DIE VAN DE WETSTRAAT HEBBEN NIKS GELEERD

Elke maand stuurt het ministerie van Financiën een zegebulletin rond over de gunstige evolutie van de overheidsinkomsten. Alle gegevens inzake die inkomsten staan vermeld tot, bij wijze van spreken, drie cijfers na de komma. Het bekomen van konsistente cijfers over de evolutie van de overheidsuitgaven is echter een ander paar mouwen. Iedereen die hierop ernstig wil werken, heeft zo zoetjesaan een punthoofd.

De loftrompetten die vanuit de regering-Dehaene weerklinken over de budgettaire evolutie voor dit jaar kunnen dan ook moeilijk op hun klankzuiverheid beoordeeld worden. We zetten een paar feiten op een rij. De federale overheid stelt vorig jaar een begrotingstekort van 313,1 miljard opgetekend te hebben. Voor dit jaar ligt de doelstelling op 270,8 miljard, d.w.z. in nominale termen moet het lopend deficit van 1994 naar ’95 met 42,3 miljard naar beneden.

Voor januari en februari van dit jaar tezamen kwam de regering uit op een effektief gerealizeerd deficit van 168 miljard, 22,1 miljard hoger dan het tekort gerealizeerd in dezelfde periode van vorig jaar. De regering projekteert voor maart, april en mei een tekort van 142,3 miljard tegenover één van 208 miljard in 1994. Globaal genomen zal men eind mei ’95 dus nominaal 43,6 miljard beter zitten dan op hetzelfde moment vorig jaar.

Het verschil tussen het nominale deficit van 1994 (313,1 miljard) en het objektief voor 1995 (270,8 miljard) zal dus reeds eind mei dichtgefietst zijn. Het grote probleem met deze regeringsprojektie bestaat er echter in dat de nominale intrestlasten over de eerste vijf maanden van dit jaar 62 miljard lager liggen dan die van vorig jaar en dit terwijl de nominale overheidsschuld ondertussen bleef toenemen. De regering-Dehaene komt dan aandraven met daling van de rentevoeten en wat zij omschrijft als het effekt van een extra inspanning geleverd vorig jaar.

Het eerste element kan nooit een effekt geven dat zelfs nog maar in de buurt komt van wat we in de cijfers van de eerste vijf maanden zien. Het tweede effekt is mist : het valt onmogelijk uit het beschikbare cijfermateriaal af te leiden wat er met die extra inspanning juist bedoeld kan worden. Men kan dus niet anders dan konkluderen dat er de rentelasten enig duw- en trekwerk ondergingen in funktie van een vlotte begrotingskontrole (die er dan ook kwam voor kort).

De regering-Dehaene heeft tijdens haar bewind het echt uit de hand lopen van de lopende tekorten kunnen vermijden dankzij een forse verhoging van de belastingdruk. Op korte termijn werkt dit daar het sociaal-ekonomisch weefsel zich niet à la minute kan aanpassen. De voorbije twintig jaar zouden ons echter moeten geleerd hebben dat op langere termijn die aanpassing er echter onvermijdelijk wel komt en zich dan openbaart via afkalving van de belastbare basis, verminderde tewerkstelling, minder ekonomische aktiviteit, onvoldoende bedrijfsinvesteringen, hogere overheidsuitgaven,… De politici van de zittende meerderheid gaan ervan uit dat het daar op 21 mei niet om gaat.

JVO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content