Delvaux leeft

Op 23 september 1997 zal het honderd jaar geleden zijn dat Paul Delvaux in Antheit geboren werd. Hij stierf op 20 juli 1994 in zijn woning in Veurne, maar hij is niet dood. Delvaux leeft.

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S : JAN VERLINDE

Wanneer ik op een zomerse avond op het terras van zijn huis geniet van de overgang tussen dag en nacht, de hemel zie verdonkeren, de maan tevoorschijn komen achter het belfort, dat half verscholen zit achter perelaars, appelaars en kriekelaars, sterren zie geboren worden als aankondiging van een nieuwe nacht, dan begrijp ik waar Delvaux die ambiguïteit tussen dag en nacht, die zovele van zijn doeken kenmerkt, heeft vandaan gehaald. Zijn hele leven lang tot hij helemaal blind was en niet meer kon maakte hij dagelijks twee wandelingen van een uur : vroeg in de morgen en bij valavond. Hij deed dat niet vanuit een bezorgdheid om zijn gezondheid, maar om inspiratie op te doen. Het was de nacht die hem vooral fascineerde : het rijk der dromen. Maar om de nacht te kunnen schilderen moest hij licht creëren, zoniet zou het schilderij helemaal zwart worden. Dus deed hij een beroep op de maan, de opkomende sterren, het flauwe schijnsel van lantaarns e.a. lichtbakens om datgene zichtbaar te maken wat normalerwijze verborgen is. Want schilderen is toch : “Overdag verwezenlijken wat men ‘s nachts droomt”. Dixit Paul Delvaux.

Charles Van Deun

vertelt anekdoten uit het leven van de schilder, wanneer we op het terras van diens woning genieten van een grote Margaux. Helemaal in de traditie van Delvaux zelf. Want : “Hij was een groot wijnliefhebber maar hij dronk uitsluitend Bordeaux”, zegt hij. Van Deun (59) is een neef van Delvaux, full-time voorzitter van de Stichting Paul Delvaux, die o.a. het museum in Sint-Idesbald en de reproductierechten op het oeuvre beheert, en eigenaar van twee hotel-restaurants : Hostellerie Le Parvis, op een boogscheut van Durbuy ; Atrium in de Zwarte Nonnenstraat in Veurne, het huis waar Delvaux 15 jaar gewoond heeft en in 1994 gestorven is. De Zwarte Nonnenstraat is een van de mooiste straten van het gezellige Veurne. Het Delvaux-huis is zalmroze geschilderd en contrasteert met de typische grijze baksteen van de andere panden. Atrium verwijst naar de klassieke oudheid waar Delvaux zo verliefd op was : het is de kamer waar gasten ontvangen werden. Het huis is sedert juli j.l. geopend voor het publiek : het bevat zes gastenkamers en een gastronomisch restaurant geleid door een jonge (19) en veelbelovende chef. De slaapkamer waar Paul Delvaux het tijdige voor het eeuwige heeft ingeruild, wordt uit respect niet als gastenkamer benut, maar doet dienst als salon en leeskamer. In alle kamers hangen reproducties van beroemde schilderijen. De eetkamer, die helemaal in het blauw is ingericht, werd versierd met origineel werk van de meester. De naakten van Delvaux storen geenszins aan een lekkere tafel, integendeel zelfs. Toch missen we binnen in het huis een beetje de geest van de schilder. “Dat komt nog”, verontschuldigt Charles Van Deun zich. “Oude foto’s, de boeken van Jules Verne en een groot aantal voorwerpen zullen worden uitgestald, zodat Delvaux hier weer nadrukkelijk aanwezig zal zijn. Maar we hebben nog geen tijd gehad.”

Als aperitief

proeven we de champagne die het eeuwfeest moet opluisteren : de Cuvée du Centenaire van Nicolas Feuillatte uit Epernay, een millésime 1988, klassieke trois cépages, in een mooie groene buikfles gepresenteerd. De kracht van de (mannelijke) pinotdruif wordt getemperd door de (vrouwelijke) elegantie van de chardonnay. Champagne heeft iets halfslachtigs, zoals sommige Delvaux-figuren. Op het etiket staat het werk De tunnel afgebeeld. Deftige vrouwelijke figuren in lange jurken storen zich allerminst aan het gezelschap van naakte dames. Delvaux op zijn best. Er worden 20.000 flessen in omloop gebracht. Een deel van de opbrengst gaat naar het gehandicaptenwerk van de Fabioladorpen. Bij het aperitief dat we op het terras nuttigen, naast een pupitre de champagne, wordt een reepje kabeljauw opgediend, op een bedje van prei, met een krachtige saus van basilicum. We verplaatsen ons naar de stijlvolle eetzaal, vroeger het salon van Delvaux. We krijgen een zomerse tartaar van zalm met vers geknipte dille waarbij de champagne ten zeerste tot zijn recht komt. Vervolgens schakelen we over op een Château d’Angludet bij één van Delvauxs lievelingsgerechten : perfect gebakken kalfszwezeriken, afkomstig van ambachtelijk gekweekte kalveren, eenvoudig vergezeld van aardappeltjes en groene asperges. De jonge keukenchef Sebastien Cailliau is geslaagd in zijn examen. Zijn ouders hebben vroeger Moeder Lambik in Adinkerke uitgebaat, een gekend adres, waar ook Paul Delvaux graag ging eten. Lekker eten was een van de weinige folietjes waar de schilder zich aan overgaf. Hij hield van zeetongfilets fine champagne, kalfszwezeriken, niertjes, salade liégoise of een mooi stuk vlees en hij besloot een maaltijd steevast met vanille-ijs. U weet dus al ongeveer wat u mag verwachten wanneer Atrium deze maand ter gelegenheid van het eeuwfeest zijn Delvaux-menu zal presenteren.

Wanneer u logeert

in Atrium, gaat u beslist even langs in het Delvaux-museum, dat sedert 1982 gevestigd is in het vroegere hotel Vlierhof in Sint-Idesbald. Delvaux noemde het museum “de zon in mijn oude dagen”. Zelfs als u het vroeger al bezocht heeft, loont een bezoek de moeite want er is heel wat veranderd. Enkele maanden geleden werd de ruimte vergroot met een nieuwe ondergrondse zaal van ca 450 m² waar de grote schilderijen werden ondergebracht. In een andere zaal zijn nu meer dan 200 tekeningen van Delvaux tentoongesteld. Ook de talrijke voorwerpen afkomstig uit verschillende ateliers geven een interessant beeld van de mysterieuze figuur die Paul Delvaux was. Het museum is 1250 m² groot en bevat een kleine 50 schilderijen en vele honderden tekeningen en aquarellen. Om nog te zwijgen van het grafisch werk dat niet eens tentoongesteld is. De kunstwerken werden door de kunstenaar bij leven geschonken, met de bedoeling een belangrijk deel van zijn oeuvre samen te houden. De werkingskosten bedragen 12 à 14 miljoen frank. Die worden gefinancierd met de opbrengsten van de auteursrechten, de inkomticketten van de 30 à 40.000 bezoekers per jaar, de verkoop van prentkaarten, posters, boeken, enz. De Stichting wordt beheerd door zes personen : 2 familieleden en 4 kennissen van Delvaux. De cafetaria werd uitbesteed. Het hotel/restaurant Atrium valt buiten de Stichting en wordt als NV gerund.

Die nacht slaap ik in kamer 1, vroeger een atelierruimte waar Delvaux zijn laatste werken heeft gerealiseerd, alvorens hij het zicht verloor. In de duisternis komen ze weer tot leven, de gekende figuren : het mannetje met de bolhoed, professor Otto Lidenbrock, de frele naakte mannenfiguur (Delvaux zelf ?) en de vele prachtige naakte vrouwen met de blik op oneindig. Een mooie droom die ik niet op doek kan zetten. Gelukkig heeft Delvaux dat wel gekund.

Het salon, met werken van Delvaux aan de muur.

De woonruimte werd omgebouwd tot eetzaal. U kan er genieten van een ‘menu Delvaux’.

De tuin in Veurne, met de rustbank waarop Paul Delvaux zich overgaf aan dagdromen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content