Dromen staat vrij
We zijn halverwege, de reis is goed op weg haar hoogtepunt te bereiken. We vliegen naar Nieuw-Zeeland, het land van de kiwi’s, waar de natuur en de duurste wijn ter wereld onze aandacht opeisen. Vervolgens houden we halt in Tahiti, het paradijs op aarde waar Paul Gauguin en Jacques Brel hun hart verloren. Ze waren niet de enigen.
Van de wereldstad Sydney naar Auckland, Nieuw-Zeeland, is een grotere stap dan men zou denken. Nieuw-Zeeland afficheert zich niet voor niets als far away from everything. Van Sydney naar Auckland is nochtans maar drie uur vliegen, a piece of cake. Toch stuurt de piloot van Air New Zealand zijn 767-200 naar 11.900 meter. Veel te hoog als je het ons vraagt. Maar: hoe hoger, hoe minder weerstand en hoe minder brandstof het vliegtuig verbruikt. Bovendien kan de piloot op die manier nog een kleine vertraging inlopen.
Australië en Nieuw-Zeeland verschillen in diverse opzichten. In het ene land treft men overwegend kangoeroes aan, in het andere vooral schapen. De natuur is heel verschillend. Maar toch hebben deze twee landen heel wat gemeen: hun voorgeschiedenis bijvoorbeeld en het toenemend belang van de wijnproductie waarmee beide landen de Oude Wereld willen beconcurreren. Nu de Amerikaanse wijnen in Europa wat schever bekeken worden – vanwege het systematisch gebruik van smaakadditieven – gaat de aandacht steeds meer naar Australië en Nieuw-Zeeland. De Australische wijnproductie is min of meer georganiseerd zoals de brouwerijen in Europa, met grote concerns die vele kleintjes hebben opgekocht. In Nieuw-Zeeland is dat minder het geval en men vindt er vaak kleinere wijnbedrijfjes die een uitzonderlijke zorg aan kwaliteit besteden. Nemen we de gemiddelde prijs per fles, dan produceert Nieuw-Zeeland de duurste wijn ter wereld. De wijn(agri)cultuur is een boeiend fenomeen met een versnipperde productie, interessante bodem- en klimaatverschillen en een heel mooi resultaat in de fles. Laat ons dus de wijngaarden opzoeken en de wijnen proeven.
Decennia geleden streken Dalmatiërs hier massaal neer en introduceerden wijn. Goulash van schapenvlees vraagt immers een krachtige rode wijn. De Dalmatiërs maakten daarom hun eerste wijnen van onverdund stierenbloed. Ze zijn gebleven en spelen nog steeds een belangrijke rol in de wijncultuur. Neem nu de familie Brajkovich van Kumeu River Wines, onze eerste halte, waar moeder Melba en haar drie zoons een chardonnay produceren die geregeld in de top-100 van het Amerikaanse gezaghebbende blad Wine Spectator opduikt.
De Kumeu-streek is het meest noordelijke wijngebied van Nieuw-Zeeland. Het noordelijke en het zuidelijke eiland strekken zich uit over een afstand van 1500 kilometer en behalve in het hooggebergte wordt er overal wijn gemaakt. Logisch dus dat er zeer diverse wijnen worden geproduceerd. Het klimaat wordt niet alleen beïnvloed door de breedtegraad, maar ook door het al dan niet blootgesteld staan aan de winden die vanuit de oceaan het binnenland in blazen. Een aantal wijnmakers hebben wijngaarden in diverse streken ( Marlborough, Hawke’s Bay, Gisborne…) en kunnen dus een uitgebreide keuze voorleggen. Melba Brajkovich blijft echter koppig zweren bij wijnen uit eigen streek. En dat zint ons. Vooral dan de chardonnay van de bijzondere wijngaard Mate’s Vineyard, en de blend van merlot, malbec en cabernet franc, genoemd naar moeder Melba. Bovendien heeft het bedrijf een bijzonder geheim dat we tijdens ons bezoek zullen ontsluieren.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog is Mate Brajkovich, samen met zo’n 30.000 andere Dalmatiërs die hun dromen achternagingen, in Auckland neergestreken. De Dalmatiërs gingen wijn produceren voor eigen gebruik, maar na verloop van tijd zagen ze er ook brood in. In de jaren zestig startte Mate Brajkovich officieel een wijnbedrijf. De grote doorbraak van de Nieuw-Zeelandse wijn is er gekomen in de jaren zeventig en tachtig toen de volgende generatie eraan kwam en oenologie ging studeren, eerst in Zuid-Australië en later in Auckland aan het Lincoln College. Toen vader Mate in 1992 overleed, waren zijn drie zonen klaar om het wijnbedrijf verder uit te bouwen. Weliswaar onder het toeziend oog van moeder, aan wiens aandacht maar weinig ontsnapt. Wijnmaker Michael Brajkovich en zijn broers Milan en Paul leiden het wijnbedrijf met zijn 25 hectaren op hedendaagse wijze en hebben het uitgerust met moderne technologie. Er wordt geëxporteerd naar een tiental landen, waaronder België (invoerder Matthijs), en Michael Brajkovich reist de wereld af om zijn wijnen te promoten. Kumeu River Wines worden gekenmerkt door een uitgesproken Bourgondische stijl. Er wordt gewerkt met jonge eik uit Frankrijk. De wijnranken groeien op en lire (twee takken vormen een U-vorm bovenop de moederstam), een procédé dat ook in Frankrijk wordt toegepast, bijvoorbeeld in Savigny-les-Beaune. Maar het geheim van Kumeu River Wines bevindt zich tussen de wijnranken. Daar lopen de schapen die het gras opeten en de wijngaarden met hun keutels bemesten, aldoende het aroma van de wijnen tot een summum verheffend.
Een totaal ander type wijnbedrijf is Matua Valley Wines in Waimauku. Het wijnhuis bevindt zich op de top van een heuvel, omringd door wijngaarden die in de herfst (onze lente) als door een schilder met de kleuren van een indian summer werden versierd. Het bedrijf is veel groter dan het voorgaande, beschikt over 200 hectaren eigen wijngaarden en produceert ook wijnen uit Eastern Bay, Gisborne en Hawke’s Bay. Toch is het bedrijf om verscheidene redenen een bezoek meer dan waard. Vooreerst is er de kwaliteit van de wijn, met als Top of the Rang de Ararimu-wijnen, genoemd naar de ararimu, een pracht van een boom met rood hout die typisch is voor de vallei van de Rimu. In deze reeks is het moeilijk te zeggen welke de beste is: de chardonnay, de pinot noir of de blend van merlot, cabernet sauvignon en malbec.
Er is nog een tweede reden om halt te houden in Matua Valley. Naast het wijnbedrijf bevinden zich zeven prachtige Vineyard Cottages waar men de nacht kan doorbrengen, en een uitstekend restaurant waar men de wijnen in de beste omstandigheden – dat wil zeggen: met een lekkere brok wild – tot hun recht kan laten komen. Vanuit de blokhut trekt men door wijngaarden die door de maan verlicht worden, naar The Hunters Lodge. In dit oude jachtpaviljoen kan men bij knapperend haardvuur en bij een niet onaardig glas sparkling de spijskaart raadplegen. We kozen voor een struisvogelpastei, een met wilde rijst gevuld kwarteltje en het gebraden hertekalf. Proefden de Ararimu pinot noir 1991 die helemaal openbloeide. En maakten ons de bedenking hoe jammer het wel is dat 90% van de wijn veel te jong in het glas terechtkomt. Vooral in de Nieuwe Wereld waar de woningen niet voorzien zijn van fatsoenlijke wijnkelders. Voor het slapengaan lazen we nog wat in een bibliofiel citatenboek uit 1923 dat naast het bed lag. Er stond deze frase van Keats in: How happy is such a voyage of conception, what delicious, diligent indolence!
Terug naar Auckland, waar we de ferry moeten nemen naar het eiland Waiheke. De Nieuw-Zeelandse hoofdstad is op het eerste gezicht een wat vreemde stad, een ruige havenstad met tientallen nightclubs en stripbars, die een wild nachtleven voorspellen. Maar Harbourside is ook gekend voor zijn restaurants waar u andere vissen aan de haak kunt slaan, een red snapper bijvoorbeeld, onder begeleiding van een chardonnay Roydon Allen uit Auckland. Met de ferry bereiken we het eiland Waiheke, waar we door Belgium Street en Ostend Road rijden, en bij een gore takeaway, Ostend Tattoos, halt houden. De Belgische namen hebben blijkbaar iets te maken met de Eerste Wereldoorlog, maar meer komen we ook niet te weten.
Stephen White van het wijnhuis Stonyridge is een buitenbeentje in de wijnwereld, zelfs in Nieuw-Zeeland. Hij heeft meer van een rockster dan van een van de betere wijnmakers wereldwijd. Dat hij ooit als profzeiler de prestigieuze Whitbread Cup won in 1978, vermoedt al helemaal niemand. En toen hij kennismaakte met het leven in Italië en Griekenland wist hij dat hij op zijn 23ste “met pensioen zou gaan” en een wijnhuis beginnen. Hij kocht een grote lap grond op Waiheke, toen een happy island waar de hippies massaal neerstreken om marihuana te kweken en te gebruiken. Daar leidt hij nu een soort van dubbelleven. Want behalve wijnmaker is hij ook eigenaar van een hippe strandtent waar de mooiste meiden van Nieuw-Zeeland te vinden zijn. Zijn society party’s – laten we ze zo noemen – zijn dan ook bijzonder geliefd onder de collega-wijnmakers. In de 2000 Wine Annual noemt Bob Campbell hem a highly energetic and unconventional man, wat laat vermoeden dat hij de beruchte feestjes van White maar al te goed kent. Maar hoe excentriek en onconventioneel de man ook mag zijn, hij maakt niet alleen de duurste maar ook de beste wijn van Nieuw-Zeeland: de Larose, een bordeaux blend van cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot, malbec en petit verdot.
In 1982 richtte White zijn wijnbedrijf op. Alleen rode wijnen interesseren hem. Hij beschikt over 5,5 hectaren wijngaarden. Naast de vijf bordeaux-variëteiten experimenteert hij ook met mediterrane wijnen zoals shiraz, mourvèdre, grenache en de Italiaanse sangiovese. Het landschap dat hij heeft gecreëerd, doet af en toe denken aan Toscane, met de glooiende hellingen, de wijnstruiken, de olijfbomen en de kurkeiken. De grote internationale doorbraak kwam twee jaar geleden toen de Larose 1996 tijdens een blindproeverij in Parijs de hoogste score haalde, samen met Château Pétrus, Cheval Blanc, Lafite Rothschild en het ‘Belgische’ Vieux Château Certan, maar vóór ‘achtste wereldwonder’ Le Pin. Het hek was van de dam. Sindsdien werd zijn Toscaans landhuis in Waiheke niet alleen door mooie dames, maar ook door een sultan van Oman, een maharadja van India en een prins van Kent bezocht. En verkoopt de Larose voor 2500 à 5000 frank. Maar daarover moet White zich geen zorgen maken. De beperkte productie van 1000 kisten is immers steeds op voorhand uitverkocht. Gelukkig brengt hij naast deze superwijn (in België op de markt via Ad Bibendum) ook meer toegankelijke wijnen aan de man, zoals een uitstekende merlot, een blend van shiraz, mourvèdre en grenache en een monocepage van montepulciano.
Op Waiheke overnachten kan in de exclusieve Omaru Bay Lodge, waar de gastheer en -vrouw eigenhandig voor een leuk diner zorgen, met een aantrekkelijke wijnkaart. Wie wil grasduinen in een uitstekende Nieuw-Zeelandse wijnkaart, kan terecht bij Mudbrick Vineyard & Restaurant, waar niet alleen de eigen wijnen maar ook een vijftigtal andere wijnen worden aangeboden. Een populair adres ook voor mensen die de hoofdstad willen onvluchten en voor het weekend de ferry nemen. De formule werd tien jaar geleden gecreëerd door een accountant die op een dag ontwaakte met het idee zijn boring job op te geven en een ander leven te beginnen en vervolgens zijn droom waarmaakte. “Bovendien was de grond tien jaar geleden 7000 Nieuw-Zeelandse dollar per acre waard en nu is dat 100.000 dollar. Dus ben ik ook als boekhouder geslaagd,” voegt de berekende avonturier er fijntjes aan toe.
Echte avonturiers reizen naar Tahiti, de schitterende archipel in de Stille Zuidzee. Als men Tahiti vanuit oostelijke richting bereikt, moet men voorbij de datumgrens, waar men een dag in de tijd moet terugreizen. Surrealistisch. De eilanden van Paul Gauguin hebben ook iets van surrealistische schilderijen. Het is te mooi om waar te zijn. “Le paradis n’est pas vièrge”, verklaart een blanke Tahitiaan dit gevoel. Men kan zich nauwelijks voorstellen dat in dit paradijselijke oord 71 nucleaire bommen op het land en 75 onder water tot ontploffing werden gebracht. De opgekropte woede is nog voelbaar.
Het is vandaag trouwens bijzonder woelig in de Stille Zuidzee: er woedt een burgeroorlog op de Solomon Eilanden en op Fiji is een staatsgreep gepleegd. Het ziet ernaar uit dat de eilanden en hun oorspronkelijke bewoners rond deze eeuwwisseling de definitieve stap willen zetten naar volledig zelfbeschikkingsrecht. Vroeg of laat ontsnappen ook Tahiti en Frankrijk niet aan de confrontatie. De onafhankelijkheidspartij had bij de laatste verkiezingen ruim 40% van de stemmen en stevent in 2001 allicht op de meerderheid af. De twee gemeenschappen leven voor een stuk naast elkaar in Frans Polynesië.
Mururoa is steeds een rem geweest voor het luxetoerisme naar de eilanden van Tahiti. Vandaag is men schoorvoetend bezig met het upgraden van de hotelinfrastuctuur. Maar dat er nog werk aan de winkel is, hebben we aan den lijve ondervonden in het Sofitel Maeva Beach hotel. Nochtans hebben de eilanden een enorm potentieel. Wie beweert dat dit de mooiste plek op aarde is, zal er niet ver naast zitten.
Om Frans Polynesië beter te begrijpen, is het raadzaam enige tijd op main island Tahiti te verblijven. Hier wonen 180.000 van de 230.000 inwoners. In de hoofdstad Papeete kunt u kennis maken met de zwarte parel, de pinctada margaritifera cumingui, het mooiste juweel dat de natuur te koop heeft. In het Musée de la Perle krijgt u een overzicht van de geschiedenis van de parelduikers van Cleopatra tot Mr. Wan, Monsieur Perle Noir, die de hele wandel en handel vandaag dirigeert. De mooiste parels zijn afkomstig van de archipels Tuamotu, Gambier en Markiezen. Dat geldt blijkbaar ook voor de vrouwen die werkelijk tot het allermooiste behoren wat God ooit geschapen heeft. Zo zag Paul Gauguin het ook. Even buiten Papeete bevindt zich zijn museum, waar u vooral meer te weten komt over het Tahitiaanse avontuur waarin deze excentrieke schilder – “fuyant du monde conformiste” – vastgezogen werd. Of zoals hij zelf schreef: “Folle, mais triste et méchante aventure que mon voyage à Tahiti! Je ne vois rien sinon la mort qui délivre de tout”. Dat Gauguin nog andere dingen voor ogen zag dan de dood, bewijzen de schilderijen die hij op Tahiti of – beter gezegd – op de Markiezen Eilanden heeft gemaakt. “La tenacité de son génie fut transformer cette quotidienne souffrance en chefs-d’oeuvre qui traverseront les siècles”, heet het dan. Kortom: Eros en Thanatos. Gauguin was trouwens niet de enige die hieronder te ‘lijden’ had. Grand voyageurPierre Loti heeft de paradijselijke eilanden bezocht en huwde er zelfs een plaatselijke schone. Wat leidde tot een aantal romans en een toneelstuk, L’Ile du Rêve – Idylle polynésienne. Deze idylles zijn meestal niet vanzelfsprekend en bieden dan ook stof voor literatuur. Wanneer we die avond worden voorgesteld aan een bijzonder elegante parelduikster, zegt ze in de loop van het gesprek: “Monsieur, il faut savoir, je suis née aux Marquises, je suis sauvage.” Het lijden van Gauguin en Loti zit in die ene zin vervat.
Vrijdagavond lijkt het hele eiland wel in Papeete te verzamelen en wordt overal feest gevierd. Men gaat van het café naar de disco of naar de travestietenclub. Onze gids brengt ons echter op een plaats waar les français niet welkom zijn en niet binnenraken: Café des Sports. “U moet weten dat Frankrijk de enige vijand is die we ooit gekend hebben,” verklaart een man aan de toog. In Café des Sports komen de echte Tahitianen dansen, ook dames en heren die in de loop van de jaren wat volslanker geworden zijn. Maar het feest is hier zo veel spontaner. Op de muziek van lokale smartlappen danst iedereen. Niemand die eraan ontsnapt.
De meeste toeristen die Frans Polynesië bezoeken, nemen echter niet of nauwelijks deel aan het echte Tahitiaanse leven. Ze trekken zich terug op kleine eilanden, in resorts, waar ze zich vooral onledig houden met nietsdoen. Ze slapen in “des overwaters”, zoals het in verbasterd Frans klinkt. In het echte Frans: des pilotis pieds dans l’eau. Paalwoningen die met hun stelten in het koraalrif staan en over de groenblauwe oceaan hangen. Een van die eilanden is Moorea. De Sofitel Moorea – die wel geüpgradet is – is een van deze paradijselijke resorts met typische overwaters. Er is ook een mooie Club Med met enkele bijzondere attracties, een naakteiland onder meer, en een stoeipartij in zee met een school roggen. Voorwaar een hallucinante ervaring, vooral omdat die roggen je ook aanraken met hun sidderende vleugels en je met een paar mensenogen lijken aan te kijken als misvormde zeemeerminnen. Een uitstekend adres op Moorea is het Beachcomber Hotel, waar de française Hélène een pracht van een schoonheidssalon heeft geïnstalleerd. U kunt er onder meer genieten van een Tahitiaans bloemenbad of in bananenbladeren worden gewikkeld, wat allicht bijzonder heilzaam is.
Tahiti is uiteraard ook een geliefkoosde bestemming voor luxueuze cruiseschepen. Zeilen tussen de koraalriffen, langs hagelwitte stranden voor anker gaan en luieren onder een kokosboom. Het cliché is hier werkelijkheid. Maar daar hebben we tijdens deze wereldreis geen tijd voor. De twinotter is het ideale vliegtuig om op enkele minuten tijd van het ene eiland naar het andere te wippen. Een Polynesische mistral dreigt even roet in het eten te gooien en ons op Moorea vast te houden. Net zoals een cycloon de afvaart van de ferry in Nieuw-Zeeland trachtte te verhinderen. Wie door het paradijs omarmd wordt, kan er zich blijkbaar maar moeilijk van losmaken. Gauguin en Jacques Brel liggen op de Markiezen Eilanden begraven. Wij kunnen nog net uit de droomwereld ontsnappen, richting Los Angeles waar andere dromen gerealiseerd worden. Die van de film.
Tekst: Henk Van Nieuwenhove/Foto’s: Gerrit Op De Beeck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier