Dringende belastinghervorming noodzakelijk
Om uit het economische slop te raken, kondigt de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder een tariefverlaging in de vennootschapsbelasting aan. Onder druk van de nieuwe EU-lidstaten wil Schröder de nominale aanslagvoet laten zakken van 26 % naar 19 %. Als je daar de lokale en regionale belastingen bijtelt, zakt het tarief van 38,3 % naar 32 %. Hiermee maakt de Duitse regeringsleider een bocht van 180 graden. Amper een jaar geleden trachtte Schröder nog de fiscale concurrentie in Europa de kop in te drukken door een korf met een minimum- en een maximumtarief voor te stellen. Vandaag past hij zich aan de internationale trend aan: een vermindering van de inkomstenbelasting.
Want hoe je het ook draait of keert, de progressiviteit van dit systeem werkt al lang niet meer. Bovendien belast dit stelsel arbeid – de motor van de economische groei – wat onproductief is. Om voldoende inkomsten voor de schatkist te waarborgen, moet dan wel worden gesnoeid in de vrijstellingen en aftrekposten. Als je deze verbreding van de belastbare basis consequent doortrekt, kom je uiteindelijk bij een vlaktaks terecht.
Sinds enkele jaren passen de Baltische Staten dit eenvormig tarief voor personen en vennootschappen met succes toe. Estland beet de spits af met een tarief van 26 %. Rusland, Oekraïne, Georgië en Servië volgden het Estse voorbeeld. Vorig jaar voerde Slowakije een vlaktaks van 19 % in. Eenvoudig en doeltreffend. Bovendien beloont dit systeem het harder werken, wat het zwarte circuit in de kiem smoort en de economie stimuleert. Als de overheid sturend wil optreden, kan ze dat nog altijd via rechtstreekse steunmaatregelen.
Ook Nederland overweegt de invoering van een vlaktaks met een vrijstelling voor de laagste inkomens. Wel willen onze noorderburen toch nog de hypotheekrente, de pensioenpremie en de kinderlast als aftrekposten bewaren. Om het inkomstenverlies van de schatkist te compenseren, stellen de voorstanders een verschuiving van directe naar indirecte belastingen voor. Deze maatregel past in een internationale evolutie. Uit diverse studies blijkt immers dat een consumptiebelasting efficiënt werkt én een mogelijke verhuis van bedrijven naar lagelonenlanden tegenhoudt. Ook de Belgische premier Guy Verhofstadt (VLD) pleitte tijdens de Europese top begin deze week voor zo’n omschakeling.
Een aantrekkelijk voorstel komt uit de Verenigde Staten: de zogenaamde fair tax (zie www.fairtax.org). Deze omzetbelasting op de verkoop van goederen en diensten aan de eindgebruiker vervangt alle andere belastingen. Dit systeem maakt het mogelijk om de loonkosten drastisch te verlagen, terwijl de prijzen nagenoeg gelijk blijven. Om de mensen uit de lagere klassen tegemoet te komen, voorzien de initiatiefnemers een belastingkrediet of basisinkomen, afhankelijk van de gezinssituatie.
Maar onze voorkeur gaat uit naar de directe consumptiebelasting, waarbij je één keer per jaar een vlaktaks op het verschil tussen je inkomen (inclusief kapitaal) en je uitgaven (spaarverrichtingen en investeringen) betaalt. Zo sla je twee vliegen in één klap.
Aansluitend op het Nederlandse en Amerikaanse voorbeeld is het de hoogste tijd dat de paarse regering een nieuwe raad van wijzen aanstelt om een fundamentele hervorming van het belastingstelsel uit te werken. De voorstellen van Steve Stevaert (SP.A) – een tsoenami- of pensioenbonus – zijn slechts losse flodders.
Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier