Dubrovnik

Van de oorlog is niet veel meer te zien. Althans niet op het eerste gezicht. De bevolking van Kroatië wil vergeten. En alles doen om de toeristen die voor 1991 massaal naar de Adriatische kust trokken, weer voor zich te winnen. Met Dubrovnik als kunsthistorische trekpleister moet dat lukken.

Het is even wennen. Om na bijna twee uur vliegen op een luchthaven te landen waar – behalve de volle Boeing 737 waar je zonet uitgestapt bent – totaal geen ander luchtverkeer te bespeuren is. Laat staan enig leven. Op enkele zuur kijkende, in bordeaux uniform gehulde schoonmaaksters na, ligt het tarmac er opvallend verlaten bij. Bij de douane is het niet anders. Wij zijn de enige passagiers. En dat geldt zo voor de hele dag. En misschien nog wel voor langer. De Oostendse vakantiemaker Jetair is namelijk de enige touroperator die besloten heeft om, zes jaar na het einde van de oorlog, weer tweemaal per week rechtstreekse charters in te zetten op Cavtat (spreek uit: Saftat); twintig kilometer van Dubrovnik. In de volle overtuiging dat de Belg zich spoedig weer zal laten verleiden door de rijkdom en schoonheid van de riviera van Dubrovnik, die tot en met 1990 met meer dan 5 miljoen overnachtingen, een absolute, toeristische topper was.

6 december 1991: de datum staat gegrift in het geheugen van elke inwoner van Dubrovnik (een kleine 50.000). Het is op die koude, bittere herfstdag dat de oude binnenstad door de Serviërs met granaten bestookt werd; en de bewoonde, historische stadskern op honderden plekken geraakt werd. Daken stortten in, woningen brandden uit. En de bevolking vluchtte naar de kelders bij de stadsmuren, hield schuil voor bombardementen en aanvallen vanaf de omliggende bergen en de binnenhaven. Niet iedereen kon ontsnappen, een aantal inwoners – de cijfers gaan van 30 tot 60 – kwam om het leven.

De restauratie

en heropbouw van de stad is voor een buitenstaander moeilijk in te schatten. Een grote kaart, die aan de ingang van de stad ophangt, geeft evenwel een duidelijker zicht op de zaak. Het stadsplan geeft met zwarte driehoeken alle inslagen op de stad weer. “Plan met beschadigingen uit ’91 en ’92”, staat er. En vervolgens: “veroorzaakt door de agressie van het Joegoslavische leger, Serviërs en Montenegrijnen”. Het plan ziet letterlijk zwart van de kleine driehoekjes. Tweederde van de vernielingen is weer opgeknapt.

De beroemde Stradun – dat is de wondermooie hoofdstraat van Dubrovnik – kreeg met welgeteld 36 granaatinslagen af te rekenen. De straat is maar 200 meter lang en loopt van de Pilepoort naar de klokkentoren aan het andere eind van de oude stad. Achteraan staan verscheidene terrasjes; een cappuccino smaakt hier even lekker als aan de overkant van de Adriatische kust, in Italië. Dat geldt trouwens ook voor de plaatselijke grappa; lozovaca of kortweg loza genaamd. Na enkele glaasjes ziet u het leven beslist mooier in. Ook dit nog: de koperkleurige dessertwijn Prosek is het proeven waard. Al is het maar om een idee te krijgen van de smaak van de Romeinen: ook zij genoten met volle teugen van deze vinum sanctum.

De monumentale Onofrijeva-fontein, tegenover de Pilepoort, vormt het einde van een 12 km lange waterleiding. De fontein brengt een hulde aan de uit Napels afkomstige Onofrio della Cava, die in de veertiende eeuw het waterleidingnet aanlegde en ook de fontein ontwierp. Tijdens de oorlog van 1991-1992 mocht dit ingenieuze systeem helaas niet baten. Meer dan een jaar moest de bevolking het stellen zonder stromend water, en zonder elektriciteit. Op nachten waarin de donder de hemel overheerst en bliksemschichten de lucht uiteenrijten, kunnen veel Kroaten de slaap nog altijd niet vatten. Die doodse stilte en dat angstaanjagende geknal roepen telkens weer de oorlog op. Maar wie door de straten van de historische stadskern van Dubrovnik slentert, die merkt van diezelfde oorlog haast niets meer. Of toch?

Dubrovnik kan prat gaan op een unieke ligging. De stad ligt op een schiereiland, aan de voet van een kalksteengebergte, en is omringd door subtropische vegetatie. Het grootse verleden van deze zeehandelsstad wordt weerspiegeld in de straatstenen van de Stradun (ook Placa genoemd), in de prachtige poorten – de Pile vrata en de Ploce vrata – die de enige toegang tot de oude stad vormen, in het franciscanenklooster en de kruisribgewelven van de eeuwenoude (1317) kruisgang… De 2 kilometer lange stadsmuur die om het hele stadscentrum heen loopt – tot 6 meter dik en 25 meter hoog – werd in de 13de eeuw gebouwd en behoort ongetwijfeld tot de mooiste en massiefste van heel Europa. Bovendien zijn de wallen bijzonder goed bewaard gebleven, net zoals de versterkte forten en de negen kleine bastions.

Tijdens

het zomerfestival van Dubrovnik vormt de omwalling trouwens een uniek decor voor allerhande theaterspektakels en concerten. Vooral de personages van Shakespeare voelen zich er erg thuis. Vanop de stadsmuur geniet je voortdurend van unieke uitzichten. Een opvallende vaststelling vanaf deze locatie is het grote aantal vernieuwde daken. Volledig in de lijn van de oude architectuur, maar met dakpannen die er net nog iets te nieuw uitzien. Het is zo een van de gevolgen van de oorlog, die ook nu, wat verderop in Montenegro, nog voortwoedt. Af en toe ontdek je ook een leegstaand pand. Gevel nog overeind, maar meer niet. Binnenin ligt alles plat, er staan geen ramen meer in, katten kruipen door de openingen, vogels bouwen hun nest in de spleten. Maar dat zijn uitzonderingen. Dubrovnik houdt zich sterk. En lonkt naar toeristen.

“We hebben ze nodig”, klinkt het. “In deze streek aan de Zuid-Dalmatische kust leefde de meerderheid van de bevolking van het toerisme. En van alle aanverwante bedrijfstakken. Maar sinds 1991 komt er geen kat meer naar onze riviera. En toen de oorlog eind 1992 afgelopen was, toen zaten wij hier met een schrikwekkende erfenis. Zoveel kapot. Zoveel met de grond gelijk gemaakt. Dubrovnik heeft geluk gehad. Eigenlijk is die stad nog gespaard gebleven. Maar er zijn andere oorden waar het veel erger is. We hebben eerst Dubrovnik gerestaureerd. Dubrovnik is de parel van de Adriatische kust. En parels moeten schitteren.”

Het landschap

van Kroatië ziet er inderdaad op sommige plaatsen nog gehavend uit, de ziel van veel mensen is onherstelbaar gekwetst. Elke familie heeft geleden, elk gezin kent zijn gesneuvelde(n). Hele dorpen zijn verwoest, maar nu weer volop in de opbouw. Hier en daar staat nog een caravanpark, leven de mensen in tijdelijke woonsten omdat ze het geld voor een nieuwe woning niet meteen kunnen opbrengen. Het hotel waarin ik logeer, hotel Dubrovnik President uit de jaren ’70, heeft lang dienst gedaan als opvangcentrum voor daklozen. Op een affiche die bijna verloren tegen een gevel van de vredige Stradun plakt, lees ik: ” First International Conference of Psycho-Social Consequences of War“. Het zijn tekens aan de wand.

De oorlog lijkt ver weg, en het enige gevaar dat op deze mooie lentedag op de Stradun om de hoek komt kijken, dat zijn de vele, jonge moeders die hun kinderwagens krachtig voortduwen, zonder daarbij de kwetsbare hielen van voorbijgangers ook maar enigszins te ontzien. Want ook dat valt op: de vredevolle jaren na de oorlog hebben liefde en lust gestimuleerd; een babyboom is niet ver weg. Die kinderwagens zijn trouwens het enige rijtuig in oud-Dubrovnik. De oude stadskern is volledig autovrij, wat meteen betekent dat dit stadscentrum één van de grootste stedelijke voetgangersgebieden van Europa is. Fietsen zie je er niet. Alle straten – ze zijn erg smal, op de Stradun na – lopen met trapjes naar boven en staan volgestouwd met plantenbakken. Al dat groen, ook op de verbrede vensterbanken, geeft aan dat de bevolking niet op zijn lauweren blijft rusten. Planten fleuren het leven en de straten op, hun verzorging zorgt voor aangename afleiding.

Datzelfde door oorlog geteisterde landschap om en nabij Dubrovnik kan ook, en haast onophoudelijk, ontroerend mooi zijn. Met de talloze landtongen die als groene krokodillen boven het water uitsteken, de ontelbare eilandjes – waarop buitenlandse reizigers vroeger in quarantaine geplaatst werden om uitsluitsel van ziektekiemen te garanderen-, de begroeide bergen, het golvende landschap waarin alleenstaande cipressen trots naar de wolken reiken, omringd door bosjes felgele brem – een plant die in onze contreien plaats moet ruimen voor de wildbouw van fermettes -, uitgestrekte wijngaarden, helder azuurblauw water langs de hele kustlijn, idyllische haventjes, enzovoort. Over de cipressen doet trouwens volgende legende de ronde. “Wie wilde trouwen, moest een cipres planten. Anders zou het huwelijk niet doorgaan”. Dat er in Kroatië flink wat huwelijken voltrokken werden, blijkt uit het landschap.

Jetair is de enige touroperator die rechtstreeks op Dubrovnik vliegt. De reisbrochure ligt uiteraard bij uw reisagent.

MARGOT VANDERSTRAETEN / FOTO’S: HANS VANHAELEMEESCH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content