Delcredere zoekt een langetermijnpolis
De Nationale Delcrederedienst moet het nog altijd zonder topman stellen. Vooralsnog lukt dat aardig. Maar hoe lang duurt het voordat Europese concurrentieregels zijn actieradius inperken?
De Belgische publieke kredietverzekeraar lijkt een goed geoliede machine: zonder kapitein aan boord stoomt de exportverzekeraar op automatische piloot door schijnbaar rustig vaarwater. Tweeënhalf jaar geleden ging het toenmalige boegbeeld van de Nationale Delcrederedienst ( NDD), Willy Boes, met pensioen. Een nieuwe algemeen directeur stond echter niet klaar. Desondanks lijkt Delcredere solide, met een technische ratio (nettoschadevergoedingen op geïnde premies) van 15,71 – wat in de verzekeringsbranche een benijdenswaardige score is.
De NDD is een autonome overheidsinstelling die onder staatswaarborg werkt, en de export van verbruiks- en uitrustingsgoederen verzekert tegen niet-betaling door de buitenlandse koper ( commerciële risico’s) en in geval van overmacht ( politieke risico’s bij onlusten, deviezenschaarste of nationalisatie).
Het aantal verzekerde dossiers zit, na een inzinking midden de jaren negentig, opnieuw in de lift. De waarde van de verzekerde transacties steeg in 2001 en het jaar werd afgesloten met een positief financiëel resultaat (83,5 miljoen euro). Ook 2002 ziet er goed uit, ondanks de tegenvallende conjunctuur. Bedrijven zijn tevreden met de dienstverlening, en zijn geen vragende partij voor een privatisering, zo blijkt uit een recente rondvraag van Agoria. De federatie van technologiebedrijven telt ook de belangrijkste exporteurs van Belgische uitrustingsgoederen onder haar leden.
De sterke routine waarop Delcredere draait, verklaart mee waarom de federale regering geen werk heeft gemaakt van haar belofte om nog vóór de jaarwisseling een nieuwe topman te benoemen. De Franstalige socialisten blijven zich verzetten tegen de benoeming van de Vlaming Christian Vincke. Vincke en tegenkandidaat Yves Windelincx nemen samen de dagelijkse leiding waar. Minister van Overheidsbedrijven Rik Daems (VLD) stelde nochtans begin vorig jaar een huwelijk met een privé-partner in het vooruitzicht, maar paars-groen kwam niet verder dan een hertekende raad van bestuur. Op papier althans: de drie gewesten krijgen een sterkere vertegenwoordiging, maar van de achttien bestuurders zullen er rechtstreeks amper twee uit de bedrijfswereld komen – het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) en Agoria krijgen elk een zitje. Tenzij de gewesten zich laten vertegenwoordigen door ondernemers.
Riskante onzekerheid
Over het ontbreken van een stuurman die de nodige strategische knopen kan doorhaken, durft zelfs Agoria zich niet meer uit te spreken. “Het is zeer gevoelig en politiek geladen,” laat Dominique Michel, algemeen-secretaris van Agoria, zich ontvallen. De houding van Philippe De Buck, de gewezen gedelegeerd bestuurder van Agoria, was anders. Hij kroop in het voorjaar van 2001 samen met een twintigtal topmanagers in de pen. “Het kan niet dat de huidige impasse blijft voortduren als gevolg van de besluiteloosheid van onze bewindslieden,” klonk het in een open protestbrief aan premier Guy Verhofstadt ( VLD). Tevergeefs.
De aanslepende onzekerheid weegt onder meer op het personeel: bekwame expertise dreigt weg te vloeien. “Er moet dringend een langetermijnvisie worden uitgetekend. Want waar willen we met Delcredere naartoe?” werpt Dominique Michel op. Hoewel Europa voorlopig niet aandringt op een statutenwijziging van de Belgische Delcredere, die nog een van de weinige klassieke parastatale instellingen is, zullen de concurrentieregels van de Europese Unie de staatstussenkomst – en dus de actieradius – verder inperken.
In de buurlanden werden de nationale kredietverzekeraars al verregaand of volledig opgeslorpt door privé-verzekeraars. Ze werden in de jaren negentig meegesleurd door concentratiegolven in de sector. Na een reeks fusies kwamen drie giganten bovendrijven, die vandaag samen 88% van de wereldmarkt voor kredietverzekering bestrijken: Euler & Hermes, Gerling NCM en Coface. De privé-verzekeraars dekken heel wat exportrisico’s die de NDD zelf in portefeuille houdt (zie grafiek: Wie doet wat met exportrisicoverzekeringen?).
Delcredere tekent nog voor ruim 90% van de verzekerde Belgische uitvoer op de korte termijn (tot maximum twee jaar) naar landen buiten de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). In de buurlanden werden exportdossiers in deze categorie (korte termijn/buiten de Oeso) al gedeeltelijk overgedragen aan de privé-sector. De Belgische publieke verzekeraar dekt dergelijke exporttransacties ‘voor eigen rekening’, maar wel onder staatswaarborg, zodat de NDD dit gedeelte vroeg of laat zal moeten loslaten. In 2001 was dit segment goed voor 4,6 miljard euro op een totaal van 6,8 miljard euro aan verzekerde bedragen.
“Delcredere moet blijven”
Gesteund door de grote exportbedrijven pleit Agoria ervoor dat de NDD onder andere de lucratieve verrichtingen in de categorie ‘korte termijn/buiten de Oeso’ zou blijven verzekeren. Dominique Michel wijst erop dat Delcredere vandaag een winstgevende overheidsinstelling is. “Precies omdat de rendabele kortetermijnpolissen, die goed zijn voor bijna 90% van de portefeuille, de meer risicovolle langetermijndossiers compenseren. In die mate dat Delcredere geen direct beroep moet doen op de staatswaarborg. Delcredere heeft die business nodig om in de beperkte Belgische markt te overleven,” beklemtoont Michel.
Om die optie te kunnen waarmaken, stuurt Agoria aan op een zogenaamde ‘interne privatisering’. Het zou erop neerkomen dat de politieke en commerciële risico’s op de categorie ‘korte termijn/buiten de Oeso’ in een aparte afdeling van de huidige Delcredere worden ondergebracht. Zo zou de NDD volledig marktconform, zonder staatswaarborg, kunnen concurreren met de grote privé-spelers. Dit scenario zou volgens insiders ook voogdijminister Rik Daems voor ogen hebben. Hij wil van Delcredere een publieke NV maken met een ruime autonomie, naar het voorbeeld van Belgacom, NMBS en De Post.
“Vandaag moeten vier voogdijministers hun zegje hebben: naast de minister van Overheidsbedrijven ook die van Financiën, Economie en Buitenlandse Zaken,” zegt Jean-Pierre Smit, de Delcredere-deskundige bij Agoria. “Op die manier kun je onmogelijk snel op de bal spelen en strategische beleidskeuzes maken. De nieuwe Delcredere moet autonoom beslissen over personeelsbeleid en budgetten, en moet vrij zijn internationale alliantiepartners kunnen kiezen.”
Via een ‘interne privatisering’ zou Delcredere vooruitlopen op mogelijke EU-beslissingen in 2004. Dan staat een verder opengooien van de ‘overdraagbare risico’s’ op de agenda. Dat zijn commerciële en politieke risico’s buiten de Oeso en op termijnen van méér dan twee jaar – risico’s waarvoor overheidssteun volgens Europa terecht is omdat de privé-sector daarvan afkerig blijft.
Onder Willy Boes anticipeerde Delcredere op de eerste liberaliseringsmaatregel, waarbij de categorie ‘korte termijn/ binnen de Oeso’ naar de privé-sector werd overgedragen. NDD verkocht die portefeuille aan Euler-Cobac Belgium, waarin de publieke verzekeraar nu een participatie bezit van 25%. En voordat Boes wegging, werkte hij samen met Euler & Hermes de nieuwe Mundialis-polis uit die eind 2000 boven de doopvont werd gehouden. Deze polis dekt in één pakket exportverrichtingen binnen én buiten de Oeso-zone. Sommigen zagen daarin al een afspiegeling van een mogelijke interne privatisering. Mundialis werd immers ondergebracht in een aparte vennootschap: een 50%-50%-dochter van enerzijds de Belgische en de Luxemburgse Delcrederediensten, met anderzijds privé-verzekeraar Euler-Cobac Belgium. Die samenwerking verschaft NDD toegang tot informatie over 40 miljoen ondernemingen in de 29 landen waarin Euler & Hermes actief is. Daarom zijn internationale allianties zo belangrijk voor een kleine speler.
Behoud van expertise en jobs
“Door de onzekerheid over de structuren van Delcredere is het moeilijk om nieuwe producten zoals de Mundialis-polis te ontwikkelen,” zegt Dominique Michel. “Delcredere wordt vandaag algemeen gewaardeerd om zijn expertise in de inschatting van landenrisico’s en voor de kwaliteit van zijn projectanalyses. Er zit daar heel wat kennis die niet mag verloren gaan.”
Zeker voor hun zogenaamde ‘verre export’ (buiten de Oeso-zone) zouden Belgische exporteurs volgens Agoria slechter af zijn als dat segment uit de NDD-portefeuille zou verdwijnen. “Grote exporteurs laten hun dossiers vandaag liever door Delcredere afhandelen dan via filialen in de buurlanden bij de plaatselijke privé-verzekeraar. Delcredere is sneller, efficiënter en toegankelijker, en is bereid om oplossingen op maat uit te docteren,” zegt Jean-Pierre Smit. “Om die reden kloppen zelfs multinationale bedrijven bij Delcredere aan, wat de werkgelegenheid in België ten goede komt. Zo concentreert Siemens bestellingen voor Afrika doorgaans bij Belgische dochterbedrijven, en gaat de verzekering naar Delcredere.”
Als Delcredere toch dezelfde weg opgaat als de overige publieke kredietverzekeraars, wordt de NDD gereduceerd tot een cel die alleen bevoegd is voor de ‘niet-overdraagbare risico’s’ (dossiers ‘lange termijn/buiten de Oeso’). Dat kan zijn binnen de structuur van een privé-verzekeraar, ofwel als een onderdeel van een ministerieel departement. In het privé-scenario stuurt de cel dit soort dossiers voor goedkeuring van een staatsgarantie door naar een bevoegd ministerie. Dat zogenaamde ‘tweefasesysteem’ wordt in Nederland, Frankrijk en Duitsland gebruikt. Ofwel kiest men voor het Britse ECGD-model of Export Credits Guarantee Department.
Jean-Pierre Smit: “Bedrijven met filialen in landen waar het tweefasesysteem bestaat, klagen over langere afhandelingstijden dan bij de huidige Delcredere. En als Delcredere deel wordt van een ministerie, introduceren we opnieuw de ambtenarij en krijgen we een dimensieprobleem. Als de kortetermijnbusiness wegvalt, zal heel de logistiek van Delcredere immers moeten werken voor een kleine omzet. We hebben in België nu eenmaal veel minder producenten van uitrustingsgoederen dan in Engeland, waar ECGD grote volumes te verwerken krijgt.”
Voor Agoria is de conclusie: op naar een interne privatisering, ingebed in een sterke maar zelfstandige publieke verzekeraar. Dominique Michel vreest één scenario: dat politici die willen besparen een afgeslankte NDD dan maar helemaal zouden opdoeken. “Dat zou een ramp zijn. We hebben met Delcredere een troef in handen die andere landen niet hebben.”
Erik Bruyland [{ssquf}], erik.bruyland@trends.be
De sterke routine van de Delcrederedienst verklaart mee waarom paars-groen zich niet haast om een nieuwe topman te benoemen.
Hoe lang duurt het nog voordat de EU de staatstussenkomst – en dus de actieradius – van de Delcrederedienst inperkt?
Vandaag is de Delcrederedienst een rendabele overheidsinstelling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier