(Belga) Op de bijzondere algemene vergadering (BAV) van Dexia heeft advocaat Geert Lenssens, die een aantal kleine aandeelhouders vertegenwoordigt, aan de huidige raad van bestuur gevraagd om een burgerrechtelijk onderzoek te starten naar de aansprakelijkheid van hun voorgangers. De verjaring dreigt, aldus Lenssens, tegen oktober 2013. Maar zijn bede viel in dovemansoren.
“Ik denk niet dat er al zo een onderzoek is gebeurd”, antwoordde CEO Karel De Boeck. Eerder, bij de schriftelijke vragen, liet het bestuur al verstaan zich te willen concentreren op de toekomst, en niet op het verleden. Voor wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de voormalige bestuurders betreft, verwees De Boeck naar het rapport van de parlementaire commissie rond Dexia. “Ik heb dat helemaal gelezen en daar niets penaals in gelezen”. Bij het begin van de vragenronde stelde voorzitter Robert de Metz voor om de spreektijd van de vragenstellers te beperken tot drie minuten. Maar advocaat Lenssens reageerde furieus: “dat is onwettig. Ik heb spreekrecht en neem er mijn tijd voor”. De rest van de zaal applaudisseerde. Het bestuur bond in, “als ook de aandeelhouders akkoord gaan”. De advocaat wees erop dat de kleine aandeelhouders 13 miljard euro hebben verloren bij de ondergang van Dexia. Hij stelde dan ook voor om een onderzoek op te starten naar de aansprakelijkheid van de bestuurders van 2008 en voordien. “Het zou immoreel zijn geen onderzoek te voeren”, aldus Lenssens. Hij pleitte ook voor een uitkoopoperatie door het management en de overheden van de kleine aandeelhouders. “Dat is wettelijk perfect mogelijk, kostenbesparend voor Dexia en er hangt slechts een prijskaartje aan van 500 miljoen euro”. De voorgestelde kapitaalverhoging door België en Frankrijk kost 5,5 miljard. “Als er geen tegemoetkoming komt voor de kleine aandeelhouder, kan men net zo goed een begrafenisondernemer roepen.” (DLA)
