Ducati 999
De Ducati 999 is een van de mooiste motoren van het moment. Maar is dat genoeg om er volop van te genieten?
Het Italiaanse Ducati is vandaag een van de meer tot de verbeelding sprekende makers van motorfietsen. De Japanse merken Honda, Yamaha en Suzuki voeren de ranglijst aan van de verkopen in 2005, maar zij missen in de ogen van een groot deel van de motorliefhebbers karakter. Toch vertaalt dat zich niet meteen in zware verkoopcijfers: in de eerste negen maanden van 2005 moest Ducati zich tevredenstellen met 607 exemplaren, goed voor een marktaandeel van slechts 2,70 %.
Ducati is en blijft een nichemerk en beperkt zicht tot variaties op één thema: middelzware en zware motoren, aangedreven door een V-twin (van 620 cc tot 999 cc). In dat opzicht is Ducati te vergelijken met Ferrari in de automarkt. Ook dat is een nichemerk. De vergelijking met Ferrari houdt echter op zodra je naar het prijsniveau van de motoren kijkt: voor iets meer dan 7000 euro staat er al een Ducati voor de deur. De Monster 620 weliswaar, de basisversie van Ducati. Aan de duurste Ducati, de 999R, hangt een prijskaartje van 30.399 euro.
De bulk van de verkoop (minstens 50 %) zit dan ook bij de goedkopere Monster. Maar de 999R is het paradepaardje van Ducati. Die motor bepaalt het sportieve imago van het merk. De 999 en zijn voorganger, de 996, overheersten ook het wereldkampioenschap Superbike-racen.
De 999 is de opvolger van de 916/996-998 (een designklassieker van de Italiaanse ontwerper Massimo Tamburini) en werd getekend door de Zuid-Afrikaan Pierre Terblanche. De supersport 999 is minstens net zo mooi als de 916/996-998. De uitlaat komt onder de tank uit in een platte demper, die voor het modeljaar 2005 in een matte zwarte kleur is uitgevoerd. De motor oogt klein en is slank. De tank heeft grote knie-uitsparingen. De stroomlijn zit dicht tegen de motor aan, waardoor het frontale oppervlak minimaal is gehouden. Het is echt een motor om naar te kijken.
En om mee te rijden? Dat is wat moeilijker. De 999 is een sportieve motorfiets, een racer voor straatgebruik. Op de wegligging is niets aan te merken – de 999 stuurt strak. De stuurhelften staan sportief laag. Maar bij lage snelheden drukt je eigen gewicht op de polsen en dat wordt pijnlijk. Leuk rijden is anders. Dat weet ontwerper Terblanche ook: “Een supersportmachine als de 999 zal nooit comfortabel zijn.” En: “Met een supersportmachine is een bochtige bergweg met slecht asfalt een marteling.”
Er is ook veel te veel vermogen voor de Belgische verkeerspraktijk: je rijdt op de snelweg 125 kilometer per uur bij 4000 toeren per minuut. De Ducati mag er tegen de 13.000 per minuut doen. Dat is frustrerend rijden. Je wil wel maar het mag niet…
Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier