De wonderpil van Bayer Antwerpen
Nog maar enkele jaren geleden ging Bayer door een diep dal. Een herstructurering later is Bayer slanker, frisser en een beursnotering rijker. Bayer Antwerpen kreeg vorige maand bovendien de titel van aantrekkelijkste werkgever. O ja, én 40 miljoen euro voor nieuwe investeringen. Is het gevaar voor een verhuizing nu helemaal verdwenen?
De splitsing van de Duitse farma- en chemiereus Bayer in een bedrijf voor bulkproducten, Lanxess, en een onderneming voor nieuwe technologie, Bayer, is een succes. Eén maand na de eerste notering van Lanxess op de beurs van Frankfurt bedraagt de gecumuleerde beurswaarde van beide aandelen 28 euro. Dat is een stijging van 17 % tegenover het moment dat alle activiteiten nog onder één paraplu zaten. Bovendien draagt Bayer sinds vorige maand de titel van ‘aantrekkelijkste werkgever van België’.
Een opsplitsing van de activiteiten is in de chemiesector niet ongewoon. Het afgelopen decennium wijzigden de ondernemingen in de scheikunde bijna allemaal hun structuur. Begin jaren negentig hadden de meeste nog een hybride structuur met scheikundige productie en geneesmiddelenonderzoek. Het synergievoordeel dat die activiteitencombinatie opleverde, bleek echter hoe langer hoe minder op te wegen tegen het verschillende risicoprofiel van beide activiteiten. ICI, Rhône-Poulenc, Hoechst en BASF stoten hun farmaciepoot af. Uitzonderingen op die trend waren Solvay en Bayer, die aan het oude stramien vasthielden. Na de economische terugval in 2001 en het terugtrekken van cholesterolverlager Lipobay moest ook de groep uit Leverkusen – onder meer groot geworden dankzij het wereldwijde succes van de aspirine – buigen voor de wil van de markt. En zelfs dan koos het concern uit Leverkusen voor een andere aanpak dan een afsplitsing van de farmaceutische tak.
Drie jaar geleden stelde Bayer een internationaal herstructureringsplan op. Het concern werd afgeslankt en onderging een eerste hervorming tot een strategische holding met vier autonome entiteiten die hun eigen investeringen moesten financieren: Chemicals (basischemie), Polymers (kunststoffen), CropScience (voeding) en HealthCare (gezondheid). Daarnaast ontstonden drie servicefirma’s: Business, Technology en Industry. Wereldwijd vloeiden 15.000 mensen af. De Belgische vestiging verloor 600 van de 2500 werknemers – inclusief de sluiting van een joint venture tussen Bayer en Shell – zonder naakte ontslagen of werkonderbrekingen.
Sleutelwoord: permanente communicatie
Op 31 januari rondde Bayer de operatie af met de beurs- introductie van Lanxess. Naast de basis- en fijnchemicaliën omvat deze subgroep ook een deel van de polymerentak. Het concern telt 20.000 medewerkers en realiseert een jaaromzet van naar schatting 6 miljard euro op een totaal van 30 miljard euro. René De Cleyn, gedelegeerd bestuurder van Bayer Antwerpen: “Lanxess produceert de klassieke chemicaliën en kunststoffen die al jaren op de markt zijn. Aan bijvoorbeeld het procédé van zwavelzuur, dat zo oud als de straat is, valt weinig of niets te verbeteren. Die verkoop vereist een totaal andere structuur en marketing dan de producten die veel onderzoek en ontwikkeling – inclusief investeringen – vragen. De splitsing heeft een nieuwe dynamiek in de groep teweeggebracht. Antwerpen is daar een mooi voorbeeld van. Sinds Lanxess als afzonderlijk bedrijf opereert, hebben de werknemers een nieuw elan gevonden. Ze liepen vroeger een beetje verloren in de grote korf van innovatie.”
Na de afsplitsing volgde een tweede hervorming tot drie deelconcerns – HealthCare, CropScience, Material Science – die samen goed zijn voor een omzet van 24 miljard euro. Volgens critici blijft de nieuwe structuur toch nog een hybride moloch, die niet uitblinkt door transparantie. De Cleyn: “Het is toch niet fout gebruik te maken van de synergie die tussen de drie poten van Bayer blijft bestaan. Trouwens, we blijven ook een belangrijke leverancier van Lanxess.” Lanxess bekleedt nu wereldwijd de derde plaats in de chemiesector, na BASF en Degussa.
Na een relatief zwakke periode stevent Bayer Antwerpen nu op een goed jaarresultaat af. Nochtans staat de dollar laag en de prijs van olie – de basisgrondstof voor de chemiesector – is hoog. Hoe valt dat te rijmen met de verwachte winstprognoses in 2004? De Cleyn: “Theoretisch klopt daar inderdaad iets niet. Maar we hebben eindelijk de prijzen voor onze eindproducten kunnen verhogen, na bijna een decennium lang prijsverlagingen door de sterke concurrentie op de wereldmarkt.” Toch blijft de toekomst onzeker, vooral nu de Chinese industrie zeer veel petroleum opslorpt. Hoewel de Aziaten geen onmiddellijke bedreiging voor de Europese chemiesector vormen, heeft hun sterke groei toch effecten op de internationale markt. De Cleyn: “Daarom is een verhoging van onze competitiviteit van groot belang. Gelukkig heb ik de vakbonden met mijn masterplan in oktober 2002 kunnen overtuigen dat minder personeel en meer rendement de enige mogelijkheid was om op termijn te overleven.”
Het sociale klimaat bij Bayer is inderdaad relatief rustig gebleven onder de afslankingsoperatie enkele jaren geleden en de huidige opsplitsing van het bedrijf. Wat is het geheim van De Cleyn? “Door zelf het voorbeeld te geven en overal uitleg te gaan verschaffen over de strategie is de operatie geslaagd. Permanente communicatie met alle medewerkers is het sleutelwoord voor succes.”
Daarnaast werkte de Antwerpse vestiging voortdurend aan de verbeterde benutting van de installaties en zocht ze besparingen in het milieu- en energiebeleid. Zo heeft Bayer Antwerpen in twee jaar tijd zijn volume afvalwater tot één derde teruggebracht, waardoor de milieuheffing zakte van 3,5 miljoen naar 1,2 miljoen euro. Eind vorig jaar kon de Antwerpse bedrijfsleiding het hoofdkwartier in Duitsland ervan overtuigen om in Antwerpen een nieuwe eenheid voor de productie van aniline – de chemische basis voor polyurethaanschuim – te bouwen. De bestaande installatie wordt uitgebreid met 25.000 ton. De totale investering bedraagt 20 miljoen euro. Niet met- een de grootste investering ooit, maar wel een signaal dat Antwerpen nog een toekomst heeft.
Geeft Kyoto de doodsteek?
De uitbreiding staat in schril contrast met de alarmkreet die de topman van Bayer samen met zijn collega van BASF in augustus 2003 slaakte: het Kyoto-protocol zou de doodsteek voor de Antwerpse chemiesector betekenen. Ruim een jaar later maken beide bedrijven nieuwe investeringen en groeiprognoses bekend. Hebben ze de publieke opinie dan wat voorgelogen? De Cleyn: “Neen. Onze waarschuwing was terecht. In de eerste plaats wilden we wijzen op al onze ecologische inspanningen uit het verleden. In dertig jaar tijd verviervoudigde de productie van de scheikundige industrie in Antwerpen, terwijl de energiestijging beperkt bleef tot 160 %. Dat betekent een concrete besparing van 63 % per eenheid. Vandaag investeert Bayer wereldwijd 1,4 miljard euro per jaar in milieu. Daarom stoot de scheikundige industrie in Vlaanderen – nochtans de tweede grootste chemiecluster in de wereld – slechts 14 % van alle broeikasgassen in onze regio uit. De huishoudens, die weinig of niets moeten betalen, zijn verantwoordelijk voor ongeveer 30 % van de vervuiling. Daarom verwerpen wij elke fiscale verhoging van onze energielasten.”
Volgens de topman van Bayer kampt de chemie in België met drie structurele handicaps: Kyoto, hoge lonen en dure energie. De Cleyn: “Als de Antwerpse vestiging relatief veel meer dan haar buitenlandse collega’s aan Kyoto moet betalen, komt de concurrentiepositie van het bedrijf in gevaar. Hoewel België slechts 3 % van de Europese CO2 uitstoot, moeten wij 11 % van de totale reductiekosten ophoesten. Duitsland en Frankrijk nemen elk maar 3 % voor hun rekening, terwijl ze verantwoordelijk zijn voor respectievelijk 24 % en 14 % van de emissies.”
Bovendien, zegt De Cleyn, liggen de werkgeverskosten voor een Belgische ploegenarbeider 25 % hoger dan bij onze noorderburen, terwijl de werknemer daar amper de helft van overhoudt. “Voor een brutoshiftvergoeding van 100 euro betalen wij 136 euro, waarvan het personeel slechts 45 euro netto krijgt. In Duitsland kost dat de werkgever slechts 106 euro, terwijl de arbeider 85 euro op zak steekt. Met zulke vergoedingen prijst ons land zich uit de markt. De sociale partners spelen hier te weinig op in met de indicatieve loonnorm van 4,5 % die ze vorige maand overeenkwamen. Om op termijn het hoofd boven water te kunnen houden, zouden we beter matigen.”
Ten slotte is energie in ons land duurder dan in de buurlanden, betoogt de topman. “Hoewel de stroomkost slechts 40 euro per megawattuur bedraagt, betalen wij nu al 48 euro. Dat bedrag zal tegen 2010 oplopen tot 55 euro door zeven verschillende heffingen. Op fiscaal vlak passen Nederland, Frankrijk en Duitsland plafonds toe. Wij niet.”
De Belgische troeven
Ons land beschikt nog steeds over belangrijke troeven, aldus De Cleyn: productiviteit, knowhow en creativiteit. “Maar die sterke punten zijn geen eeuwig leven beschoren. Gelukkig kan je een chemische megacluster zoals in Antwerpen niet zomaar verhuizen. Maar op termijn bestaat dat gevaar wel. Wil de regering de huidige industrie – inclusief werkgelegenheid – behouden, dan moet het beleid iets aan de drie handicaps doen.”
De hoofdzetel in Leverku- sen zet inmiddels het licht op groen voor een tweede investering van 20 miljoen euro. Ditmaal gaat het om de uitbreiding van de polycarbonaatlijn. Polycarbonaat, een uitvinding van Bayer uit 1953, heeft nog veel toekomstmogelijkheden, zegt De Cleyn. “Het is de grondstof voor cd’s, waterflessen, de beglazing van auto’s en de overkapping van stations. Met een sterke afdeling onderzoek en ontwikkeling kunnen hier nog veel nieuwigheden van de band rollen. Polycarbonaat is de aspirine van de toekomst. En wij fungeren wereldwijd als competentiecentrum in de productie ervan.”
Met de steun van de vakbonden (zie kader: Wat Bayer Antwerpen voor zijn werknemers bedong) en een verantwoord milieubeleid van de overheid gelooft de topman van Bayer in een bloeiende toekomst van zijn bedrijf in Antwerpen. De Cleyn: “In het zogenaamde allocatieplan, dat de emissieplafonds per onderneming vastlegt, hebben wij voldoende ruimte gekregen om door te kunnen groeien. Daartegenover staat wel dat we wat milieu betreft tot de top van de wereld blijven behoren.”
Ook is hij blij met de belofte van José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, om de ontwerprichtlijn over chemicaliën aan te passen. De Cleyn: “Wij zijn voorstander van de registratie en de evaluatie van chemische stoffen op hun toxische gehalte, maar verwerpen de gedetailleerde aanpak van de richtlijn. Gelukkig wil het Europees parlement nu de polymeren en de kunststoffen eruithalen en de maatregel spreiden in de tijd. Dat getuigt van een pragmatische aanpak.”
“Voorlopig vormt ook China geen bedreiging voor Antwerpen,” besluit De Cleyn. “De Chinezen zitten nog lang niet op kruissnelheid. Bovendien is de interne markt zo groot dat de afzet nog lang gewaarborgd blijft. Bayer bouwt ter plaatse fabrieken om aan de lokale behoeften te voldoen. Vraag is echter hoe die maatschappij een economische groei van 10 % per jaar kan volhouden zonder te imploderen. Bovendien zal op termijn een belangrijk tekort aan geschoold personeel ontstaan door de strenge geboortebeperkingen.”
Roeland Byl Eric Pompen
“Gelukkig kan je een chemische megacluster zoals in Antwerpen niet zomaar verhuizen. Maar op termijn bestaat dat gevaar wel.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier