miljoen in 2003 naar 67 miljoen in 2050 (zie grafiek: Een land van ouderlingen). Als Duitsland zijn huidige bevolkingspiramide wil behouden, moet het de volgende decennia 180 miljoen migranten toelaten.

En Schirrmacher heeft het dan nog niet over de financiële kost van de vergrijzing. Anderen maakten de berekening. Als de huidige tendensen aanhouden, wordt die kost letterlijk onbetaalbaar. De pensioenuitgaven van de federale overheid stegen het voorbije decennium pijlsnel. Van 30 miljard euro in 1991, naar bijna 80 miljard euro in 2005. De pensioenlasten worden gedekt via de lopende begroting. Want het pensioenfonds van de Duitse overheid is leeg. Niet alleen omdat het aantal gepensioneerden klimt. Maar vooral omdat de opeenvolgende regeringen met dat geld hun lopende begrotingen min of meer rechttrokken. In 1992 stak er nog 25 miljard euro in die Duitse voorloper van het Zilverfonds. In de herfst van 2005 zal het fonds voor het eerst een half miljard euro bij de federale overheid lenen. Zoniet kan het de pensioenen niet betalen.

De Duitse gepensioneerden financieren gemiddeld slechts 20 % van hun pensioen via een privé-fonds. Dat getal zou minstens naar 40 % moeten klimmen. Zowat alle politieke partijen willen ook het aantal geboortes opkrikken. Koppels met veel kinderen krijgen een hoger pensioen. En de fiscaalvriendelijke aftrek verhoogt naarmate het aantal kinderen toeneemt. Volgens Frank Schirrmacher levert een actief geboortebeleid pas ten vroegste over dertig jaar resultaten.

5. Een vlaktaks voor Duitsland

De Duitse verkiezingsstrijd verliep mak. Voor de meeste opwinding zorgde een professor Fiscaal Recht uit Heidelberg. Paul Kirchhof is partijloos, maar werd de onovertroffen joker van de christen-democratische kandidaat-bondskanselier Angela Merkel. De ‘belastingpaus’ wordt misschien de federale minister van Financiën.

Kirchhof kan uitstekend communiceren. “Op een bierviltje” tekende hij zijn hervormingsplannen. Hij wil een radicale vereenvoudiging van het belastingstelsel. Met als spectaculairste hervorming een vlaktaks voor de personenbelasting van 25 %. Kirchhof wil niet langer weten van allerlei aftrekposten. Hij registreerde 418 uitzonderingen voor belastingaftrek. Kirchhof vindt een vlaktaks veel rechtvaardiger dan het bestaande stelsel. Rijken verklaren zich artificieel arm door al die aftrekposten.

Angela Merkel wil het systeem invoeren vanaf 2007. Kirchhof kreeg een storm van kritiek over zich heen. De hervorming zou in het eerste begrotingsjaar een tekort opleveren van 43 miljard euro. Na enkele jaren blijft dat tekort steken op 11 miljard euro per jaar. Tot een merkwaardige vaststelling kwam Die Zeit. Het weekblad speurde naar de 418 uitzonderingsmaatregelen. En vond er slechts 163. In een waarschijnlijk onverdachte bron, want de belastingalmanak van Kirchhof.

6. Een dikke ‘onvoldoende’ voor Europa

Volgens Paul Kirchhof zal de belastinghervorming een krachtige impuls geven aan de binnenlandse vraag. Want Duitsers zijn rijk. Maar het ontbreekt ze aan vertrouwen in de toekomst. Als een regering snoeit in de loonlasten, is dat een goede zaak voor de internationale competitiviteit. Maar niet voor het vertrouwen van de consument, en dus de binnenlandse vraag. De roep om loonsverhogingen wordt steeds harder bij keynesianen. Zij vinden dat de koopkracht sinds jaren achterblijft bij de verhoging van de productiviteit. Neoliberale economen zeggen dan weer dat de te hoge lonen jobs vernietigen. Dat roomt de binnenlandse vraag af.

De verkoop in de winkels daalde in juli alweer met 3 %. En een stimulans van de consumptie door extra overheidsuitgaven is bijna uitgesloten. Daar staan de lichten al jaren op rood. Sinds 2002 boekt de federale regering een begrotingstekort van meer dan 3 %. Dé pleitbezorger van Maas-tricht, Duitsland, overschrijdt dus zelf één van de normen. In 2004 boekte de federale regering een structureel tekort van 52 miljard euro. De deelstaten gaven op hun beurt 30 miljard euro meer uit dan ze ontvingen (zie grafiek: Ontvet de Duitse staat).

In 2005 zal het federale begrotingstekort oplopen tot 3,7 %. De christen-democraten zeggen nu al openlijk dat Duitsland vóór 2009 niet opnieuw de Maastrichtnormen zal halen. Ook de staatsschuld overschreed in 2002 de grens van de 60 % van het BNP, nog een limiet van Maastricht. De verwachting voor 2005 is een staatsschuld van 68 %.

7. Duitsland exportkampioen

Duitse bedrijven zoeken hun afzetmarkt in het buitenland. Bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) prijkt Duitsland sinds 2003 weer onbedreigd op kop als exportkampioen van de wereld. De Verenigde Staten moest een stap terugzetten. De voorbije twee jaar groeide de Duitse export telkens met 22 %. In 2004 exporteerde Duitsland ruim 577 miljard euro, wat een overschot creëerde op de betalingsbalans van 156 miljard euro.

Dat is voor Hans-Werner Sinn geen reden tot juichen. De professor Macro-economie in München noemt Duitsland een ” bazaareconomie“. Dat zit zo. Duitse bedrijven kopen onderdelen in lagelonenlanden. Ze worden in Duitsland geassembleerd en vervolgens als made in Germany verkocht. Nog steeds is 62 % van een Duits exportproduct het resultaat van eigen makelij. Maar dit percentage daalt voortdurend. Duitse bedrijven verschuiven hun productie dus naar het buitenland. Wat goed is voor de Duitse bedrijven, is dus niet noodzakelijk goed voor de Duitse economie.

8. Zoals de Dertigjarige Oorlog

Helmut, neem ons bij de hand. En leid ons in het Wirtschaftswunderland.

Het spandoek tijdens een betoging in 1990 in Dresden werd al lang in stukken gescheurd. Want de kostprijs van de Duitse Eenmaking is wellicht het meest acute probleem voor Duitsland. Sinds 1991 vloeide 1500 miljard euro naar het oosten, of ruim vijf keer het BNP van België. Jaarlijks vloeien transfers ter waarde van 4 % van het bruto binnenlandse product naar Aufbau Ost. Maar terwijl de Oost-Duitse economie begin jaren negentig nog sterk groeide, is die sinds 2000 bijna stilgevallen, of zelfs negatief. Vier op tien inkomens in het oosten zijn afhankelijk van de transfers. Bijna één op vijf is werkloos, dubbel zoveel als in het westen. Oost-Duitsland verloor sinds 1989 een tiende van zijn bevolking. Alleen tijdens de Dertigjarige Oorlog (een godsdienstoorlog in Duitsland tussen 1618 en 1648) was de ontvolking sterker.

Hier en daar ontluikt een mini Oost-Duits Wirtschaftswunder. De economie in Dresden groeit sneller dan het Duitse gemiddelde. Dresden werd een centrum voor de elektronica, met bedrijven als Siemens en Infineon. Ook Leipzig hees zich in de belangstelling met investeringen van BMW en Porsche. En niet te vergeten DHL, dat Zaventem zal ruilen voor de Oost-Duitse stad.

9. Welvaart is een illusie

De Oost-Duitse lethargie vertaalt zich zondag 18 september waarschijnlijk ook in een fikse zege voor de Linkspartei. De prognoses geven 30 % in het oosten voor die extreemlinkse kruising van de restanten van de voormalige communistische partij van de DDR en dissidenten van de West-Duitse SPD. Met als bekendste gezicht Oskar La-fontaine, een voormalige minister van Financiën. De Linkspartei zou in de hele Bondsrepubliek 9 % halen.

Die goede score is samen met het opduiken van belastingpaus Paul Kirchhof het verrassendste feit van de tot nu makke verkiezingsstrijd. De christen-democraten onder leiding van Angela Merkel liggen al maanden voorop in de peilingen. Een coalitie van CDU/CSU en de liberale FDP beschikt volgens de prognoses over een kleine meerderheid.

De rol van Gerhard Schröder is wellicht uitgespeeld. Misschien gaat hij de geschiedenis in als de man die een eerste aanzet gaf tot economische hervormingen. De kiezer denkt er anders over. Want als de SPD een rechts beleid voert, kan die kiezer net zo goed stemmen op een rechtse partij. Of het alternatief, de extreemlinkse variant van de Linkspartei.

Vandaar dat zowel CDU als SPD zich liefst gedeisd houden over de noodzakelijke harde saneringsmaatregelen. Tot stijgende ergernis bij Kurt Biedenkopf, een van the great old men bij de christen-democraten. In zijn typerende scherpe stijl eiste de voormalige premier van de deelstaat Saksen de harde waarheid. Voor Biedenkopf hebben de Duitsers nog steeds niet begrepen dat hun huidige welvaartspeil alleen nog een illusie is. “Ze willen een systeem instandhouden dat niet langer aan de realiteit beantwoordt.”

Maar was dat niet die quote van Gerhard Schröder?

Wolfgang Riepl

Als Duitsland zijn huidige bevolkingspiramide wil behouden, moet het de volgende decennia 180 miljoen migranten toelaten.

De Duitse overheid experimenteerde de voorbije maanden met 400-euro- jobs voor laaggeschoolden en zelfs met één-euro-jobs voor werklozen.

Sinds 2002 boekt de federale regering een begrotingstekort van meer dan 3 %. Dé pleitbezorger van Maastricht, Duitsland, overschrijdt dus zelf één van de normen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content