De wonderbaarlijke vermenigvuldiging der schulden
Ik bevind mij nog steeds in een toestand van lichte shock. Ik weiger immers nog altijd te aanvaarden dat de banken gedaan hebben wat ze gedaan hebben. Hoeveel honderden miljarden euro’s gingen nu al in rook op? En de banken blijven maar waarschuwen: er is nog meer op komst. Bovendien verliezen we elke zin voor realiteit. Bij de eerste berichten over Madoff, bleek Dexia slechts in beperkte mate blootgesteld. Slechts 85 miljoen euro. Dat lijkt zo’n belachelijk lage bedrag. Maar plaatsen we dit belachelijk lage bedrag eens in perspectief. Nemen we een bankbediende met een jaarsalaris van 50.000 euro en met een meerwaarde van 20.000 euro (dat is toch een rendement van 40 procent, niet slecht). Hoeveel manjaren moet zo’n bediende werken om dat kleine verlies goed te maken? Juist 4250 jaar!
Wees niet ongerust, ik ken de klassieke verklaringen: hebzucht van bankiers, hebzucht van beleggers, complexiteit van de producten, consumptiedrift van de Amerikanen, uiteraard is het de schuld van George Bush, maar vooral van Alan Greenspan. Maar neem nu de hebzucht. Hebzuchtige oude dametjes steken hun geld onder de matras en bankiers nemen dus gekke risico’s. Wat is dan de verklarende waarde van ‘hebzucht’? En waarom zouden bankiers hebzuchtiger zijn dan postbodes, dokters of columnisten? Bankiers kennen toch beter dan wie ook de risico’s… Als het echt hebzucht zou zijn, dan zouden de bankiers juist voorzichtiger geweest zijn. Want in alle klassieke verhalen over hebzuchtigen, worden ze als vrekken afgebeeld, die niets of niemand vertrouwen, en dus zeker geen exotische beleggingsinstrumenten.
En dus blijf ik ronddwalen in een toestand van lichte verbijstering. Ik volg lezingen, klamp experts aan en lees boeken geschreven door internationaal erkende deskundigen. Het licht scheen nauwelijks in de duisternis. Tot mijn blik viel op een artikel in de Britse krant The Times van 26 januari. Wat daar stond, had ik nog niet echt beseft. Het lijkt evident, achteraf, en toch bekroop mij een driedubbel gevoel: ten eerste ah, ah, nu begrijp ik een aantal zaken veel beter, ten tweede, alle economen zullen dat al lang wel geweten hebben, waarom hebben ze ons dan niet gewaarschuwd en dan ten derde, weer de twijfel: klopt dat wel?
Ik probeer te vertalen wat er in een column van Anatole Kaletsky stond. Neem nu fabrikant GHI die zijn machinepark wil uitbreiden met een machine van 1 miljoen euro. In de traditionele bankwereld, leent GHI 1 miljoen bij Fortis. Maar in de moderne, gesofisticeerde, risicovrije wereld loopt dat anders. GHI tekent een leasecontract voor 1 miljoen bij General Electric Credit. GE verkoopt dan op zijn beurt voor 1 miljoen obligaties aan a spe-cial purpose vehicle, dat zichzelf van fondsen voorziet door 1 miljoen commercial paper te verkopen aan een hedgefonds. Dat fonds zal dan 1 miljoen lenen van een makelaar, die op zijn beurt 1 miljoen zal lenen van Barclays Capital, dat op de interbankenmarkt 1 miljoen zal lenen bij… Fortis. Als er iets echt fout loopt bij GHI, dan gaan in het totaal niet 1 miljoen, maar 6 miljoen verloren… Vandaar die reusachtige verliescijfers, maar in werkelijkheid is er maar 1 miljoen verlies.
En nu dus de vraag: klopt dat wel? Ik heb het voorbeeld voor mezelf wat vereenvoudigd met slechts één tussenpersoon en het lijkt allemaal wel te kloppen. We hebben dus wel degelijk aan de wonderbaarlijke vermenigvuldiging der schulden gedaan. Mijn hebzuchtige geest heeft snel gezocht of het omgekeerde ook waar is. Kan ik met 1 miljoen plots zes bedrijven rijk maken? Helaas, er bestaat niet echt een wonderbare vermenigvuldiging der inkomsten. Toch niet op die manier, daar heb je piramideschema’s voor nodig. In de wereld van ons voorbeeld verdient iedereen een (kleine) premie door een niet meer te bepalen risico te lopen. En je moet dus heel veel transacties uitvoeren om veel te verdienen. Ondertussen verdwijnt elk inzicht in het echte risico – GHI dat het rendement van de machine slecht heeft ingeschat – maar niemand lijkt dat gemerkt te hebben, want iedereen herhaalt tegen iedereen ‘alles onder controle’. En de sommen die ‘onder controle waren’ stegen exponentieel en helaas bleek het risico ‘onbepaald’, iets zoals een deling door nul, vrees ik.
Ik begrijp nog altijd niet hoe het allemaal mogelijk is geweest, maar ik begrijp nu wel waarom de getallen zo groot zijn. En zoals Kaletsky opmerkte: bijna alle schulden die nu wereldwijd en torenhoog opgestapeld liggen, zijn bijna louter financiële schulden. Schulden van hedgefondsen, van banken, kortom van al die tussenpersonen uit het fictieve voorbeeld. De schulden van niet-financiële instellingen zijn sinds 1990 slechts langzaam gestegen. Maar die van de financials wel exponentieel. Ik begrijp het nog altijd niet volledig, maar ik slaap toch al wat beter. (T)
DE AUTEUR IS HOOFDDOCENT AAN DE UNIVERSITEIT GENT EN PARTNER VAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier