De westerse pyromanen

Alain Mouton

De aanslagen in Europese landen staan niet los van de situatie in het Midden-Oosten. Verschillende aanslagplegers kwamen uit frontgebieden in Irak en Syrië. Of ze werden hier geïnspireerd door de bloedige beelden van burgerslachtoffers die satellietzenders uit de Golfstaten de wereld rondstuurden. Burgerslachtoffers die het gevolg zijn van het westerse interventionisme in de regio, is te horen op die zenders. Anders gezegd: de Europese landen en de Verenigde Staten hebben het voor een deel zelf gezocht, is de redenering van veel terroristen.

De Duitse Midden-Oosten-expert Michael Lüders onderschrijft die stelling in zijn boek Wie wind zaait. Daarin beschrijft hij de westerse interventie in het Midden-Oosten sinds de koloniale tijd en legt de verbanden met de huidige politieke situatie in de regio. Dit boek rekent af met de westerse politiek, die graag aanspraak maakt op ‘waarde-georiënteerd’ optreden in naam van de mensenrechten, die overal moeten worden ingevoerd. Maar dat optreden laat in het Midden-Oosten vooral verschroeide aarde achter. Het argument dat het Westen tussenbeide komt om in die landen de democratie in te voeren, is volgens Lüders een vals argument. Eigenlijk is het Westen enkel uit op macht én op controle over de olievoorraden in de regio.

Alles begon volgens de auteur in 1953 met de omverwerping van de democratisch verkozen Iraanse minister-president Mohammad Mossadegh. Hij was van plan de Iraanse olie-industrie te nationaliseren. 90 procent van de toen in Europa verkochte olie kwam uit Iran en met de aangekondigde nationalisering kwam de monopoliepositie van Groot-Brittannië in het geding. Samen met de Verenigde Staten wierp het Mossadegh in een nauwkeurig uitgewerkte staatsgreep omver. Zonder die coup was het nooit tot de Islamitische Revolutie in 1979 gekomen, die de aanleiding was voor vele andere conflicten in de regio, aldus Lüders. Onder andere de oorlog tussen Iran en Irak, die door Saddam Hoessein werd ontketend en die hij zonder de massieve ondersteuning uit het Westen niet zo lang had kunnen voeren. De westerse wapens en het gifgas zette Saddam Hoessein ook in tegen politieke tegenstanders en Koerden. Maar pas toen Saddam Hoessein in 1990 het ‘Amerikaanse tankstation’ Koeweit had bezet, werd er geïntervenieerd. Zonder kennis van die geschiedenis naar de aanloop van de Irakoorlog van 2003 en de westerse politiek tegenover Bashar al-Assad in Syrië laat het succes van IS zich niet verklaren, stelt Lüders. Zijn argumenten overtuigen. Waarom pleiten de VS overal in de wereld voor vrijheid en democratie, maar blijft het beste vrienden met de archaïsche theocratie die Saudi-Arabië is? Volgens Luders is het Saudische regime de kwade genius in de regio.

Een minpunt aan het boek is dat Lüders de VS aanwijst als verantwoordelijke voor werkelijk alle problemen in de regio. Dat is overdreven. Er gaat te weinig aandacht naar de eeuwenlange interne conflicten tussen soennieten (Saudi-Arabië, Golfstaten) en sjiieten (Iran, het Syrië van Assad), die een belangrijke factor zijn in de huidige oorlogen in het Midden-Oosten. Ook dat de relatie tussen VS en Saudi-Arabië onder president Barack Obama sterk vertroebeld is, wordt niet vermeld.

Michael Lüders, Wie wind zaait, Walburg

Pers, 2016, 192 blz., 19,95 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content