Denker-designer

Meer en meer doet men in België een beroep op internationaal befaamde architecten en designers. De privé-sector speelt hierin de rol van locomotief. Een voorbeeld: de designgalerie Argentaurum in Knokke, die nauw samenwerkt met denker-designer Andrea Branzi.

De aanwezigheid van internationale architecten en designers in België kan alleen maar het talent in eigen land ten goede komen en stimuleren. Elk land heeft creatieve mensen nodig die zich bezighouden met de esthetica van de dingen, zo beweert Andrea Branzi die wij ontmoetten bij de tiende verjaardag van designgalerie Argentaurum in Knokke. De man is professor toegepaste wetenschappen en stichter van de Domus Academy in Milaan. Hij is niet alleen architect, designer en urbanist, maar ook een denker in de humanistische traditie.

Branzi vindt dat een architect-designer moet werken rond het thema innovatie, binnen het creatieve aspect van zijn activiteit. “Innovatie is een dynamische energie, die het industrieel systeem in staat stelt om voortdurend te transformeren en zijn algemeen ontwikkelingsmodel te veranderen. De activiteit van een architect-designer omvat ook een deel kritiek, dingen in vraag stellen – maar dan wel op een positieve manier.”

Vroeger was de rol van avant-garde weggelegd voor een kleine groep, nu is het een massafenomeen geworden. “We leven in een avantgardistische maatschappij,” zegt Branzi. “Dit wil zeggen dat er geen stabiele normen meer zijn: de normaliteit is voortdurend in beweging. In die toestand van destabilisatie is de controle globaler geworden. Vroeger leefde de scheppende mens afgezonderd van de ‘normale’ wereld, van de mensen die niet creëerden; vandaag de dag wordt hij geconfronteerd met een massa-industrie waarin een heleboel mensen hun verbeelding laten werken. De contacten zijn rijker en productiever geworden.”

In verzadigde markten moet de industrie zich ontwikkelen op basis van een formele of technologische innovatiecapaciteit. Vandaag wordt van een ontwerper verwacht dat hij deelneemt aan de industriële strategie, doorheen de verschillende gebieden van de verbeelding in een wisselend landschap. Daarbij moet hij rekening houden met de economische evolutie van de markt, maar ook met de gevoeligheden in de samenleving. Dat is geen makkelijke opdracht.

Andrea Branzi: “Tot bij het begin van het klassieke modernisme was de creatieve verbeeldingskracht bijna uitsluitend gericht op de markt van de elite, maar tegenwoordig gebruikt de grootindustrie meer en meer geraffineerde technieken die afkomstig zijn uit de wereld van de verbeelding en de creativiteit.”

De vraag

naar esthetische voorwerpen is enorm toegenomen; bewijs daarvan is de belangstelling van de grote massa voor mode en design. Innovatie komt niet alleen voort uit de technologie, maar ook uit de zoektocht naar een vormentaal. De mens benadert een voorwerp nooit uitsluitend functioneel; er is altijd een psychologisch element bij. “De mens benadert de realiteit altijd op een complexe manier,” aldus Branzi. “De droom van de functionalistische beweging was abstract, esthetisch en moreel. Zelfs het meest banale werktuig is meer dan louter functioneel.”

In zijn werk koppelt Branzi vaak een product van zijn verbeelding aan een element van de natuur (steen, hout,…). “Het is een verzoening van design en natuur,” zegt hij. “In de hele samenleving zien we trouwens een toenadering tussen de extremen: er is niet alleen meer goed of kwaad en zwart of wit, maar we groeien naar een diffuse situatie met een natuurlijke moraliteit die niet meer beantwoordt aan grote categorieën.”

Volgens Branzi vormen de functionaliteit en de vormgeving van onze leefwereld een echte politieke kwestie, waarmee het beleid in de komende eeuw zeer sterk te maken zal krijgen. “De val van het communisme in Oost-Europa werd deels veroorzaakt door de totale negatie van de esthetiek van de omgeving, die in het communisme gezien werd als een uiting van bourgeois-denken. Esthetisch gevoel is echter doodgewoon menselijk; een overheid die geen aandacht besteedt aan de vormschoonheid, lokt bij de burgers een algemene afwijzing uit die leidt tot een politieke mislukking.”

Andrea Branzi vindt dat onze maatschappij dringend de problemen moet oplossen die rechtstreeks in verband staan met esthetica in brede zin: de leefomgeving, de kwaliteit van de menselijke relaties, de relatie tussen mens en milieu. “Men mag dat niet overlaten aan de vrije markt, aan speculatie en dies meer.” Hij geeft echter meteen toe dat dit niet gemakkelijk zal zijn: “Er bestaat namelijk geen volstrekt objectief en waterdicht systeem om uit te maken wat mooi is en wat niet.”

Vandaag de dag is de vraag naar esthetische kwaliteit ongelooflijk veel groter dan ooit tevoren. “Mensen staan in lange rijen aan te schuiven voor de musea om een tentoonstelling te bezoeken, men stelt hoge eisen aan het interieur, mode is een wereldwijd fenomeen geworden,… Het ontwikkelingsmodel moet dan ook opnieuw in evenwicht gebracht worden, zowel wat de macrostructuur betreft (bijvoorbeeld de ecologische problemen van milieuvervuiling en ontbossing) als de microstructuur (zoals het ontwerp en de productie van kleine designvoorwerpen). Dit is geen abstracte filosofische kwestie waarmee universiteitsprofessoren zich vrijblijvend kunnen amuseren: het is integendeel een actueel probleem van de alledaagse praktijk.”

Argentaurum, Zeedijk 826 in 8300 Knokke, tel. (09) 361.00.35.

SERGE VANMAERCKE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content