DE ZONDVLOED

15.000 strafbare handelingen

Reeds in 1588 schreef Montaigne dat het beter zou zijn helemaal geen wetten te hebben dan de massa in voege zijnde wetten. Hoe zou Montaigne vandaag reageren op de huidige “wetten-diarree” ? Wie de rapporten leest over de toevloed van normatieve teksten in onze moderne democratieën, gelooft zijn ogen niet : jaarlijks worden duizenden wetteksten op de burger afgevuurd. Tussen 1960 en 1985, aldus het Rekenhof in zijn 143ste Jaarboek, kwamen in dit koninkrijk welgeteld zesenvijftigduizenddrieënvijftig normatieve teksten in voege (wetten, KB’s, Ministeriële Besluiten). De decreten en besluiten van de deelregeringen zijn hierin nog niet meegerekend.

Geen zorg, hoor ik velen zeggen : Vlamingen hebben de plantrekkerij in hun genen en zullen wel leren leven met deze legislatieve zondvloed. Voorlopig draait onze economie nog mooi rond en wordt het grootste deel van de bevolking niet lastiggevallen met gevangenisstraffen en boetes, die wellicht opgelegd zouden moeten worden bij een strikte toepassing van al onze wetten.

ROMPSLOMP.

Bij dit soort relativerende opmerkingen heeft men echter geen oog voor de daling van de bestuurlijke kwaliteit en van de rechtszekerheid die teweeggebracht worden door de toevloed van wetten. Een ander gevolg zijn de sluipende economische kosten : de legislatieve zondvloed betekent voor het toch al zwaar belaste bedrijfsleven nog hogere uitgaven.

Het VBO berekende dat de administratieve rompslomp het bedrijfsleven jaarlijks 208 miljard kost, of ongeveer 2,5 % van het BNP. Het gemiddeld Belgisch bedrijf heeft maandelijks een volledige werkweek van een voltijds werknemer nodig om alle administratieve verplichtingen na te komen.

Met nieuwe milieureglementeringen op Vlaams en Europees vlak in het vooruitzicht, kan deze rompslomp alleen maar toenemen. Mocht men wat zuiniger zijn met de afwenteling van administratie op de bedrijven, dan zou de hieruit voortvloeiende besparing gebruikt kunnen worden om de bedrijven competitiever te maken met bijkomende tewerkstelling als gevolg.

GEVAAR.

De toevloed van wetten ontregelt bovendien de normale werking van het bestuurlijk en gerechtelijk apparaat. Elke nieuwe vergunningsplicht, elke nieuwe adviesplicht, elke nieuwe reglementering verhoogt de werkdruk op de ambtenarij. Zelden wordt onderzoek gedaan naar de weerslag van nieuwe regelgeving op de werking van de administratie. Het resultaat laat zich raden : ambtelijke achterstand, het niet (kunnen) respecteren van termijnen, verzwakkende motivatie, toename van administratieve procedures.

Erger nog is het effect van de legislatieve zondvloed op de werking van het gerecht. Aan de meeste reglementeringen en vergunningsstelsels wordt uiteraard een strafmaat verbonden. Waar men een eeuw geleden het aantal misdrijven nog overzichtelijk beschreven kon vinden in het strafwetboek, zouden er nu in dit land ongeveer 15.000 soorten strafbare handelingen zijn.

Deze “explosie van de incriminatie”, zoals criminologen dat geleerd benoemen, brengt mee dat men een vervolgingsbeleid moet voeren. Gestuurd door de minister van Justitie en de procureurs-generaal, moeten de parketten prioriteiten stellen voor de vervolging van misdrijven : bijvoorbeeld drugsgebruik een stuk minder, fiscale fraude des te meer.

Een dergelijk vervolgingsbeleid kan op de lange termijn een reëel gevaar vormen voor de rechtsstaat. Naargelang van de politieke voorkeuren van de gerechtelijke top, wordt het wettenarsenaal selectief toegepast ten opzichte van bepaalde sociale klassen en minderheidsopinies.

JUNGLE.

Kan de toevloed van wetten gestopt worden ? Wie met nostalgie omkijkt naar de negentiende eeuw, toen het parlement zowat vijf wetten per jaar goedkeurde, moet zich geen illusies maken : onze sociaal-regulerende en milieubeschermende welvaartsstaat zal hoe dan ook een uitgebreide regelgeving blijven vergen. Niettemin moet het mogelijk zijn om, ook zonder een dramatische terugkeer naar de minimal state, meer orde te scheppen in de jungle van de wet.

Ik weet, waarde lezer, dat mijn verhaal eentonig wordt maar het moet opnieuw gezegd worden : in Nederland is alles beter (behoudens het bier en de gastronomie). Sinds 1984 werken onze noorderburen hard aan een wetgevingsbeleid waarbij ze streven naar een uiterst zuinige regelgeving. De vroegere calvinistische regelzucht is als het ware overgeslagen naar de regelgever zelf, hetgeen leidt tot een drastische reductie van de regels.

WETBOEK.

Als uitvloeisel van de dereguleringscommissie Geelhoed en Van der Grinten werd in 1984 in de schoot van het ministerie van Justitie de strafafdeling Wetgevingsbeleid opgericht. Hiertoe behoort de commissie Toetsing Wetgevingsprojecten ; die heeft de bevoegdheid om wetsvoorstellen aan een juridische toetsing te onderwerpen, maar ook om een uitgebreid economisch en sociologisch onderzoek in te stellen naar de kosten inzake handhaving en administratie, naar mogelijke perverse neveneffecten en alternatieven van zelfregulering.

In een uitgebreid “wetboek voor de wetgever” wordt er trouwens zeer sterk op aangedrongen nieuwe regulering en strafmaatregelen te vermijden en vooraf te onderzoeken of convenanten, zelfregulering en bestuurlijke sancties niet aangewezen zijn. Deze “zuinigheidsfilosofie” inzake regelgeving blijkt te berusten op een politieke consensus : ze werd toegepast onder een rooms-blauw kabinet en wordt onverminderd voortgezet door paars.

STAATSBLAD.

In België staan we op dit vlak nog niet ver. De Raad van State beschikt weliswaar over de afdeling Wetgeving, die fel haar best doet om via adviezen de juridische kwaliteit van de regels op peil te houden. Haar controle is echter beperkt tot het puur juridische en zij grijpt pas in wanneer de teksten politiek gezien al klaar zijn voor goedkeuring. Van een meer uitgebreide wetsevaluatie, zoals onder meer gevraagd wordt door de Vlaamse Juristenvereniging, is vooralsnog geen sprake.

Het is op zijn minst twijfelachtig of het Belgisch koninkrijk het aantal pagina’s in zijn Staatsblad zal kunnen reduceren. Zullen we dan maar wachten op een hopelijk zo dun mogelijk Vlaams wettenbulletin ?

BOUDEWIJN BOUCKAERT

Prof. dr. Bouckaert is voorzitter van de vakgroep Grondslagen van het Recht, faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content