Doe mee

Vlaamse ondernemers ontdekten in Afrika een dynamisch ondernemerschap en keerden terug in de overtuiging dat een minimale ondersteuning van het Vlaams bedrijfsleven grote hefboomeffecten kan teweegbrengen. Waarom dus, zouden onze kmo’s met startende ondernemers in ontwikkelingslanden geen peterschap aangaan ? Trends gelooft dat ondernemen de motor is van welvaartscreatie en participeert daarom in “Company Partnership Plan”. CPP is een initiatief van VKW, Act en Trends.

Sinds de toenemende terughoudendheid van de westerse donoren en investeerders hebben de Afrikanen, meer dan tevoren, het eigen lot in handen leren nemen. Doorheen tal van kleinschalige, lokale initiatieven, borrelt een nieuw, zelfstandig en zelfgedragen Afrika op. Ondernemerschap (vaak nog in de fase van de informele economie) is de basis van een prille, maar diepgaande heropleving.

“Als ik op zakenreis ben in Afrika, verblijf ik in de betere hotels en bezoek ik bedrijven waarmee wij commerciël samenwerken. Dat zijn westerse eilanden in een ogenschijnlijk moeras van ellende. Maar deze keer heb ik de tijd genomen om in de modder van achterbuurten een ander Afrika te ontdekken. Het échte Afrika. Een chaotisch mierennest, dat nochtans beter georganiseerd is dan we denken. Op hùn manier en met de fierheid van zwarte ondernemers,” vertelt Dirk Vyncke, gedelegeerd bestuurder van de gelijknamige KMO in Harelbeke.

Michel Espeel, gedelegeerd bestuurder van een familiaal metaalverwerkend bedrijf in Roeselare : “Ik was verrast door de creativiteit van ondernemers die in moeilijke omstandigheden bedrijfjes oprichten en draaiende houden. Ik ben er tot de conclusie gekomen dat we met kleine ingrepen, zonder te hervallen in paternalisme of bemoeizucht, een steuntje in de rug kunnen betekenen voor ondernemende mannen en vrouwen die zélf initiatieven hebben ontwikkeld. Ze botsen daarbij echter voortdurend op gebrekkige vormen van financiering, managementkennis en gebruik van technische knowhow.”

Dirk Vyncke en Michel Espeel trokken op eigen kosten een week rond in respectievelijk Guinée-Conackry (West-Afrika) en Tanzania (Oost-Afrika). Bij VKW, het Verbond van Kristelijke Werkgevers, rijpte de idee om bedrijven ginder te koppelen aan Vlaamse ondernemingen in de vorm van een peterschap. Er werd contact opgenomen met de niet-gouvernementele organisatie (ngo) Act. “Act kent het terrein en is van de traditionele projectbenadering door ngo’s geëvolueerd naar aanmoediging en ondersteuning van kleinschalig ondernemerschap. Zij hebben financieringsmechanismen op punt gesteld die vertrekken van de noden van kleine bedrijven in ontwikkelingslanden. Het kwam er dus enkel op aan de link te leggen tussen wat Act doet op het terrein en een mogelijke toegevoegde waarde vanuit het Vlaams bedrijfsleven,” zeggen Vyncke en Espeel.

FINANCIERING.

In 1992 richtten Act en VDK-spaarbank de coöperatieve vennootschap Incofin-België op. Incofin-België houdt meerderheidsparticipaties aan in lokale ontwikkelingsmaatschappijen, zoals Incofin de El Salvador SA (85 %) , Incofin Guinée SA (82,5 %) , Incofin Tanzania Ltd (60 %) , Incofin de Guatemala SA (85 %) in Uganda en Brazilië zijn nieuwe Incofin-dochters in oprichting. De overige aandelen zijn telkens in handen van lokale ondernemers en bedrijven. Deze dochtermaatschappijen verschaffen kleine bedrijfjes (waarin ze zelf doorgaans ook participaties nemen) de nodige financiële middelen om hun bedrijfsplannen te realiseren en bieden opleidingsprogramma’s aan op het gebied van gezond financieel beheer, boekhoudkundige technieken en bedrijfsmanagement.

Vermits Incofin-België via de spaarbanken VDK en HSA rechtstreeks de Vlaamse spaarder ging aanspreken, moest er een garantiefonds komen. In ’94 verzamelden Act, de werkgeversvereniging VKW en de middenstandsorganisatie NCMV een startkapitaal (aangevuld met schenkingen) voor Facto. Als financieringsfonds voor Incofin treedt de vzw Facto op als een waarborginstelling en als makelaar in kredieten. “Vanuit de financiële structuren rond Act Incofin en Facto was de link naar geïnteresseerde Vlaamse kmo’s gemakkelijk te leggen, zonder dat we opnieuw het wiel moesten gaan uitvinden,” zegt Dirk Vyncke. De ontbrekende schakel wordt ingevuld door de vzw Company Partnership Plan (CPP). Met CPP helpen VKW en Trends een brug leggen naar het Vlaamse bedrijfsleven (zie kader : Company Partnership Plan).

Karel Ruelens, voorzitter van Facto, verwacht veel van een samenwerking met de Vlaamse kmo’s : “Het CPP-concept inspireert zich op de werking van het bekende Foster Parents Plan van Plan International. We willen financiële ondersteuning kaderen in een gepersonaliseerde relatie tussen donor en ontvangende. Dat kan in verschillende gradaties, van het gewoon op de hoogte blijven van de besteding van de giften tot en met een maximale betrokkenheid in zo’n bedrijfje.” CPP heeft drie instapformules : 1) directe participatie in één van de Incofin-bedrijven ; 2) een financiële inbreng in het waarborgfonds Facto ; 3) een gift.” (zie kader : Instapmogelijkheden)

GO & DO.

Michel Espeel en Dirk Vyncke bezochten bedrijfjes die voor een CPP-peterschapsrelatie in aanmerking komen. In Tanzania participeert Incofin in een metaalverwerkend bedrijfje dat oliepersen maakt voor productie van maïsolie en in een leerlooierij voor handtassen. “Het zijn zelfstandige ondernemers die op eigen initiatief begonnen en bij Incofin voor begeleiding aankloppen. Dat gebeurt door medewerkers van Act. Maar de baas is en blijft de Tanzaniaanse zaakvoerder,” zegt Karel Ruelens. Incofin-Tanzania participeert ook in een veevoederbedrijfje en een fabriekje voor kindervoeding. En onder impuls van Act-mensen werd een zaadveredelingproject opgestart waarvan de export naar Nederland harde deviezen genereert. Incofin schrijft ook nog een aan de Tanzaniaanse wetgeving aangepast boekhoudingprogramma.

In het West-Afrikaanse Guinée-Conackry, dat tot eind de jaren ’80 onder Russische invloed grootschalige, gemechaniseerde landbouwexploitaties bevoordeligde, met desastreuse gevolgen, oogsten zelfstandige boeren opnieuw landbouwoverschotten. “Een aaneenschakeling van spontane initiatieven, waarin Incofin participeert, heeft heel die plattelandsgemeenschap in een stroomversnelling gebracht. Ik ben er geconfronteerd met de vrije markteconomie in haar meest rudimentaire gedaante een uiterst boeiende, creatieve chaos,” lacht Dirk Vyncke. Somata SA ontwikkelde eenvoudige ploegen voor ossentractie ; Comptoir Agricole SA heeft 17 winkels opgezet in de vorm van een franchising voor landbouwinputs en Soguitrap SA bouwt bruggen waarlangs de vrouwen dan weer met hun landbouwproducten de marktplaatsen kunnen bereiken. Incofin Guinée financierde ook de aankoop van een centraal gelegen gebouw dat gerenoveerd wordt om als bedrijvencentrum te functioneren. Incofin heeft ook de overname door lokale mensen mogelijk gemaakt van een fabriekje voor gedroogde bananen.

“Ontwikkelingshelpers van Act en werknemers uit die bedrijfjes zouden in Vlaamse KMO’s of via Go & Do op het terrein een specifieke bijscholing kunnen genieten,” zegt Vyncke. “Go & Do” of (Grenzeloos en Doelmatig Ondernemen) is een initiatief van VKW om de managementcapaciteiten van kleine bedrijven in ontwikkelingslanden te laten versterken door Vlaamse managers die zich op vrijwillige basis ter beschikking stellen voor het geven van bedrijfs- en managementbegeleiding ter plaatse.

E.B.

SOMATA, EEN INCOFIN-BEDRIJF IN GUINÉE Ploegen maken voor ossenspan in de landbouw.

MICHEL ESPEEL EN DIRK VYNCKE (MEDE-INITIATIEFNEMERS VAN CPP) Ontluikend ondernemerschap in ontwikkelingslanden begeleiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content