Duidelijke grenzen trekken
Nu het hoofddoekendebat in scholen weer oplaait, kunnen ook ondernemingen zich maar beter afvragen hoe zij tegenover dit fenomeen staan. Want vroeg of laat krijgt ook het bedrijfsleven ermee te maken.
Het spreekt voor zich dat een stukje stof op zich geen ergernis opwekt en geen aanleiding kan zijn voor discriminatie van moslimvrouwen. Maar er kunnen praktische of veiligheidsbezwaren zijn tegen een hoofddoek. Om dezelfde redenen mogen mannen in een bepaald productieproces geen hoofddeksel dragen of zijn juwelen ongepast bij specifieke manipulaties.
Gelijke rechten zijn basisverworvenheden in onze samenleving. Vanzelfsprekend moeten moslimvrouwen met hoofddoek op de arbeidsmarkt alle kansen krijgen en zijn dubieuze identificatiecodes om moslimmannen en allochtonen te weren onaanvaardbaar. Even duidelijk en helder dienen ook andere basiswaarden die hier gelden bijgebracht te worden aan nieuwkomers, al gaat het om de tweede of derde generatie uit de immigratie.
Het multiculturele dogma van enkele jaren geleden heeft het omschakelingsproces van immigranten met een geheel andere achtergrond bemoeilijkt en zelfs onmogelijk gemaakt, ook van overheidswege. Nochtans is er voor een geslaagde integratie een consensus nodig over basiswaarden in de maatschappij en in bedrijfsorganisaties. Kleding of gebruiken met een religieuze connotatie die de waardigheid van de vrouw aantasten volgens de hier algemeen geldende normen, zijn volstrekt ontoelaatbaar. We moeten heel duidelijk afdwingbaar maken dat boerka’s, nikabs (die het gezicht totaal versluieren en steeds vaker in onze steden opdoemen) haaks staan op onze basiswaarden.
Onder het mom van godsdienstvrijheid en democratie gaan extremistische islamisten tekeer tegen fundamentele waarden van het westerse samenlevingsmodel. Sommige imams misbruiken de hoofddoek als een politiek wapen. Verwijzingen naar wat al dan niet in de Koran staat, is een gevaarlijke optie: ze zijn vaak diametraal tegengesteld aan rechten die een Hugo Grotius, Hobbes, Locke, en Rousseau mensen toebedelen – niet van godswege, maar als een natuurlijk recht. Grote islamfilosofen als Ibn Rushd deelden gelijklopende opvattingen lang vóór de Verlichting.
Geen enkele wet in Marokko of Indonesië verwijst trouwens naar de Koran of de islam. Bij recente verkiezingen, van Jakarta tot Casablanca, is het islamextremisme op zijn retour. De vooruitgang van de moderne maatschappij bestaat juist uit het afrekenen met de vroegere aparte behandeling gebaseerd op stand, geslacht of religie. Tot in Iran strijden vrouwen vandaag voor diezelfde basiswaarden en zelfs voor een verbod op de verplichting tot het dragen van een hoofddoek.
Moslims en moslima’s (al dan niet met hoofddoek) krijgen hier alle kansen, tot in topposities van onze bedrijven. Steeds meer zullen ze mee het beleid gaan bepalen, zoals de eerste in het Brusselse parlement verkozen moslima met hoofddoek. Maar de grenzen van wat kan en niet kan, moeten door de wetgever scherp en duidelijk worden getrokken.
Door Erik Bruyland
Voor een geslaagde integratie is een consensus nodig over basiswaarden in de maatschappij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier