‘Deze sluiting was echt niet nodig’
De fabriek van Metso in Evergem sluit. 34 werknemers staan op straat. Volgens een potentiële overnemer was de Finse multinational Metso nooit geïnteresseerd in een bod. “Deze overname werd willens en wetens geblokkeerd.”
Deze sluiting was echt niet nodig”, zucht de Nederlandse ondernemer Lars Muller. “Ik wou de fabriek overnemen. Ik deed een bindend bod, maar Metso is er nooit op ingegaan.” De fabriek van Metso in Evergem, die rubberen transportbanden maakte, sloot eind juli de deuren. 34 mensen verloren hun baan.
Metso is een Fins beursgenoteerd concern met 270 vestigingen in vijftig landen. De groep, die 16.000 medewerkers heeft, levert diensten voor de bouw, mijnontginning en olie- en gaswinning. Ze maakt onder meer pompen en filters, naast machines voor de ontginning van grondstoffen, die delfstoffen vermalen, verbrijzelen en fijnstampen. Vorig jaar haalde Metso wereldwijd een omzet van 3,86 miljard euro en een bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten van 238 miljoen euro.
Geen kernactiviteit
Tot vorig jaar had Metso een afdeling rubberen transportbanden. Die werden gebruikt op luchthavens, voor de verwerking van groenten in de voedingsindustrie, voor kassa’s in supermarkten, voor het lossen van scheepsvrachten en voor sorteerinstallaties van koerierdiensten. Metso had twee fabrieken voor de productie van zulke banden: een in Tampere in Finland en het filiaal in Evergem. Tot de klanten van Evergem behoorden ArcelorMittal, de kalkverwerker Lhoist en Tiense Suiker.
Voor Metso waren de rubberen transportbanden geen kernactiviteit. Het was een relatief kleine afdeling, met slechts 340 werknemers, en zonder afzonderlijke cijferrapportering. Begin november vorig jaar werd de afdeling verkocht aan de Duitse rubberfabrikant ContiTech, een dochter van het beursgenoteerde Continental. De divisie transportbanden van ContiTech heeft vierduizend werknemers in achttien fabrieken, onder meer in Duitsland, Engeland, Hongarije en Slowakije. Ze haalde vorig jaar een omzet van 597 miljoen euro, of 15 procent van de groepsomzet van ContiTech.
Scandinavische markt
De fabriek van Evergem maakte geen deel uit van die verkoopdeal. Metso maakte bovendien geen overnameprijs bekend, behalve dat die geen “materiële impact” zal hebben op de balanscijfers. Voor de goede verstaander: de verkoopprijs is een onbeduidende som voor een multinational als Metso.
“We hebben in onze fabrieken voldoende capaciteit voor de producten die in Evergem werden gemaakt”, meldt Mario Töpfer, de woordvoerder van ContiTech. “Vandaar dat de fabriek van Evergem geen onderdeel van de verkoop was. Evergem bleef eigendom van Metso.”
Een voormalige directeur van de Belgische afdeling van Metso vindt de keuze van ContiTech logisch. ContiTech is een sterke wereldwijde speler in de productie van rubberen transportbanden. Met de overname van het Metso-filiaal kocht het zich vooral toegang tot de Scandinavische markt. De belangrijkste reden voor de overname was de Finse fabriek van Metso; Evergem hadden ze niet nodig. Bovendien is ContiTech in België al aanwezig met zijn producten.
Kmo versus multinational
Vier vijfde van de productie ging naar interne klanten: orders die werden geproduceerd voor de eigen verkoopdiensten van Metso. Het andere vijfde was bestemd voor externe klanten. De belangrijkste externe klant was de Nederlandse kmo BV Muller Beltex. Die familiale onderneming van de derde generatie maakt rubberen transportbanden en verzorgt het ontwerp en de engineering van installaties voor de verwerking van grondstoffen.
“We hadden jarenlang een goede samenwerking”, zegt gedelegeerd bestuurder Lars Muller. “Wij bestelden alles in Evergem. De fabriek produceerde doorlopend hoogwaardig materiaal voor ons. Evergem wist wat we nodig hadden. Het was een continu proces. Evergem had altijd materiaal voor ons klaarstaan.”
ContiTech had aanvankelijk een verkoop van de fabriek overwogen, maar zag daar uiteindelijk van af. “De Duitsers waren wel degelijk onder de indruk van de productieprocessen in Evergem”, herinnert een voormalige topman van Metso België zich. “Maar dat was louter productiegebonden, zonder rekening te houden met de cijfers. De fabriek in Evergem dateert uit begin vorige eeuw. De modernisering zou zware investeringen vergen.”
Onzekere periode
In februari maakte Metso bekend dat het de fabriek in Evergem wilde sluiten. Lars Muller stapte met een overnamebod naar de Finse eigenaar. Maar die hield de deur dicht. “Hier wordt een onderneming gesloten om concurrentieredenen”, zegt Muller. “Ik ben niet zozeer bang voor hogere prijzen, wel voor kwaliteitsproblemen. Ik vrees een heel onzekere periode, waarin we misschien de hele wereld moeten afreizen om onze speciale producten te vinden. Want ContiTech is een volumespeler. De onderneming is niet vertrouwd met nichemarkten en kleine volumes. Ik krijg een afkeer van multinationals. Er heerst daar een destructiecultuur. Waarom mag deze overname niet? Dit wordt willens en wetens geblokkeerd.”
Metso zou de fabriek van Evergem dus hebben gesloten, omdat ContiTech dat als voorwaarde stelde voor de overname van de divisie rubberen transportbanden. Metso wil daarover geen commentaar kwijt. Woordvoerder Anne Rantanen: “De onderneming ontvangt voortdurend voorstellen over mogelijke overnames. We zullen die altijd zeer aandachtig bestuderen, zoals we dat ook met Evergem hebben gedaan. Maar we zullen nooit in het openbaar commentaar geven op een specifiek overnamedossier.”
“Ik krijg een afkeer van multinationals. Er heerst daar een destructiecultuur”
Lars Muller, BV Muller Beltex
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier