Doorbijten na een valse start

Vlamingen ondernemen al ettelijke jaren in Tsjechië. Velen hielden vol na een valse start. Anderen trokken ontgoocheld weg. Een reportage. Met beklijvende voorbeelden, vele waarschuwingen en gouden advies.Tsjechië.

Tsjechië.

Op de Top van Kopenhagen, vanaf vandaag tot en met zaterdag, keurt de Europese Unie zo goed als zeker de toetreding goed van tien nieuwe lidstaten in 2004. “Een hoogdag voor realisten als mezelf, die soms moesten opboksen tegen conservatieve krachten. Ook binnen KBC meenden sommigen dat de uitbreiding naar Centraal-Europa pas op lange termijn zou gebeuren,” vertrouwt Paul Van Overloop ons toe. In Praag bemant hij nu een Gimv-afdeling. Tot twee jaar geleden zorgde hij er voor de uitbouw van KBC via CSOB, de derde bank in Tsjechië. “Ondernemers die de stap durfden zetten én volhielden, plukken nu de vruchten van dat risico.”

Van de nieuwe leden was Tsjechië met 2400 dollar buitenlandse investeringen per capita het meest populaire land bij buitenlandse ondernemingen. In de periode 1993-2001 pompten Belgische ondernemingen 4,1% van de 27 miljard dollar investeringen in het land. Ze waren daarmee de zesde investeerder in de republiek (ter vergelijking: België staat niet in de toptien in Polen). Naast KBC bouwden ook ondernemingen als Ontex, Vyncke, Duvel, Delvita, Bosal en Interbrew het land uit tot een bruggenhoofd voor Centraal-Europa.

Magische klik?

Waarom is Tsjechië zo populair bij Vlaamse ondernemers? “Er ontstaat soms een magische klik tussen een Tsjech en een Vlaming, die beiden vanuit hun geschiedenis beseffen wat het is om een onderneming uit te bouwen in een vreemde cultuur,” weet Dirk Van Brussel, directeur van Simac Central Europe, een bedrijf dat in Praag informatica-infrastructuur bouwt en onderhoudt voor grotere ondernemingen, zoals Skoda.

Van Brussel startte in 1994 via het Vlaamse Netbuilding het bedrijf Netlink op (nu Simac Technik CR). Hoewel ze privé slechts 10% van de aandelen in handen heeft, opereert de Tsjechische afdeling autonoom van Simac, de Nederlandse beursgenoteerde groep die in 1997 Netbuilding overnam. Ook Netlink-dochter Netwatch (producent van IT-kabels), waarin Simac voor 80% participeert, werkt onafhankelijk. De autonomie heeft een goede reden: mooie winsten. Van Brussel, die heen en weer pendelt tussen Praag en de hoofdzetel in Kortenberg: “De toegevoegde waarde van Simac Technik bedraagt 53% van de omzet. Netwatch haalt 37%.” Niet dat het er altijd zo rooskleurig uitzag. In de beginjaren boekte Netlink zelfs een negatieve cashflow.

Valse start

“We begonnen helemaal verkeerd,” geeft Van Brussel toe op de hoofdzetel in de chique Trojka-wijk. “Netlink werd gerund als een staatsbedrijf. Eigen initiatief bestond niet. Pas na een bevel van de Belgische manager schoten de medewerkers in gang. Even overwogen we om ons terug te trekken. Gelukkig beten we door de zure appel heen. Een grondige herstructurering trok de boel recht.”

Ook luierfabrikant Ontex kende problemen bij de start. De Buggenhoutse onderneming en lokale partners investeerden in 1994 nabij Chrastava (100 km ten noorden van Praag) in een fabriek. “Een doodlopende straat,” aldus gewezen gedelegeerd bestuurder Jan Van Geet van Ontex Tsjechië. “Door gebrek aan lokale knowhow, marketing, kwaliteitscontrole en financiële dekking mislukte het project en besloten we het zelf te doen.”

Ontex Turnov (90 km van Praag) boekt 30 miljoen euro omzet met een stijgingsprognose van 20% voor 2003. Gedelegeerd bestuurder Wilfried Hirt: “De cultuurschok is enorm. Met een personeelsbestand van 300 medewerkers kennen we jaarlijks een verloop van 290 arbeiders. Heel wat nieuwelingen tekenen een contract, merken dat ze hard moeten werken en zich niet kunnen verstoppen, en geven er na drie dagen de brui aan.”

Onlangs nog maakte Hirt een rondgang bij nabijgelegen bedrijven. Hij zag er arbeiders en bedienden rondlummelen, terwijl de managers achter hun bureau de zaak trachtten te beheren. “Met een personeelsreductie van 30% kunnen ze de rest hogere lonen aanbieden en een stimulerend personeelsbeleid voeren,” argumenteert Hirt. “Maar vele oudere Tsjechische managers kennen dat begrip niet eens. Ook financiële knowhow ontbreekt.”

Ontex voert een dagelijkse strijd om goede medewerkers te vinden. De nabijgelegen Skoda-fabriek in Mlade Bodeslav biedt een dubbel zo hoog loon (1200 euro per maand). Hirt: “De sterke Skoda-vakbonden spelen nu een gevaarlijk spel door 17% meer te eisen. Daardoor worden buitenlandse investeerders achterdochtig. Bovendien leidt de recente stijging van de kroon tot 20% meerkosten. Tsjechië verliest stilaan het voordeel van de lage lonen.”

Lage lonen maken het verschil

Die hogere lonen worden een probleem voor het Harelbeekse Vyncke, sinds 1992 actief in Tsjechië. Het ontwerp van de industriële energiecentrales op maat van fabrieken gebeurt voor het grootste deel in Vlaanderen, maar de productie centraliseert zich in Frydek-Mistek (rond Ostrava). “Elke nieuwe job in de productie komt hier terecht, omdat de loonkosten in Vlaanderen te hoog liggen,” bevestigt Ignaas Mahieu van Vyncke Tsjechië. “Harelbeke behoudt de huidige tewerkstelling, maar de groei vindt elders plaats.”

Vyncke, dat volgend jaar 25 miljoen euro omzet budgetteert, produceert voor fabrieken wereldwijd. De arbeidskosten beïnvloeden de winstmarges gevoelig, zodat de groep voortdurend uitkijkt naar nieuwe productiecentra. Vandaag prospecteert het Roemenië en Rusland. Mahieu: “Momenteel betalen we hier 20% van de Vlaamse lonen, wat de totale kostprijs met een derde vermindert. De verdere ontplooiing oostwaarts staat in de sterren geschreven. We huren het Tsjechische vastgoed, zodat we de site in twee jaar kunnen opdoeken en verhuizen. In Roemenië zijn de lonen nog een derde lager. Klinkt dat koel en beredeneerd? Als we die berekening niet maken, zal de concurrentie dat wel doen en worden we uit de markt geprijsd.”

Ontex-topman Hirt meent dat zijn bedrijf nog wel een tijd in Turnov blijft. Hij wijst naar de recente investering van 15 miljoen euro in een productielijn van natte babydoekjes. “Tsjechië wordt dé pijler voor het nieuwe product. Maar ik weet niet of we die filosofie nog kunnen waarmaken als Candover Ontex verkoopt aan een industriële partner.” De nieuwe investering geeft Ontex Turnov een tax holiday van vijf jaar, omdat de kaap van 10 miljoen dollar werd gerond. Ontex voerde hierover onderhandelingen met de overheidsdienst Czechinvest.

Ondertunneling

“Zo’n procedure verloopt smetteloos,” weet Bart Waterloos, accountant van de Tsjechische dochter van VGD, dat ter plaatse al acht jaar diensten levert aan Vlaamse ondernemingen en inmiddels multinationals als AIG als klant heeft. In de twee kantoren in Praag en Liberec telt VGD 55 medewerkers.

Waterloos: “Vlamingen denken dat ze hier bedrijven kunnen leiden onder het motto management by distance. Maar zo werkt dat niet. Een gezonde graad van positief wantrouwen vermijdt dat de lokale manager activa versluist naar zijn eigen patrimonium. Op ethisch vlak loopt het soms behoorlijk mis. De pakkans is klein en de opbrengsten zijn hoog, rekening houdend met de lage koopkracht.”

Het systeem van de ondertunneling (het wegpompen van middelen uit het bedrijf) is al langer berucht. Paul Vandenbempt ( Belimpex) is al sinds de jaren tachtig actief als trader, consultant en vertegenwoordiger van westerse bedrijven. Hij getuigt: “Veel Vlamingen werden bedrogen. Voor velen waren de fraude en de trage administratie de reden om hier nooit nog een stap te zetten.” Een Vlaamse manager citeert, liever anoniem, een voorbeeld. Een hoogtechnologisch bedrijf had een briljante ingenieur in dienst, die de gepatenteerde producten kopieerde en klanten bewerkte met een goedkopere variant. De grondstoffen werden gewoon uit het magazijn gestolen.

Wilde Oosten

Ook Delhaize werkte jarenlang met een topman die via nevenvennootschappen geheime commissies verdiende met dure contracten voor de Tsjechische dochter Delvita, weet een bron. Delvita-topman Dirk Van den Berghe: “In de eerste jaren na de Fluwelen Revolutie was Tsjechië zoals het Wilde Westen, waar via allerhande netwerken en bijzondere commissies gewerkt werd. In zo’n situatie zijn managers met een pioniersprofiel effectiever. Ze vinden hun weg in een weinig transparante omgeving. Ook verdween er soms geld in de zakken van winkeldirecteurs. De schade bleef beperkt. Een concurrent werd zelfs door een maffiabende geïnfiltreerd, wat ons nooit overkwam.”

Delvita groeide sinds 1991 uit tot 93 vestigingen en twee distributiecentra. Sectoranalisten schatten de omzet op 380 miljoen euro. De concurrentie is hard, want alle grote ketens ( Tesco, Carrefour, Edeka, Rewe) zijn aanwezig. Van den Berghe: “Net omdat we hier als één van de eerste aanwezig waren, vertrokken we sterk en handhaafden we onze positie. In Polen en Hongarije deden we dat niet. We denken er niet aan om er vandaag nog de strijd aan te gaan met de gevestigde mastodonten. Vandaag zijn we wel actief in Roemenië, waar we ook pionier zijn met elf winkels van de Mega Image-keten.”

JBC-Mode belandde op het verkeerde moment in Tsjechië. Na drie jaar stopte de kledingketen uit Houthalen in 2001 met de vijf winkels in Tsjechië. “Ons concept was niet aangepast. Smaak en koopkracht zijn heel anders,” analyseert gedelegeerd bestuurder Bart Claes. Tsjechië kende in 1998 een recessie. Bovendien stuitte JBC op krachtige concurrenten: hypermarkten als Tesco, tweedehandswinkels, openbare markten én de Tsjechische vrouwen, die nog kleding maken voor het gezin.

“Natuurlijk ben ik ontgoocheld,” geeft Claes toe. “We hadden ons nochtans grondig voorbereid. De lokale markt werd gerund door een Belg die al zeven jaar in Tsjechië woonde. Eén winkel lag naast een topvestiging van Delvita. Ook over het personeel viel geenszins te klagen. Conclusie: je mag niet te vroeg, noch te laat intreden in een nieuwe markt.”

Fraude is normaal

Ignaas Mahieu (Vyncke) klaagt wél over Tsjechisch personeel: “De Tsjech beschouwt fraude tegenover westerlingen een beetje zoals sommige Vlamingen ooit de belasting oplichtten. Moreel is het in orde.” Ook bij Vyncke werden massaal bedrijfsgoederen versluisd naar de privé-onderneming van een hoog kaderlid. “Vooral irritant was dat iedereen van hoog tot laag op de hoogte was en niemand het Vlaamse management inlichtte. Wie een grote investering doet in Tsjechië, heeft best expats ter plaatse om het management continu te controleren.”

Wilfried Hirt (Ontex), zelf een Tsjech, nuanceert: “Je kan onmogelijk permanent een buitenlander zetten naast het personeel. Met zo’n zenuwachtige mentaliteit run je geen bedrijf. Wel met de nodige moderne controle- en auditmechanismen. VDG, bijvoorbeeld, stelt in Turnov tweemaal per jaar pertinente vragen over de cijfers. Er zijn ook heel wat jonge mensen op de arbeidsmarkt, die de vergelijking met westerlingen op het vlak van modern management aankunnen. Bekijk hun referenties. Fraude door managers is overigens niet typisch Tsjechisch. Doet de naam Enron een belletje rinkelen?”

Hans Brockmans, Wolfgang Riepl [{ssquf}]

hans.brockmans@trends.be

“We huren het vastgoed in Tsjechië, wat ons toelaat om de site in twee jaar op te doeken en te verhuizen. In Roemenië zijn de lonen nog een derde lager.” (Ignaas Mahieu, Vyncke)

“Je mag niet te vroeg, noch te laat intreden in een nieuwe markt.” (Bart Claes, JBC-Mode)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content