Dorien Emmers (KU Leuven): ‘We moeten ophouden met hopen op een instorting van de Chinese economie’

Dorien Emmers in de studio van Trends Z.
Dorien Emmers in de studio van Trends Z (archiefbeeld)
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Paniek over de vooruitgang van de Chinese economie is onnodig, zegt China-expert Dorien Emmers in Trends Talk dit weekend. Europa moet vooral aan zijn eigen concurrentiekracht werken. “China wil ons niet veranderen. Misschien moeten wij ook niet proberen om China te veranderen.”

Europa ziet China vaak als een bedreiging, en helemaal zonder reden is dat niet. In heel wat economische sectoren dreigt China ons in te halen. In de markt van elektrische auto’s bijvoorbeeld is het feitelijk al zover. Volgens critici is dat het resultaat van massale overheidssubsidies aan de Chinese auto-industrie. Supporters daarentegen wijzen naar de uitgekiende langetermijnstrategie van China inzake elektrische auto’s.

“Beide hebben gelijk”, zegt Dorien Emmers, docent Chinese studies en Chinese economie aan de KU Leuven. “In het begin van de jaren 2000 zag China dat het Westen niet meer ingehaald kon worden op vlak van brandstofmotoren. Daarom focuste de Chinese overheid op hybride en elektrische auto’s, en heeft ze die sectoren subsidies gegeven”, zegt Emmers in Trends Talk. “Die Chinese plannen waren toen publiek beschikbaar. Maar wij hebben die plannen niet gelezen en lieten ons overvallen door het Chinese succes. We moeten beter voorbereid zijn, zodat we niet achter de zaken aan moeten hollen in de toekomst.”

Europa moet vooral aan zichzelf werken, vindt Emmers. “We moeten ophouden met hopen op een instorting van de Chinese economie, en met denken dat daarmee onze problemen opgelost zullen zijn. We mogen niet panikeren over de Chinese vooruitgang, iets wat we soms wel doen. Het is deels onze schuld, omdat we niet voorbereid zijn. We moeten vooral aan onze eigen concurrentiekracht werken.”

Valse hoop

Vanaf de jaren zeventig begon China zijn economie te liberaliseren. In 2001 trad het land toe tot de Wereldhandelsorganisatie, waardoor het zich inschakelde in het wereldwijde vrijhandelssysteem. Het Westen hoopte dat de economische liberalisering in China zou uitmonden in politieke liberalisering, maar dat is valse hoop gebleken. Ook daar moeten we lessen uit trekken, meent Emmers. “Verandering in China zal van binnenuit moeten komen, als het er al van komt. China wil ons niet veranderen. Misschien moeten wij ook niet proberen om China te veranderen. We moeten China aanvaarden in zijn anders-zijn. Als China dan ook ons anders-zijn aanvaard, kan daar misschien een functionerende relatie uit groeien waarin we aan gemeenschappelijke belangen kunnen werken, zoals de klimaatverandering en economische stabiliteit, zelfs in tijden van handelsoorlogen.”

Dat wil allemaal niet zeggen dat China een heilig boontje is. Een voorbeeld is de beruchte schuldendiplomatie. Daarbij leent China grote sommen geld uit aan arme landen, die deze leningen soms niet kunnen terugbetalen, en vervolgens noodgedwongen strategische activa, zoals havens, moeten overdragen aan de Chinezen. Dat was bijvoorbeeld het geval voor Sri Lanka.

Emmers heeft echter een genuanceerde kijk op de Chinese relatie met de ontwikkelingslanden. Voor veel Afrikaanse landen bijvoorbeeld volstaat de westerse hulp niet om tot economische ontwikkeling te komen, en is Chinese hulp welkom. “Als je met mensen uit die landen spreekt, duiden ze op de negatieve aspecten daarvan, maar ook op de positieve. ‘Zonder China zou hier geen weg liggen, hadden we geen elektriciteitscentrale, of geen 5G-netwerk’, zeggen ze dan.”

China pakt het slim aan, volgens Emmers. “China zegt nooit dat het aan ontwikkelingshulp doet. Het spreekt over een win-winsamenwerking. Dan gaat het weliswaar niet over een gelijke win-win. China zal altijd wel proberen om de grootste win voor zichzelf te houden. Het zijn heel goede onderhandelaars. Maar het partnerland boekt altijd wel vooruitgang. Het is dus geen zwart-witverhaal.”

Piraeus

In Europa heeft China belangrijke strategische activa. Het Chinese staatsbedrijf Cosco heeft bijvoorbeeld een containerterminal in Zeebrugge. Cosco heeft ook de volledige controle over de Griekse haven van Piraeus. Er valt China niks te verwijten: de Griekse overheid heeft de haven geprivatiseerd en Cosco heeft een bedrag geboden. De Europeanen mochten meebieden.

Ook hier komt het Europese gebrek aan langetermijndenken bloot te liggen, volgens Emmers. “Europa had kunnen zeggen: ‘Griekenland heeft de middelen niet om die haven in handen te houden. Strategisch vinden wij het echter belangrijk dat die haven in Europese handen blijft.’ Europa had die haven kunnen kopen, maar heeft dat niet gedaan. China was de hoogste bieder en nu is de haven in Chinese handen.”

De volledige Trends Talk met Dorien Emmers is te bekijken vanaf vrijdagavond 20 uur hier op ons nieuwe videoplatform trendsz.be of op Trends Z.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content