Demotte oogst kritiek met nieuwe gezondheidswet
Sinds vorige week loopt in het parlement de discussie over de nieuwe gezondheidswet. Die geeft aan minister van Sociale Zaken Rudy Demotte volmachten om de uitgavengroei in de ziekteverzekering in te perken. De kritiek is niet min.
Als minister van Sociale Zaken Rudy Demotte (PS) vanaf 1 april de vol- machten wil gebruiken die hij toegewezen krijgt via de nieuwe gezondheidswet, moet het parlement zich haasten. Op dit moment ligt de ontwerptekst, inclusief vijf nieuwe artikelen, ter discussie in de commissie Volksgezondheid. Vorige week probeerde de minister te benadrukken dat het slechts om tijdelijke bevoegdheden gaat, die tot eind dit jaar duren. Het verzet is vooral bij de CD&V groot. “Volgens het wetsontwerp krijgt de minister de mogelijkheid om grondige besparingen door te voeren zonder de gebruikelijke overlegorganen te consulteren,” zegt Luc Goutry, volksvertegenwoordiger en specialist gezondheidszorg van de CD&V. “We hebben niks tegen besparingen, maar we begrijpen niet dat een minister zo’n verregaande macht krijgt zonder eerst te weten hoe groot de ‘crisis’ is. We hebben nog geen definitieve cijfers over het tekort in 2004, laat staan dat er een indicatie is van de overschrijding van het budget voor dit jaar.”
Maar niet alleen op het rode pluche oogst Demotte kritiek. Dat de farmaceutische nijverheid zich roert, verwondert niemand, want daar zoekt de minister een groot deel van de besparingen. Opvallend is echter dat Dirk Van Duppen, de arts die al enkele maanden het symbool lijkt van de strijd tegen de winsthonger van de geneesmiddelenproducenten, het wetsontwerp een gemiste kans noemt, op kosten van de patiënt. “De uitbreiding van het referentieterugbetalingssysteem laat de patiënt opdraaien voor veel te dure geneesmiddelen, voor het irrationele voorschrijfgedrag van sommige artsen en voor de besparingen die de overheid wil realiseren,” stelt hij.
Nochtans hoopt Demotte in zijn wetsontwerp met de uitbreiding van de referentieterugbetaling juist de geneesmiddelen goedkoper te maken. Ook Demottes voorganger Frank Vandenbroucke (SP.A) probeerde via de invoering van de referentieterugbetaling al het gebruik van goedkope (lees: generische) geneesmiddelen te bevorderen. In de praktijk zette dat blijkbaar weinig zoden aan de dijk. Het aantal afgeleverde verpakkingen in België is al tien jaar stabiel, terwijl de uitgaven met dik 7 % per jaar stijgen. De verklaring ligt in de verschuiving van het voorschrijfgedrag van de oude naar de nieuwe, ‘duurdere’ geneesmiddelen. Het remgeld van die nieuwe geneesmiddelen was nauwelijks hoger dan voor de goedkopere generieken.
Daarom laat de gezondheidswet ruimte om voor gelijkwaardige geneesmiddelen en geneesmiddelen uit dezelfde klasse de overheidsterugbetaling vast te leggen op 75 % van de prijs van het goedkoopste alternatief. Als een arts dan toch het origineel of een duurdere generiek voorschrijft, betaalt de patiënt een aanzienlijke meerprijs. Volgens Van Duppen was het Nieuw-Zeelandse model een beter alternatief. In dat geval wordt het goedkoopste middel volledig terugbetaald en de andere alleen als dat therapeutisch verantwoord is. “Daarbij stijgt het aandeel van de patiënt niet, terwijl de besparing voor de overheid hetzelfde blijft of zelfs nog groter wordt,” zo stelt de arts.R.B.
R.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier