Dink City
Gent is het ideale kruispunt van Vlaanderen. Jonge tweeverdieners trekken naar deze stad. Ze ligt goed voor Brussel, Antwerpen, Brugge en Kortrijk. Je kan wonen in Gent en werken waar je wil. Je leven lang. De hoofdstad van Oost-Vlaanderen wint onder een durvend gemeentebestuur aan allure.
I van Sabbe verhuisde het hoofdkwartier van Lidl uit Ternat, onder de rook van de hoofdstad, naar de monumentale villa van de ex-havenbaronnen Lalemant in het Miljoenenkwartier aan het Sint-Pietersstation in Gent. Zelfs voor zijn medewerkers uit Wallonië is filevrij rijden naar Gent voordeliger dan stil te staan voor de poorten van Brussel. De hoofdstad van Oost-Vlaanderen heeft de natuurlijke roeping om Dink City ( double income, no kids) te zijn: de woonplaats van tweeverdieners zonder kinderen. Gent ligt goed voor Brussel, Antwerpen, Kortrijk en Brugge.
De Coupure is Gent op zijn deftigst. Oud Geld en Nieuw Geld resideren er in eenklank. Aan het begin van deze Gouden Bocht woonde en werkte de Gentse schilder Albert Baertsoen. Hij woonde in een knap pand gebouwd door Hendrik Beyaert, architect van banken en paleizen, en beeld van de banknoten. Daar woont nu professor dr. Marcel Storme, jurist, advocaat en erudiet. Het geheugen van zijn vaderstad. Nog meer prominenten bezitten er hun pied-à-terre – soms ex-volksjongens die zich daar omringd weten door de notabelen.
De Grote Aula van de Universiteit Gent in de Volderstraat – onlangs wereldberoemd in de Benelux om de hammen van de Kempense feestenbouwer bij de Stroppen, Jan Hoet – is gebouwd op de grondvesten van een jezuïetenschool. De voorganger van het Eton van Vlaanderen: het Sint-Barbaracollege. Vrijzinnige profs hebben hun kantoor in de voormalige patersvleugel, een deel van de Rechtsfaculteit. Gent kleeft aan elkaar door de tegenstellingen, de laag over laag.
De rijkste
en één van de de armste gemeenten van Vlaanderen zijn Oost-Vlaams: Sint-Martens-Latem en Sint-Laureins. Oost-Vlaanderen kent een sterke bevolkingsconcentratie, 455 inwoners per vierkante kilometer. Dendermonde en Aalst zijn slaapsteden van Brussel, het Waasland pendelt naar Antwerpen. Na de Brusselse stations is het Sint-Pietersstation het drukste Belgische treinknooppunt.
De ontwikkeling van het hoger onderwijs is merkwaardig in Oost-Vlaanderen: de Universiteit Gent is de snelstgroeiende universiteit en daarnaast functioneren vier hogescholen, samen 45.000 studenten.
De groei van het aantal ondernemingen neemt echter af, een Vlaamse trend. Karel Uyttersprot, gedelegeerd bestuurder van de Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen: “De sterke vraag op de arbeidsmarkt remt de aantrekkelijkheid van het zelf ondernemen. Bovendien verhogen nieuwe eisen als het distributieattest de drempel om zelfstandig ondernemer te worden.” De Kamer heeft een kuur voor het probleem: zij breidt de startersdienst in Dendermonde uit, plant een campagne in het onderwijs, activeert de mini-ondernemingen (vandaag zijn er 55 met 800 scholieren), organiseert bedrijfsbezoeken voor de schoolleidingen, stuurt KMO’ers naar de klassen. Kamervoorzitter Ronald Everaert: “In Oost-Vlaanderen is de arbeidsmarkt minder gespannen dan in Antwerpen en Brussel. Het massale hoger onderwijs brengt mee dat er ook informatici te vinden zijn in Gent.”
De bedrijven missen ruimte (zie kader: Alle industrieterreinen volzet); de lege hectaren van Sidmar zijn een deeloplossing. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorziet 10.000 hectaren voor bijkomende industriële vestigingen, het Oost-Vlaamse deel is 1700 hectaren. Uyttersprot: “Hoe die hectaren worden toegewezen, is nog niet bekend.”
De plannen voor de Biotech Valley nemen concretere vormen aan. Twee sites liggen in de balans: Flanders Expo en het Incubatiecentrum. Voor de kantoren ontstaan nieuwe vestigingsplekken: aan het station Dampoort – op wandelafstand van de Gentse Kuip, het verkeersvrije stadshart – wordt kantorenruimte vrijgemaakt; aan de UCO-toren plant Mercator & Noordstar 50.000 vierkante meter en Flanders Expo biedt kansen. Aan de stadsrand bij het autowegenkruis bestaat het plan voor een wetenschapspark voor de universiteit op de site van Fabelta.
Omega Pharma
van Marc Coucke en The Reference van Jo Caudron (zie Eminent, blz. 142) symboliseren de nieuwe tijd in Oost-Vlaanderen. “Er groeit een frissere ondernemingsgeest en dat zie je ook aan de fusie van de Oost-Vlaamse Kamers van Koophandel,” getuigt Uyttersprot. De Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen heeft vier vestigingsplaatsen, 3000 leden en zes competentiecentra.
Verspreid over Gent staan de relieken van de katoennijverheid, maar slechts weinigen durven deze vierkante meters aanroeren wegens de mogelijke vervuiling van de ondergrond. De Puntfabriek – een ex-nagelfabriek in Gentbrugge – is een mogelijke locatie voor nieuwe KMO’s. Everaert: “Er ontstaat opnieuw meer tolerantie voor kleine bedrijven in de stad om het woon-werkverkeer te verkorten.” Uyttersprot: “De eerste vragen die klinken bij de bespreking van een dergelijke locatie zijn: is er een bodeminventaris, een milieuanalyse, welke waarborgen hebben we tegen claims?”
Gent is een cultuurpool op het kruispunt van noord en zuid, oost en west en de rijkdom van de lokale francofonie was zaad voor de kunsten in de eerste helft van de twintigste eeuw. De Gentse highlife, met bijvoorbeeld de liberalen Willy Declercq en schepen Sas van Rouvroy, koketteert met haar Franse vernis. Professor Marcel Storme: “Op het Sint-Barbaracollege had ik tien boezemvrieden, twee Nederlandstaligen en acht Franstaligen.”
Politiek-economisch speelt Gand français geen rol meer. Suzanne Lilar is zonder opvolger voor haar Une Enfance Gantoise. De Franstalige Gentse filosoof en hoogleraar Fernand De Visscher emigreerde van Gent naar Leuven, en diens zoon na de splitsing van Leuven naar Louvain-la-Neuve. Het textiel was een francofoon bolwerk. De West-Vlamingen palmden een deel van het Franstalige vacuüm in. Everaert: “Twee derde van mijn vrienden in het zakenleven zijn West-Vlamingen.” Walter Ronsse, administrateur-generaal van de GOM, glimlacht: “Ik ken twee clubs van West-Vlamingen in Gent en één club van Poperingenaren met 50 leden.” Historisch had West-Vlaanderen een bevolkingsoverschot en dat is deels opgeslorpt door Oost-Vlaanderen.
Uyttersprot: “Het Gentse zelfbewustzijn stijgt door de welvaart en de intense culturele activiteit. Jan Hoet en Maarten Van Severen, de concertzaal Vooruit , het Filmfestival Vlaanderen/Gent voeren een doorlopende promotie voor deze stad.” Bij de opening van Over The Edges rolden bussen binnen met bezoekers uit Duitsland en Nederland. Ondanks de vooruitgang blijft het toerisme een pruttelende bron.
Everaert: “Gent telt voor de tweede maal een paarse coalitie en voelt zich daar goed bij. Socialisten en liberalen hebben hun bakermat in Gent en de tegenstellingen zaten decennialang diep.” Het scheldwoord tsjeven voor katholieken is Gents en stamt van de Sint-Jozefsparochie, waar de Anti-Socialistische Werkliedenbond vergaderde. “Dat is voorbij. Het stadsbestuur heeft zelfvertrouwen en durft riskante zaken aanpakken. Het lussenplan voor het verkeer is het meest bekend. Dit is een tolerante stad, waar vind je dat? Wekenlang gezellige commotie om hammen op zuilen,” grapt Everaert.
Voorzitter en gedelegeerd bestuurder van de Kamer bekennen in één adem dat de provincie buiten Gent lang niet overal zo goed boert: Eeklo wordt spontaan genoemd (“Een absoluut probleem, er is gebrek aan nieuwe bedrijven, Eeklo verliest talent.”). Utexbel en Associated Weavers zijn de restanten van een rijk verleden in Ronse. De stad wil een callcenter in een leeg gebouw van Belgacom door een samenwerking van het plaatselijke bestuur, de Kamer van Koophandel en het telefoonbedrijf. Het project uit de sociale economie mikt op laaggeschoolde werkzoekenden en allochtonen.
Walter Ronsse: “Eén op vijf Oost-Vlamingen is een Gentenaar. Wij zijn tweepolig, Gent en de rest – Meetjesland en Waasland, Vlaamse Ardennen.”
Nieuwe directe investeringen
wandelen Oost-Vlaanderen voorbij om de papiermolen. In de jongste tijd vestigde een belangrijk multinationaal distributiebedrijf zich in Nederland onder de neus van de Arteveldestad. Everaert: “Wegens de service bij de vestiging, de multi werd stapsgewijze aan het handje gevoerd.”
Gent noch Oost-Vlaanderen zijn chauvinistisch. De burgers van de provincie staan neutraal tegenover hun wortels. Over de provinciehoofdstad zelf groeit de fierheid. Professor Storme was twintig jaar provincieraadslid voor de CVP: “De provincie Oost-Vlaanderen bestaat niet, er zijn geen gemeenschappelijke trekken. Oudenaarde heeft iets, Dendermonde weet ik niet, Sint-Niklaas is kapotgemaakt door de commercie, Deinze werd een belangrijke winkelstad voor Gentenaren.”
Oost-Vlaanderen is een overgeorganiseerde provincie en steeds dezelfde prominenten lopen rondjes in raden, adviescommissies, bestendige deputatie, sportverenigingen, sociëteiten. Een leuke hergroepering is het Huis van de Economie in het Gentse Groot-Seminarie. Waar de seminaristen schuifelden door de hoge gangen, wonen nu de GOM Oost-Vlaanderen, de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen en de tiende directie (economie) van de provincie.
In Gent ontstond een sterke verwevenheid tussen de universiteit en het gerechtsgebouw. Een huwelijk tussen town and gown. Professor Storme: “Hier wortelt de kern van de Vlaamse rechtsleer, met uitzondering van René Victor in Antwerpen. De eerste handboeken in het Nederlands werden geschreven door de Gentse hoogleraren Kluyskens, Mast, Van Houtte, Fredericq, Gunzburg, Simon.”
Professor Storme citeert mild: ” La Cour d’Appel de Gand ne connaît pas le français mais bien le droit, la Cour d’ Appel de Liège connais le français mais pas le droit, Bruxelles ne connaît ni l’un, ni l’autre.”
Storme: “De maîtres à penser verdwijnen. Mijn generatie werd opgevoed met Bergson, Teilhard de Chardin, Mauriac, het Franstalige geestesleven. Je had een aantal gidsen voor het leven. Ik zie nu in Vlaanderen door de ontzuiling meer grauwheid en onverschilligheid. Het geprofileerde leven was sterker, heftiger en beter. Ik voelde me als katholiek goed aan de pluralistische universiteit van Gent. Mijn vrijzinnige vrienden en ik kwamen uit voor onze overtuiging.”
Gent telt een pak
loges die zich genesteld hebben in de intellectuele voorhoede. Herman Balthazar is daarvan een woordvoerder. Storme: “Hij is een goede gouverneur en op ideologisch vlak geen scherpslijper. Balthazar is een nobele vertegenwoordiger van de vrijzinnigheid en deze speelt in de huidige stadscoalitie een eerste viool.”
frans crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier