Draghi helpt de obligatiemarkten

Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), veroorzaakte commotie tijdens zijn maandelijkse persconferentie. Uit zijn toespraak bleek dat de ECB geen wijziging in haar beleid zal doorvoeren. Onmiddellijk maakte de euro (EUR) een sprong van meer dan 1 % tegenover de Amerikaanse dollar (USD). De toehoorders konden moeilijk geloven dat de ECB geen drastische maatregelen zou nemen om het deflatiegevaar te bestrijden.

Na een vraag van een journalist maakte Draghi zijn voornemens duidelijker. De ECB is zich zeer bewust van dat gevaar en wijt het aan de te sterke euro. Ze beschikt over de nodige middelen om in te grijpen. Verandert er niets tegen volgende maand, dan beloofde Draghi iets te doen. Hij vermeed echter te verklappen hoe hij te werk zal gaan. Met dit antwoord wist hij de EUR een flinke deuk te bezorgen. De eenheidsmunt eindigde de week dan ook lager tegenover alle andere munten. Hij verloor 0,6 % tegenover de USD, 1,4 % tegenover de yen (JPY) en 0,5 % tegenover het pond (GBP).

Zuiver verbaal

Of het tij intussen gekeerd is, betwijfelen we. Daarvoor zou de ECB haar beleid echt moeten versoepelen, niet alleen met een monetaire expansie, maar nog meer met een renteverlaging. Maar de rente staat al op een historisch minimum. Wat maakt dat een verdere daling de deflatie in de hand kan werken. Zeker als de Europese uitvoer begint te krimpen. Wat niet uitgesloten is, nu de Duitse bedrijven de dikte van hun orderboekjes fors zien krimpen. De gebeurtenissen in Oekraïne zijn evenmin van aard om de uitvoermogelijkheden van de Europese Unie aan te zwengelen.

Draghi probeert de zaken zuiver verbaal op te lossen. Dat is hem in 2012 gelukt, waarom vandaag dan ook niet? Wat beleggers wel moeten begrijpen, is dat hij zo een nieuwe fase in de wisseloorlog aanwakkert. Noch de Verenigde Staten, noch Japan en nog minder Groot-Brittannië zullen passief toekijken. Verschuivingen zullen onvermijdelijk plaatsvinden en de wisselmarkt zal de komende weken uiterst volatiel ontwikkelen.

Voor de obligatiebelegger daarentegen klinken de uitlatingen van de voorzitter van de ECB aangenaam in de oren. Als zijn beleid op een verzwakking van de EUR mikt, moet de renteschaal verder dalen, wat de koersen van de obligaties de hoogte zal injagen. Stukken van de perifere zone profiteren daar nu al van. Iers papier wisselt nu al tegen goedkopere voorwaarden van eigenaar dan Brits. Alle renteschalen gleden de voorbije week omlaag, al bleef de beweging beperkt.

Tobintaks

Die ontwikkeling zal echter van korte duur zijn, omdat de marktfundamenten afbrokkelen. Met de Europese verkiezingen voor de boeg hoort men vaak zeggen dat de crisis achter de rug is. Niets is minder waar. De financiële wereld vertoeft in een brozere toestand dan vóór de crisis. De invoering van een kleinschalige en beperkte Tobintaks zal dat niet verhelpen. De banken blijven beladen met waardeloze vorderingen: alleen al voor de eurozone wordt het gedeelte dat in bad banks werd geparkeerd op 2500 miljard EUR geschat. Erger is dat ze hun verwoestende producten blijven verkopen.

Het aantal uitgegeven leningen in de eerste vier maanden van het jaar is meer dan verdrievoudigd in vergelijking met dezelfde periode een jaar geleden, van 25.425 naar 93.384. Ook het aantal warrants is met 54 % gestegen over dezelfde periode, van 74.793 naar 115.367. Dat die producten riskanter zijn dan tevoren, blijkt ook uit de jongste cijfers van de Bank voor Internationale Betalingen.

Steeds grotere hefbomen

Het totaal aan afgeleide producten steeg gestaag en vertegenwoordigde eind vorig jaar 710.182 miljard USD, of een stijging met 12 % in een jaar tijd. Maar erger is dat hun marktwaarde intussen fors is gedaald, met 25 %, van 24.733 tot 18.658 miljard USD. Dat betekent dat de hefboom van die producten fors gestegen is, van 28 naar 38. De onderliggende reden van die ontwikkeling is gelegen in de dalende rentetarieven. Als de centrale banken de wisseloorlog met nog lagere rentetarieven zouden blijven voeren, zal het risico van die producten blijven toenemen. Tot de toestand onhoudbaar wordt en een nieuwe financiële ramp inleidt.

Het is dus raadzaam voorzichtig om te gaan met de puike prestaties die sommige obligatiereeksen voorleggen. Wie rendement zoekt, koopt het beste kwalitatief robuuste debiteurs die voorlopig onder pari noteren. Want hoe lager de koers onder zijn terugbetalingsprijs staat, hoe kleiner de kans dat hij verder doorzakt, op voorwaarde dat de debiteur standhoudt natuurlijk.

ZAR en TRY in glansrol

De monetaire gebeurtenissen van de voorbije week stemden de kapitaalmarkt positief. Met uitzondering van de stukken in GBP en in Noorse kroon (NOK) was de trend overal stijgend. We telden drie- tot twintigmaal meer stijgende waarden dan omgekeerd. De best presterende segmenten luidden in Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) en Turkse lira (TRY). Twee munten die, terloops, ook flink terrein wonnen, respectievelijk 1,9 % en 1,7 %. Opvallend was het formidabele herstel van de Russische emittenten. Ze wonnen tot 7 % in USD.

De activiteit op de primaire markt was niet te stoppen. Zo goed als alle nieuwe uitgiften vonden gemakkelijk kopers door de dalende renteschalen. De nieuwe schijf van de EIB (AAA, supranationaal) in EUR is daarvan een voorbeeld. Bij de aankondiging van de schijf bleek de gevraagde prijs in overeenstemming met de marktprijs. Op het einde van de week is die blijven stijgen, wat maakt dat de nieuwe schijf goedkoper wordt aangeboden dan de bestaande, die tegen 103,17 % (1,65 %) genoteerd staat. Er zijn 107 dagen verlopen interesten te vergoeden.

Niet-bancaire stukken

De nieuwe schijf in Australische dollar (AUD) van de Landwirtschaftliche Rentenbank (AAA, met Duitse staatsgarantie) is eveneens keurig geprijsd. Het stuk noteert in Australië en zal misschien minder gemakkelijk aan te kopen zijn. Daarom een alternatief met EIB (alt. 2), dat in Luxemburg noteert. Let wel: dit stuk moet voor zijn vervaldatum worden verkocht, om de roerende voorheffing op de terugbetalingsmeerwaarde (25 % op 42,5 %, of 10,63 %) te vermijden. KBC Ifima (A3) in dezelfde munt is technisch koopwaardig. We verkiezen echter niet-bancaire stukken, zoals Nestlé (AA, alt. 1), dat kwalitatief hoogstaander is, vlotter verhandelbaar zal zijn en nog meer opbrengt als de kosten en het prijsverschil lager uitkomen dan 1,05 %.

KBC Ifima brengt twee gestructureerde leningen uit, de eerste in EUR, de andere in USD. Ze lopen allebei zes jaar. De eerste drie jaar ontvangt de houder een vaste coupon van 2 % (EUR) en 3,25 % (USD), nadien het verschil tussen de tien- en de tweejarige swaprente van de betrokken munten, maal twee in EUR en maal drie in USD, zonder dat de coupon lager dan 0 % (EUR) en 1 % (USD) kan zijn, noch hoger dan 4 % (EUR) en 4,5 % (USD). Het actuarieel rendement ligt dus tussen 0,75 en 2,69 % voor de schijf in EUR en tussen 1,89 en 3,56 % voor die in USD. Aan de lage kant voor dergelijke speculatieve stukken. Daimler (A-) in GBP richt zich uitsluitend tot hen die de munt effectief benutten. VW (A-) in NOK is koopwaardig.

ECB-VOORZITTER MARIO DRAGHI WIL DE EURO NAAR BENEDEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content