“De zwijgende meerderheid hoor je niet, enkel de huilende wolven.”

Ex-VRT baas Tony Mary werkt aan een politiek platform voor een federaal, efficiënt en solidair België. Met de nadruk op België. Tegelijkertijd is hij ook zakelijk weer actief.

14 maanden geleden werd Tony Mary (58) aan de deur van de VRT gezet. Het einde van een saga met kletterende ruzies, geruchten over torenhoge onkostennota’s en een slag om een zware ontslagpremie. Vandaag blijft die periode oprispingen geven. Tony Mary kan niet tegen verliezen. De ironie wil dat dit gesprek bij hem thuis plaatsheeft, op een steenworp van het Flageyplein, waar de oorsprong van de VRT ligt.

Maar het was niet op het Flageyplein dat Tony Mary recent werd gespot, wel op de betoging die op 18 november in Brussel doorging pro België.

TONY MARY. “Ik stoor me aan een land dat zich baseert op clichés, symbolen en halve waarheden. De rijkste provincie van het land is Waals-Brabant, de UCL levert de meeste patenten af, de meeste jobs met toegevoegde waarde worden gecreëerd op de as Brussel-Waver-Namen-Aarlen. De Vlamingen maken vandaag exact dezelfde fout als de Walen vijftig jaar geleden: ze ondersteunen op termijn ten dode opgeschreven industrieën als de automobiel en chemie. Men hevelt steeds meer bevoegdheden over, maar dan wordt er verder niets geregeld. Kijk naar de geluidsnormen of de geregionaliseerde radiofrequenties. Het gevolg is dat je de VRT-radio niet in Brussel kan beluisteren.”

Start u een politieke beweging?

MARY. “Er is geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om een partij op te richten. Ik heb nooit aan partijpolitiek gedaan. Omdat Dirk Van Mechelen mij benoemde bij de VRT, was ik plotseling een liberaal. Ik ben eigenlijk links, geen socialist, maar ik geloof in solidariteit. Ik ben de zoon van een ambtenaar, ik ben de kleinzoon van keuterboerkes.

“Ik ben beginnen spreken met mensen uit de zakenwereld, de vakbondswereld, de culturele wereld. Ik heb geen temperament om te blijven zeggen: ‘wat doen we eraan?’ Na de betoging kreeg ik telefoons van mensen die spontaan zeiden dat ze willen meedenken. Onder andere Eric Domb (UWE), Paul Buysse (Bekaert), Rudy Aernoudt, Roland Duchatelet (Melexis), Patrick De Maeseneire (Barry Callebaut), Francis Verheughe (Siemens), Pierre Chevalier, Willy Winkelmans (Universiteit Antwerpen), Jean-Pierre Cardinael (ex-Fortis), Philippe D’Heyghere steunen de idee.”

Als het geen partij wordt, wat wordt het dan wel?

MARY. “Ik wil een platform creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Er moet een kantoor zijn en een minimaal secretariaat. Ik moet verder een aantal mensen hebben waarlangs ik toegang krijg tot studiediensten. Ik heb lang gesproken met Rudy Aernoudt.

“Als al die logistieke zaken klaar zijn en de visie duidelijk is, kunnen we starten.”

Wat is die visie?

MARY. “Ik droom van een federaal, efficiënt en solidair België, dat gebruikmaakt van zijn troeven en dat de verschillen tussen de regio’s onderkent en erkent.”

Wat is het verschil met B-Plus?

MARY. “Ik ben lid van B-Plus, maar zij werken te veel met symbolen. Zij zijn voor een federaal en efficiënt België. Ik voeg daar nog het woord solidair aan toe. Ik ben ook geen Belgicist. Ik wil niet terug naar 1970. Maar geen enkele structuur kan functioneren zonder een hiërarchie van bevoegdheden. In dat opzicht ben ik voor artikel 35 (nvdr – dat grondwetsartikel heeft het over de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid). De beweging die ik in het leven wil roepen, zal wel samenwerken met B-Plus.”

De groep mensen die kiest voor splitsing wordt wel steeds groter.

MARY. “De zwijgende meerderheid hoor je niet, enkel de huilende wolven. Ik hoop dat het realisme terugkomt. Ik ga niet in een Vlaams Vlaanderen wonen op het ogenblik dat de wereld globaliseert. Een taalgebonden gebied maken, is totaal passé. Dat is ‘volkseigenen’ en ‘volksfremden’ en daar heeft mijn familie een heel slechte herinnering aan.”

Toch merk je dat op een aantal gebieden de regels niet meer werken. De regio’s hebben toch nood aan eigen accenten?

MARY. “Absoluut akkoord. Onder meer de vergrijzing is door de demografische realiteit anders in Vlaanderen dan in Brussel en Wallonië. Natuurlijk moet je dan een andere politiek kunnen voeren. We moeten beleid voeren op het niveau waar dat het efficiëntst kan gebeuren. Waar, dat is bijzaak.”

Als je dit principe hanteert, kom je dan in Wallonië niet in de problemen wegens geldgebrek?

MARY. “Ik ga ervan uit dat wanneer Vlaanderen geld geeft aan Wallonië, je dan een instrument nodig hebt waarmee Wallonië verantwoording moet afleggen voor dat geld, net zoals dat bij Europese steun het geval is.”

U bent zakelijk ook terug actief geworden?

MARY. “Ik werk op drie pistes. Ten eerste heb ik zitting in een aantal raden van bestuur. Ik ben voorzitter van twee -IP Globalnet en Memnon. Ik ben bestuurder bij het modebedrijf Mayerline, bij Caesar Real Estate Fund en bij P&V Verzekeringen. Ik ben heel fier dat ik daar bestuurder ben, als ‘liberaal’ in een socialistisch nest (lacht). Daarnaast ben ik strategisch consultant. Voor een tweetal bedrijven bedenk ik nieuwe multimediale concepten. En ten slotte coach ik nog drie jonge CEO’s.”

Wat doet u bij IP Globalnet?

MARY. “Men rekent er op mijn ervaring op het vlak van technologie, callcenters en crisismanagement om een doorstart van het bedrijf te doen. IP Globalnet is het slachtoffer van zijn eigen succes. Het is vergeten de structuren aan te passen aan de snelle groei. Zeer weinig entrepreneurs zijn ook corporate executive. Op een gegeven moment heb je andere mensen nodig.”

U bent in conflict vertrokken bij de VRT; u hebt de perceptie tegen van de hoge onkostennota’s.

MARY. “Heeft u ooit een torenhoge onkostennota van mij gezien? Ik denk het niet, want ze zijn er niet. Reputatie? Ik heb het geluk dat ik twintig jaar meedraai en de meeste mensen die belangrijk zijn mij kennen en niet voortgaan op reputaties en percepties.”

Toch is dit een beetje een afscheid in mineur, na IBM, Belgacom, KPMG en VRT.

MARY. “Ik eindig niet bij IP Globalnet, ik ben geëindigd bij de VRT.”

Dit is bezigheidstherapie?

MARY. “Neen. Ik heb beslist om een beetje meer tijd te maken voor mezelf en mijn vrouw. Ik ontbijt nu terug samen met haar. Ik heb nog een droom: rechten studeren en dan stage lopen bij mijn zoon Sven. En dan gaan we samen een assisenzaak doen, hij als patron en ik als stagiair. Dat zou mooi zijn.”

Hoeveel uur per week werkt u nu?

MARY. “Om 6 u zit ik al voor mijn pc, maar om 7 u 45 ga ik pistolets halen, dat is het verschil met vroeger. Ik lees nu ook weer meer. In de tijd van de VRT kon dat haast niet meer. Ik ga nu ‘In Europa’ van Geert Mak lezen. Ik heb net ‘Les bienveillantes’ van Jonathan Littell ( nvdr – de Prix Goncourt van 2006) gelezen. Maar ik lees ook Aspe, managementhandboeken, Harry Potter.”

Hoe hebt u een gezinsleven kunnen combineren met die levensstijl?

MARY. “Ik heb mijn kinderen met de telefoon opgevoed. Ik belde elke morgen om 7 uur, elke avond om 18 u en ook om 22 u. Als hun naam op mijn gsm-scherm verscheen dan verdween ik meteen uit de vergaderingen, tenzij ik aan het speechen was. Ik was virtueel aanwezig. Zou ik het vandaag anders doen? Ik geloof het niet.”

Is het dat allemaal waard, achteraf beschouwd?

MARY. (lange stilte). “Ja. Ik ben tevreden met wat ik gedaan heb. Mijn familie hangt aan elkaar. Mijn vrouw ziet me nog steeds graag.”

Door Lieven Desmet en Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content