Double dip in werkgelegenheid

Luc Sels decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de KU Leuven

Het is herfst, en niet alleen in de natuur. De ene jobstijding volgt de andere op. De International Labour Organisation (ILO) ziet het al volop winteren en verwacht ” a major double-dip in employment“. De oorzaak is bekend. Te veel economieën hebben de recessie van 2009 onvoldoende verteerd. En nu dreigt een nieuwe mokerslag. Zorgwekkend is dat dat gepaard gaat met toenemende sociale onrust in liefst 45 van de 118 door de ILO bestudeerde landen. U denkt meteen aan de Arabische landen. Maar Zuid-Europa ontspringt de dans evenmin. Spaanse jongeren die aankijken tegen een jeugdwerkloosheid van 48 procent hou je niet in toom.

Op het eerste gezicht ontsnapt Vlaanderen wél. De werkloosheidsdaling houdt al dertien maanden stand. De vacaturegraad piekt ver boven het niveau van 2008. Met nog amper 3,5 niet-werkende werkzoekenden per openstaande VDAB-vacature kennen we de krapste arbeidsmarkt sinds ‘het begin van de waarnemingen’. Het aandeel knelpuntvacatures is opgelopen tot 22,4 procent.

Maar de donkere wolken doemen ook aan de Vlaamsche einder op. In het derde kwartaal van 2011 viel de economische groei zogoed als stil. De groeiverwachtingen worden stelselmatig neerwaarts bijgesteld. Het vertrouwen van bedrijfsleiders is in oktober voor de zevende maand op rij afgenomen. Dat laat ook de Vlaamse arbeidsmarkt niet ongemoeid. De sterk toenemende vervangingsvraag – een gevolg van de demografische wissel – zal het effect van een dalende jobcreatie temperen en ons mogelijk voor een zware double dip behoeden. Maar de eerste alarmlampjes branden wel. Zo begon de uitzendactiviteit – de leader onder de arbeidsmarktindicatoren – in mei 2011 opnieuw te dalen.

Ook onze arbeidsmarkt is niet voldoende uitgeziekt om een plotse koortsopstoot vlot te doorstaan. De Vlaamse werkloosheid ligt nog altijd 17 procent boven het precrisisniveau van 2008. Voor de langdurige werkloosheid is dat zelfs 22 procent. We hebben in de voorbije periode wel jobs gecreëerd, maar lang niet altijd de jobs die de draagkracht van de economie versterken. Voor elke 100 banen die er begin 2008 in de welzijnscreërende quartaire sectoren waren, hebben we er nu liefst 108. Die groei is vooral in de arbeidsintensieve social profit gerealiseerd. Daar is niets fouts mee, ware het niet dat we tegelijk van alle 100 jobs die we begin 2008 in de welvaartscreërende industrie hadden, er nu nog slechts 94 over hebben.

Erger is dat we geen gebruik hebben gemaakt van de economisch stabiele periode om ons tijdig te wapenen tegen een volgende terugslag. Alle energie is opgegaan aan politieke impasse, budgettaire beslommeringen en financiële markten. De structurele hervorming van de arbeidsmarkt is uitgebleven.

Ik schets bij wijze van voorbeeld drie dossiers waar we werk hadden van kunnen en moeten maken. Ten eerste hadden we kunnen denken aan een nieuw jeugdwerk(garantie)plan, gezien de jongeren ook bij een volgende dip als eersten het gelag zullen betalen. Ten tweede is te traag en te onzeker gesleuteld aan een betere matching op de arbeidsmarkt. Het aanzienlijke volume aan beschikbare jobs staat in scherp contrast met een grote arbeidsreserve. Zo’n mismatch kunnen we ons niet permitteren in crisistijd. De vele knelpuntvacatures beperken de capaciteit van ondernemingen en remmen de economische motor.

Ten slotte is er het dossier van de economische werkloosheid en andere vormen van arbeidstijdreductie die ons voor erger behoed hebben tijdens de vorige recessie. Alleen al in Vlaanderen hebben we dankzij die ‘potpolder’-systemen in 2009 een verlies van zo’n 42.000 banen vermeden. De vraag is of we met de huidige begrotingstekorten in een tweede dip dezelfde inspanning kunnen opbrengen. Gezien de vooruitzichten is het cruciaal deze systemen tijdig te renoveren.

De uitwerking van een haalbaar urgentieplan is op zich urgent. Het economisch window of opportunity lijkt zich stilaan te sluiten.

De auteur is decaan van de faculteit Economie en Bedrijfsweten- schappen aan de KU Leuven .

LUC SELS

De arbeidsmarkt is niet voldoende uitgeziekt om een plotse koortsopstoot vlot te doorstaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content