De zakenlui achter de tralies

Een ambtenaar en een industrieel slaan de handen in elkaar. Ze vertellen in een Antwerpse loods het verhaal van een onmogelijke liefde en tralies. Het bewijs dat er plaats is voor Vlaamse musicals.

De totale kostprijs van de productie ligt _ afhankelijk van de speelduur _ nog veel hoger. Het budget waarmee het kersverse musicalhuis rekent, ligt tussen 3,72 en 5,95 miljoen euro (150 en 240 miljoen frank). Om ooit break-even te geraken, rekenen de ondernemers op minimaal 120.000 bezoekers die tussen 18,5 en 60 euro (750 en 2450 frank) voor een kaartje betalen. In het oorspronkelijke plan loopt de musical tot eind januari, maar om echt uit de kosten te komen, moet die periode nog wat worden uitgerokken. En daarom hoopt het huis te kunnen spelen tot einde mei 2002.

Van cabaretiers tot theaterondernemers

De twee sleutelfiguren achter Ben kennen elkaar al jaren. In hun jonge jaren stonden ze al samen op de planken als cabaretduo. Van Rillaer werd cultuurfunctionaris van Antwerpen en speelde Lambik in de musical Suske en Wiske. Huyben trok naar Congo en ging daarna aan de slag bij het transport- en expeditiebedrijf ECS European Containers. “Een drietal jaar geleden kwam Ronald al met zijn idee voor een musical bij mij,” vertelt hij. “Het duurde een tijdje voor ik het libretto had gelezen, maar toen het zover was, besloot ik een sabbatjaar te nemen. Ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Al zal mijn beslissing ook wel zijn gestuurd door de typische midlifecrisis van een prille veertiger.”

Ook Van Rillaer nam een jaar verlof zonder wedde om zich als artistiek leider met de musical bezig te houden. Huyben moeit zich niet met de artistieke invulling. “Ik doe het voor de kick van het organiseren,” legt hij zijn motivatie uit.

Het duurde tot begin dit jaar eer de productie echt uit de startblokken kwam. De vennootschap via dewelke de productie op de planken wordt gezet en die de 44 acteurs en muzikanten betaalt, is pas in mei 2001 opgericht. Aanvankelijk met een kapitaal van 185.920 euro (7,5 miljoen frank). Maar deze zomer kwam daar een kleine 332.261 euro (13 miljoen frank) bij van privé-investeerders. Daarvan is echter in het handelsregister nog geen enkel spoor terug te vinden. Naar eigen zeggen beschikt Ben De Musical nu over 500.000 euro maatschappelijk kapitaal. Er zijn acht vennoten, maar die zijn discreet. “Ze zien hun naam liever niet in de pers verschijnen,” beklemtoont Huyben, die met een participatie van 6% zelf een van de aandeelhouders is. Met 20% van de aandelen is Vademope bv uit Rotterdam één van de belangrijkste investeerders. Huyben: “We hebben onze investeerders steeds voorgespiegeld dat het hier om risicokapitaal gaat. Als de kritieken goed zijn en het stuk loopt als een trein, dan zit er winst in. Maar dit project kan ook falen en dan zijn ze wellicht alles kwijt.”

Overdaad schaadt niet

Is er in Vlaanderen wel plaats voor Kuifje, Ben, Camelot én de Prehistorie? “In Nederland heb je dit jaar achttien nieuwe producties. Daar is er misschien sprake van overdaad, maar Vlaanderen heeft nog een groeimarge. Hier gaat 6% van de bevolking naar musicals kijken, terwijl dat in Nederland 15% is,” schetst Van Rillaer.

Hij beklemtoont ook graag de verschillen tussen de vier producties: “Wij spelen meer in op de emoties en kunnen minder goochelen met geld voor fabuleuze decors zoals bijvoorbeeld Kuifje”.

De cast van Ben bestaat nagenoeg uitsluitend uit Vlamingen. Ook dat is apart. De hoofdrolspelers van de kaskraker Phantom of the Opera bijvoorbeeld waren een Amerikaan en een Duitse. Van Rillaer: “Er is voldoende talent bij ons. Waarom zouden we een Amerikaan eerst Nederlands moeten leren?”

Maar de uiteindelijke ambitie van Ben is de productie in het buitenland aan de man te brengen. Daarop krijgt Ben De Musical nv dan een percentage van de omzet als productierechten uitbetaald. Vanaf dan is het allemaal pure winst. “Dat we in een loods spelen, is daarbij een voordeel,” lacht Huyben. “Als we met de productie naar Londen willen, kan dat relatief snel. Voor een theaterproductie zit je algauw met wachttijden tot vijf jaar. Een lege hangaar vind je overal.”

Roeland Byl