Draag eens ezelsoren
Doe de poging. Gooi deze maand tijdens een souper met liefst ook een minister of een partijbons aan tafel in het midden dat het onderwijs in Vlaanderen te veel geld opslorpt, dat er geen verband is tussen onderwijsinvesteringen en economische groei en dat de vraag mag luiden of onderwijs er toe doet. De vraagsteller zal meteen getaxeerd worden op zijn verstandelijke vermogens of het verbod krijgen om van de cognac te nippen.
Doe nóg een poging. Gooi in een gelijkaardig gezelschap met liefst een VLD‘er of SPA‘er – waarom geen logelid? – in het midden dat de concurrentie tussen de Vlaamse schoolnetten onze onderwijskwaliteit optilt naar de wereldtop en dat dus de openlijke of achterbakse pogingen om netten tot eenheidsmayonaise te draaien antiliberaal en antidoelmatig zijn. De vraagsteller zal geconfronteerd worden met paarsgroenige bedenkingen in de zin van, ‘ ahum, de identiteit van de netten doet er vandaag nog weinig toe en we zijn toch allemaal tegen onderscheid, zeker als dat gebaseerd is op een religieuze overtuiging’.
Doet het onderwijs er toe? Een van de knapste boeken over economisch beleid van de jongste maanden is van een niet-econoom. Alison Wolf, professor opvoedkunde van de University of London, kietelt in ‘ Does Education Matter?‘ het geliefkoosde idee van premiers, presidenten en mensenvrienden dat onderwijs, onderwijs, onderwijs leidt naar een aards paradijs. Het idee klopt voor de individuele burger, zonder diploma van enig aanzien ben je voorbestemd voor de onderklasse.
Wat is echter de opbrengst van de stroom publiek onderwijsgeld voor de samenleving in haar geheel? Wolf presenteert veel cijfers van stevige onderzoeksinstituten om te staven dat die opbrengst lager is dan gedacht en toont aan dat meer onderwijs niet noodzakelijk meer economische groei betekent. Het lager en het middelbaar onderwijs worden hierbij wat ontzien: lezen, rekenen en schrijven zijn de olie van de maatschappelijke mechaniek. De stelling verscherpt bij de vaststelling dat de fixatie op het aantal studenten, en de dito financieringsvormen, de kwaliteit van het onderwijs doen kelderen. Meer is dus minder. De betere leraren verdwijnen uit de middelbare scholen en onderwijzen in de hogescholen; de beste universiteiten worden leeggezogen ten voordele van de zwakkere massa-instellingen; de bekommernis om economische groei door stijgende onderwijsinvesteringen verwringt de kijk op het doel van scholing. Dat is niet aan de lopende band ingenieurs of internauten fabriceren.
Doet concurrentie tussen de netten er toe? Kijk naar het gesprek met Chris Woodhead (blz. 78). Deze oud-hoofdinspecteur onderwijs onderhandelt met privé-financiers over een net van onafhankelijke scholen in het Verenigd Koninkrijk. Het staatsonderwijs – marktaandeel: 90% wegens keuzegebrek – is daar een troep ellende. De helft van de Britse ouders zou kiezen voor een onafhankelijke school als het inschrijvingsgeld redelijk is. Het Britse middelbaar onderwijs is een karikatuur. Er struinen Vlaamse politici rond die zich spiegelen aan die karikatuur. Zij hebben minder oog voor de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs door het behoud van de concurrentie tussen scholen, leerboeken, extraatjes voor de scholieren dan voor het vergiftigen van een (zogenaamde) voedingsbron van politieke concurrenten.
Frans Crols [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier