Dit betekent het begrotingsakkoord voor kleine vennootschappen

Thomas De Jonckheere (Bloom Law) © Thomas De Jonckheere

Niet alleen de managementvennootschappen, maar alle kleine vennootschappen worden door het begrotingsakkoord in de portemonnee geraakt. Enkele gunstregimes worden een beetje minder gunstig.

Het begrotingsakkoord dat vanmorgen is afgeklopt, heeft ook een impact op de kleine vennootschappen. Die genieten van enkele fiscaal voordelige regimes voor winstuitkeringen. Die regimes blijven bestaan, maar het tarief op de winstuitkering gaat omhoog.

VVPR-bis en liquidatiereserve

Het betreft de VVPR-bis-regeling en de liquidatiereserve. Voor beide gold een belastingtarief van 15 procent. Dat percentage gaat omhoog naar 18 procent. Dat zou de staatskas 300 miljoen euro moeten opleveren tegen 2029.

Op een normale winstuitkering, een dividend, geldt een roerende voorheffing van 30 procent. Met de VVPR-bis-regeling kunnen kleine vennootschappen hun winst onder bepaalde voorwaarden tegen een lager tarief uitkeren, voordien 15 procent, vanaf nu dus 18 procent. Om van die lagere roerende voorheffing te genieten moeten vennootschappen drie jaar wachten om winst uit te keren.

Kleine vennootschappen kunnen ook een liquidatiereserve aanleggen, die ze later tegen een verlaagd tarief kunnen uitkeren. Op de aangelegde reserve betalen ze een eenmalige heffing vooraf van 10 procent. Als ze die na drie jaar of later uitkeren, betalen ze er nog eens 6,5 procent roerende voorheffing op.

Voordien bedroeg dat tarief 5 procent, waardoor de totale belastingdruk via de liquidatiereserve 13,6 procent beliep. Het regeerakkoord verhoogde dat tot 6,5 procent, waardoor de totale belastingdruk op 15 procent werd gelijkgetrokken met de VVPR-bis. Vermoedelijk zal de regering-De Wever die 6,5 procent verder optrekken om ook met de liquidatiereserve tot een totale belasting van 18 procent te komen.

Vereffening nog steeds voordelig

Een belangrijk voordeel van de liquidatiereserve is dat bedrijfsleiders die hun vennootschap vereffenen daar geen roerende voorheffing op moeten betalen. Ze kunnen via hun vennootschap jarenlang winsten oppotten via de liquidatiereserve, waarop ze vooraf 10 procent betalen, en die tegen 0 procent roerende voorheffing uitkeren bij de vereffening. Die regeling blijft vooralsnog bestaan.

De regering wil met de tariefverhoging voor de winstuitkeringen van kleine vennootschappen het oneigenlijke gebruik van managementvennootschappen aanpakken. De regering besloot met dit begrotingsakkoord ook om strenger op te treden tegen sociale misbruiken met managementvennootschappen. Sommige bedrijfsleiders keren zich vanuit hun vennootschap een dermate laag loon uit dat ze in aanmerking komen voor sociale energietarieven of studiebeurzen voor hun kinderen. Strenger toezicht daarop moet 50 miljoen euro opbrengen.

De regering schuift de afgesproken tariefverhoging naar voor als een maatregel tegen het oneigenlijke gebruik van managementvennootschappen. “Maar die nieuwe tarieven gelden voor alle kleine vennootschappen, niet alleen voor managementvennootschappen, waar de regering in haar communicatie handig de nadruk op legt”, zegt Thomas De Jonckheere, fiscaal advocaat bij Bloom Tax.

Aannemers, kappers, advocaten, artsen en andere zelfstandigen die volgens het vennootschapsrecht onder de definitie van een kleine vennootschap vallen, zullen de verhoogde tarieven op de fiscaal voordelige winstuitkeringen betalen. Wel zou een regeling worden uitgewerkt waarbij alle opgebouwde reserves tot hiertoe nog van het oude tarief van 15 procent kunnen genieten.

Lees hier meer over wat het regeerakkoord van Arizona betekent voor vennootschappen.

Lees hier over beleggen binnen of buiten een vennootschap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise