“Deze wagen is klaar om uit de startblokken te schieten”
Er werd reikhalzend naar uitgekeken: de nieuwe sedan van Alfa Romeo, die de wederopstanding van het merk moet inluiden. Met de Giulia, de vervanger van de 159, maakt de Milanese constructeur zijn comeback op het internationale toneel. Tekst en toelichting door Lorenzo Ramaciotti, ex-directeur Global Design van de groep Fiat-Chrysler en vandaag speciaal adviseur van de Raad van Bestuur van de groep.
Geduld is een mooie deugd, maar zelfs de grootste fans van het merk begonnen te wanhopen ooit nog de vervanger van de Alfa Romeo 159 te zien, het model waarvan de productie eind 2011 werd stopgezet. Maar met de lancering van de nieuwe vierdeurs Giulia is het nu zover. De appelleert aan de mythische sportieve sedan uit 1962. De Giulia is het eerste van acht nieuwe modellen die Alfa Romeo tegen eind 2018 wil voorstellen. Het relanceplan, het vierde in tien jaar tijd, wordt geschat op 5 miljard euro. Valt onder meer te verwachten: een kleine SUV (een directe concurrent van de BMW X3, Audi Q5 en anderen), een grote SUV (van het type BMW X5), een premium E-klasse als opvolger voor de 166, en een vervanger voor de compacte Giulietta. Allemaal zullen ze met achterwielaandrijving worden uitgerust.
Grote veranderingen dus, ontsproten aan de koker van Sergio Marchionne, de grote baas van de groep. Want diens ambities voor de constructeur met het befaamde Biscione-embleem (het serpent dat verwijst naar Milaan en het blazoen van de familie Visconti) reiken ver voorbij de Europese grenzen. Alfa Romeo wil vanaf 2018 trouwens 400.000 wagens per jaar produceren.
EEN GLADDE JONGEN
In 2007stelde dezelfde Marchionne Lorenzo Ramaciotti aan als designdirecteur voor de hele groep. Ramaciotti werd in 1948 geboren in Modena, de stad waar de wieg stond van talloze automodellen van Ferrari, Maserati en Alfa Romeo. Met zijn eerste vraag trapt Trends Style een open deur in.
Wat zijn uw vroegste auto-herinneringen?
Lorenzo Ramaciotti: “In Modena is het niet moeilijk om van jong af aan in contact met de autowereld te komen. Mijn ouders waren nog meer geïnteresseerd in auto’s, aangezien we naast de fabriek van Maserati woonden. Een vriend van mijn vader kwam geregeld langs met zijn Maserati, en ik viel telkens in zwijm als ik die zag. Later wilde ik ingenieur in de autosport worden, maar mijn studies dreven me in de richting van design. In 1973 ben ik bij Pininfarina begonnen.”
De Fransen zwoeren bij barok, de Duitsers deden alles met kracht. De Italianen koppelden aerodynamica en elegantie.
Wat vindt u van de evolutie van dit mythische bedrijf?
“De laatste tijd werd het team er fors verjongd. De interesse van de Indiase groep Tata is een positieve zaak, als ze het tenminste aanpakken zoals bij de Engelse merken die ze succesvol hebben overgenomen. Het hart van Pininfarina blijft intact, het beste van dit Italiaanse huis is nog altijd in leven. Ook de directie is veranderd. Naar mijn aanvoelen evolueren de zaken in de goede richting, maar men moet er zich bewust van blijven dat de sleutel van het design voortaan besloten ligt in de eigen fabrieken van de diverse merken. Misschien ligt daar wel de toekomst van het Italiaanse design…”
Met de voorstelling van de Giulia maakt Alfa een krachtige comeback in het hyperconcurrentiële segment van de berlines met koffer. Hoe kan de wagen zich daar onderscheiden?
“Dat begrijp je meteen wanneer je hem ziet. De Giulia vormt een organisch geheel, homogeen van voren naar achteren, vanuit welke hoek je hem ook bekijkt. Het vooraanzicht herken je uit de duizend: het is onmiskenbaar een Alfa! Alle oppervlaktes zijn glad en afgerond, we wilden geen onnodige ribben of breuken in de flanken, zoals je die te pas en te onpas ziet bij sommige van onze concurrenten. En kijk vervolgens naar de manier waarop die motorkap is vormgegeven, in harmonie met die vleugels en de schokdemper. Bij andere merken vormen de lijnen van de motorkap een breuk met de schoonheid van het design. Niet bij ons, wij houden het discreet.”
Oké, maar in de sociale media beweerden sommige ‘commentatoren’ al vlug dat de achterkant door andere merken is geïnspireerd.
“Dat begrijp ik eerlijk gezegd niet. Als je de achterkant vanuit perspectief bekijkt zie je hoe het interieur zeer ver naar achteren gaat, waardoor de koffer minder zichtbaar is en het lijkt alsof de wagen klaar staat om uit de startblokken te schieten. Een effect waar ik perfect tevreden mee ben. De spanning komt als het ware van binnenuit de wagen, en geeft hem ook al zijn karakter. Als een golf die zich voor je ogen ontrolt. Alles is perfect opgebouwd en vormt een logisch, coherent geheel.”
EEN BEETJE ORKESTLEIDER
“Alles aan deze auto is zeer doordacht: van de koelsleufjes voor de remmen achter de voorwielen, tot de openingen in de motorkap die de 3.0 V6 turbo van 510pk van deze Quadrifoglio-versie van lucht voorzien. De lamel die vooraan onder de schokdemper werd geplaatst, beweegt mee om ondersteuning te verlenen en zo een uitstekende wegligging te garanderen. Ook de schokdemper achteraan draagt zijn steentje bij aan een efficiënt weggedrag.”
Alles aan deze auto is zeer doordacht: van de koelsleufjes voor de remmen achter de voorwielen, tot de openingen in de motorkap.
Is deze sedan de voorbode van de toekomstige Alfa Romeo’s?
“Absoluut, het toont de richting die het hele designdepartement van het merk uitgaat. De consistentie van de lijnen zal je ook bij de andere modellen zien. En ik beloof je dat die evenveel karakter zullen hebben. De referenties aan de emblematische modellen van Alfa zijn reëel, ik denk aan de 2.3 Touring maar ook aan de Giulietta Sprint.”
Hoe werd het ontwerp van het interieur aangepakt?
“Ook hier hebben we geprobeerd om de lijnen maximaal te vereenvoudigen. De liefhebbers van het merk zullen zeker de ventilatieopeningen van vroeger herkennen. Maar anderen zullen dan weer de centrale bediening appreciëren, met een infotainmentsysteem dat helemaal up-to-date is. Het leder en de siernaden zorgen voor het sportieve karakter dat je verwacht aan boord van zo’n voertuig, terwijl het stuur dan weer het beste is wat de Italiaanse autoproductie te bieden heeft. Net als de rode startknop, geïnspireerd door Ferrari.”
Met uw cv bent u goed geplaatst om het werk van de jonge designers van Alfa te beoordelen.
“Ik ben hier in hun naam. Een twintigtal talentvolle mensen hebben aan deze wagen gewerkt en ik ben bijzonder trots op wat ze hebben gerealiseerd. U kan kan me een beetje zien als hun orkestleider: ik geef hen raad, help hen bepaalde beslissingen te nemen, maar ik kan u verzekeren dat ze elk detail zelf bestudeerd hebben. De technologieën staan uiteraard mijlenver weg van wat ik kende bij Pininfarina. Maar het resultaat is bijzonder geslaagd en toont hoe ze de nieuwste IT-technologieën perfect beheersen.”
HET CONCOURS VAN ELEGANTIE
Al enkele jaren bent u juryvoorzitter tijdens het Concorso d’Eleganza van de Villa d’Este. Die rol moet u wel na het hart liggen.
Absoluut. Ik vind het zalig om die oude gloriën in zo’n opmerkelijk goede staat te zien. De Italiaanse wagens van toen moeten in ons geheugen gegrift blijven: het waren voorlopers op het vlak van lichtheid, elegantie, aerodynamica en zelfs mechaniek. De Alfa Romeo Mille Miglia Spyder by Touring uit 1932 is daar een frappant voorbeeld van. Eenvoudig, efficiënt: de perfecte alliantie tussen technologie en carrosserie maakte er een mechanisch wonder en een geduchte sportwagen van. U moeten weten: de Fransen zweerden bij barok, de Duitsers deden alles met kracht. Die lichte Italiaan is een absoluut meesterwerk!”
Waar put u, behalve uit oude auto’s, nog inspiratie uit?
“Een designer bekijkt de wereld op diverse manieren en wordt constant beïnvloed door zijn entourage, al gebeurt dat soms onbewust. Al die indrukken vormen een geheel en leiden tot een globale visie waarvan je je niet speciaal bewust bent, maar die je permanent nieuwe ideeën bezorgen. Die maken deel uit van je persoonlijke bagage. En dat universum vind je ook terug in de lijnen van de wagens die je tekent. Toen ik begon in de jaren 70 werkte ik in het industriële design en het meubilair. Indertijd was het Italiaanse design een voorloper. Het wist zich op te werpen in heel wat domeinen, ook bij de auto-ontwerpers en carrosseriemakers, die jarenlang zeer invloedrijk waren. Hun opmerkelijke openheid van geest vertaalde zich in een niet te imiteren stilistische taal, een atmosfeer en een cultuur die iedereen ons benijdde.”
TEKST ARNAUD DELLICOUR & BENOÎS LAYS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier