Dotcom of landbouw

Op de vergadering van de Europese leiders in Lissabon vorige maand, was het al dotcom wat de klok sloeg. Er werden overeenkomsten bereikt en agenda’s opgesteld voor de deregulering van de telecommunicatiesector, voor de aansluiting van scholen op internet en voor wat nodig is om het leven van de kleine ondernemer makkelijker te maken.

Of Europa kan aanpikken bij de nieuwe economie, hangt in grote mate af van de manier waarop het de lasten van de oude economie zal aanpakken. En de manier waarop het het oudste deel van die oude economie – de landbouw – onder handen neemt, vormt nog de grootste test van allemaal.

Omzetbelasting.

Het probleem waar de Europese Unie mee zit, is duidelijk: binnen vijf jaar zal bijna iedereen in Europa in staat zijn video’s, muziek, software en andere e-goederen te downloaden van allerlei websites. Onvermijdelijk zal er op grote schaal omzetbelasting ontweken worden en miljarden aan verkoopcijfers zullen verschuiven naar offshore websites.

Tot nu toe bestond het antwoord van Europa erin de onderhandeling te overwegen van een akkoord met de Verenigde Staten, waarbij Amerikaanse on line e-handelaars zich bij de Europese Unie zouden registreren en een omzetbelasting zouden betalen op de transacties die worden uitgevoerd met EU-klanten. De toepassing zou een nachtmerrie zijn voor vele Amerikaanse ambtenaren en de eigenaars van websites. Maar vooral: veel websites zouden gewoon hun ‘domicilie’ verplaatsen naar een adres buiten Amerika.

Toegegeven, grote namen zoals Microsoft kunnen daaraan niet beginnen, maar de kleinere medespelers kunnen en zullen dat wel doen, zoals blijkt uit de opkomst van gedistribueerde netwerken om producten te delen via internet. Ook die webstekken zullen de collecte van omzetbelasting waarschijnlijk onmogelijk maken. In Amerika hebben de wetgevers oog voor de moeilijkheden die verbonden zijn met de regulering en de taxatie van internet. Ze hebben zich akkoord verklaard het moratorium op de internet-omzetbelasting aan te houden.

Landbouw.

Eens men aanvaardt dat het zinloos is e-commerce te belasten, zal er beslist druk komen van de traditionele kleinhandelaars om de verkooptaks te verlagen. Ze zullen redelijkerwijze aanvoeren dat ze geconfronteerd worden met oneerlijke concurrentie en de EU-landen zullen meer dan waarschijnlijk een aantal concessies doen. Europa zal vervolgens zijn budget onder de loep nemen, dat momenteel grotendeels gefinancierd wordt door inkomsten uit de omzetbelasting. Het voor de hand liggende doelwit: de landbouw.

De Gemeenschappelijke Landbouwpolitiek (GLP) vertegenwoordigt ruim de helft van het EU-budget, maar de landbouw brengt slechts 2% van het bruto binnenlands product (BBP) van de Europese Unie aan. Bovendien gaat ongeveer 80% van de landbouwsubsidies naar amper 20% van de landbouwers.

Dat is niet alles. Net zoals het budget voor de GLP intern de duimschroeven wordt aangelegd door de nieuwe belastingomzeilende technologieën, zal het onder nog grotere druk komen te staan door de uitbreiding naar landen met een grote landbouwsector. Landbouwcommissaris Franz Fischler heeft zelfs al voorgesteld om de subsidies aan de toetredende landen te beperken of alleen nog toe te kennen in de vorm van regionale ontwikkelingssteun, in plaats van effectieve geldsommen.

Het ziet er niet naar uit dat Fischler zijn zin zal krijgen. Ten eerste zijn de kandidaatlanden niet te spreken over het voorstel en dat is ook niet verwonderlijk, gezien de hoge kostprijs. Bovendien is het onmogelijk, zoals Fischler zelf toegegeven heeft, de aanbodcontrolemechanismen van de GLP toe te passen als de landbouwers geen compensatie krijgen in de vorm van directe subsidies. Dus wanneer de Europese Unie uitbreidt, waartoe ze zich meermaals verbonden heeft, zal ze ofwel de GLP naar overal moeten uitbreiden ofwel helemaal afschaffen.

Dat wordt geen makkelijke keuze. De landbouwers die van de GLP genieten, vormen een minderheid, maar zijn erg luidruchtig en hebben machtige bondgenoten in heel het politieke spectrum. Of de politieke klasse in Europa de moed zal hebben tegen hen in te gaan, is twijfelachtig.

Druk.

In ieder geval zullen er nog pressies opduiken die Europa in de richting zullen stuwen van een beperking van de landbouwsubsidies. Zo maakt Nieuw-Zeeland, een belangrijke landbouwuitvoerder, de jongste tijd snel werk van het afschaffen van de subsidies. En ook in de Verenigde Staten zullen de meeste significante subsidies binnen vier jaar zijn weggewerkt. Canada, Australië en Brazilië hebben soortgelijke programma’s lopen. De landbouwers in die landen merken dat ze nu of binnenkort worden geconfronteerd met een opener markt en oefenen druk uit op hun regeringen om binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) tot akkoorden te komen om de markten vrijer te maken. Er bestaat ook een groeiende druk vanuit de ontwikkelingslanden om toegang te krijgen tot de EU-markt en die druk wordt almaar nadrukkelijker. Murosali Manan, het hoofd van de Indiase delegatie bij de WTO en de vertegenwoordiger van de Derde Wereld, riep al op tot een afschaffing van de restricties op de import van landbouwproducten in de EU.

Nu de druk alom stijgt, kan de EU zich niet veroorloven haar rijke boeren te blijven vertroetelen ten koste van haar arme ondernemers. Als ze wil dat de nieuwe economie openbloeit, moet ze de Gemeenschappelijke Landbouwpolitiek dumpen.

Julian Morris

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content