“De wereld verwacht iets van Europa”
De baas van het Internationaal Monetair Fonds is formeel: Amerika heeft het recht keynesiaanse maatregelen in te roepen om het hoofd boven water te houden. Europa daarentegen moet komaf maken met overdreven reglementeringen om een groei van 3% te realiseren. “Het is opmerkelijk dat de Europeanen ook nu nog hopen op verlichting door een snelle heropleving in de VS.”
Wat betekent 11 september voor het IMF?
HORST KÖHLER (IMF). “Uiteraard een schok, maar ook een uitdaging. Ik geloof zelfs dat door de terreuraanslagen krachten zullen vrijkomen voor een betere internationale samenwerking.”
Bedoelt u daarmee dat de Amerikaanse regering de voordelen van internationale organisaties zal gaan inzien?
KÖHLER. “Ik hou er rekening mee dat de gebeurtenissen van 11 september de Verenigde Staten ertoe zullen brengen hun positie te herzien. In plaats van te discussiëren over de afschaffing van het IMF en de Wereldbank, zou de regering- Bush de voordelen van het multilateralisme wel eens opnieuw kunnen gaan inzien. Ze zal dan het IMF bekijken als een instelling waarin 183 landen, over alle culturele en godsdienstige barrières heen, met elkaar samenwerken. In die multiculturele gemeenschap bestaat er een zeer brede consensus dat de internationale handel en de integratie van nationale economieën in de wereldeconomie voordelen bieden.”
De Amerikaanse minister van Financiën Paul O’Neill gaat niet door voor een aanhanger van het IMF. Hoe verloopt de samenwerking met hem?
KÖHLER. “Ik heb om de vier tot zes weken met hem een ontbijtvergadering. We hebben een goede persoonlijke relatie. Paul O’Neill weet hoe belangrijk het IMF is voor de stabiliteit van het wereldwijde financiële systeem en dus ook van de Verenigde Staten. Hij heeft de kredieten aan Turkije en Argentinië in de lente en de zomer van dit jaar goedgekeurd. Het is echter zeer begrijpelijk dat de VS op dit ogenblik vooral bezig is met zijn eigen problemen. Voor een goede samenwerking is het in elk geval belangrijk dat het grootste IMF-lid weet wat het zelf wil.”
In tijden van oorlog is het niet ondenkbaar dat politieke overwegingen de economische beslissingen bepalen. Pakistan kreeg eind september de laatste schijf van een krediet van 600 miljoen dollar uitbetaald. Staat u onder politieke druk?
KÖHLER. “Nee. En het is ook niet waar dat we de uitbetaling van deze schijf aan Pakistan voorrang hebben gegeven wegens de oorlog in Afghanistan. Die uitbetaling stond al geruime tijd geprogrammeerd en werd op dat ogenblik uitgevoerd, omdat Pakistan voldaan had aan de leningsvoorwaarden.”
Nu staan er opnieuw onderhandelingen voor de deur.
KÖHLER. “Ja. We hebben het dan over een nieuw programma op middellange termijn. Ook dat stond al voor 11 september op het programma. Dat de onderhandelingen daarover nu versneld gevoerd worden, vind ik terecht. Tenslotte zijn de financieringsproblemen van Pakistan zonder meer groter geworden.”
Is politieke stabiliteit in tijden van crisis geen waarde op zich?
KÖHLER. “Zonder politieke is er ook geen economische stabiliteit, maar het IMF moet vooral de economische stabiliteit in het oog houden. Voor politieke consolidatie zijn anderen bevoegd.”
Het ene kan toch moeilijk van het andere worden gescheiden.
KÖHLER. “Het is en blijft een evenwichtsoefening. De verleiding om het Fonds te gebruiken voor politieke doeleinden heeft altijd al bestaan. Wie hier zit, moet over stalen zenuwen beschikken.”
Het IMF moest onlangs zijn prognoses voor de wereldeconomie herhaalde malen naar onder corrigeren. Is de interpretatie van de cijfers dan zo moeilijk?
KÖHLER. “Die is inderdaad moeilijk, omdat er tegelijk lucht ontsnapt uit twee bellen: in de financiële branche en in de sector van de informatietechnologie. De aanslagen van 11 september hebben daarenboven het Amerikaanse zelfvertrouwen tot op het bot geraakt. Er is in de hele wereld geen enkele expert die weet hoe dat zal aflopen. We zullen nog een aantal maanden in uiterste onzekerheid moeten leven. De wereldeconomie stond echter al voor 11 september zwak. Begin april heb ik er in de Duitse Bundestag voor gewaarschuwd om de gevolgen van de Amerikaanse conjunctuurverzwakking op Europa vooral niet te onderschatten.”
Blijkbaar heeft niemand naar u geluisterd.
KÖHLER. “Het is opmerkelijk dat de Europeanen ook nu nog hopen op verlichting door een snelle heropleving in de VS.
“Leiderschap moet zich vooral in crisissituaties bevestigen. Ik ben ervan overtuigd dat het voor de wereld een goede zaak zou zijn als Europa in staat zou blijken om op internationaal vlak beter met één stem te spreken. De Amerikanen hebben er alles aan gedaan om hun economie te stimuleren. Wat de Japanners betreft, moeten we hopen dat de crisis niet verder verscherpt. In die omstandigheden verwacht de wereld terecht iets van Europa.”
Moet Europa dan de wereldeconomie redden?
KÖHLER. “Elke regio, elk land, moet doen wat in de gegeven omstandigheden juist is. Dat wil zeggen dat voor Europa nu de tijd gekomen is om vóór alles de structurele hervormingen te versnellen. Dat zou voor zowel de investeerders als de consumenten een signaal zijn, dat we ons hier niet vergenoegen met een bescheiden groeipotentieel van 2%. Er is 3% mogelijk als de sterke punten van Europa _ het hoge scholingsniveau van de bevolking en de fundamentele investeringskracht _ kunnen worden uitgebuit. Daartoe hoort ook de afbouw van overdreven reglementeringen.”
Een meer actieve monetaire politiek zou ons uit de recessie kunnen leiden. Is de Europese Centrale Bank te voorzichtig?
KÖHLER. “Ze is met reden onafhankelijk. Ze kan ook niet het gebrek aan hervormingsbereidheid van de politiek tijdens de jongste jaren compenseren. Voor zover ik kan zien, bestaat er echter op dit ogenblik geen gevaar voor inflatie, maar eerder een gevaar voor een recessie. Ik ben ervan overtuigd dat de ECB haar speelruimte voor interestverlagingen zal aanwenden.”
Amerika ondersteunt zijn economie met overheidsmaatregelen, belastinghervormingen, renteverlagingen en subsidies. Zijn dergelijke keynesiaanse interventies gewettigd?
KÖHLER. “Ik geloof dat de vastberadenheid van de VS om in de huidige omstandigheden handelend op te treden terecht is.”
Vastberadenheid als doel op zichzelf in tijden van crisis?
KÖHLER. “Nee, maar rente- en belastingverlagingen hebben nu eenmaal een positieve invloed op de mentaliteit van de Amerikanen. Ik wil daarbij niet uit het oog verliezen dat die beslissingen op middellange termijn risico’s kunnen inhouden voor de begroting en de prijsstabiliteit. Maar eerlijk gezegd vind ik het beter dat er nu iets gedaan en later misschien bijgestuurd wordt, dan gewoon af te wachten.”
Naast uw rol als occasionele tuchtmeester voor Europa hebt u als baas van het IMF voor verrassing gezorgd door heftig op te komen voor de belangen van Afrika. Vanwaar dat enthousiasme?
KÖHLER. “Ik heb twee keer voor langere tijd in Afrika verbleven. De armoede en de aidsepidemie zijn er catastrofaal. Ik ben echter bemoedigd uit Afrika weergekeerd. In de eerste plaats omdat de mensen het daar nog niet hebben opgegeven. Nergens ben ik in noodomstandigheden meer waardigheid tegengekomen dan in Afrika. Dat geldt vooral voor de vrouwen. Bovendien toont het Nieuw Afrikaans Initiatief aan dat er leiders zijn die de problemen van hun continent inzien en niet alleen een waarschuwende vinger opheffen, maar de oorzaken van de armoede in hun eigen landen, zoals corruptie en gewapende conflicten, trachten te bekampen. Zij kunnen nu efficiënte en snelle hulp gebruiken. Dat betekent voor de rijke wereld: stel uw markten open voor de producten van de arme landen. Geef ze wat al decennia lang wordt beloofd: 0,7% van het bruto nationaal product in de vorm van ontwikkelingshulp.”
In Europa krijgt de Tobin-taks een zekere weerklank.
KÖHLER. “Ik zie vooral het risico dat de discussie rond de Tobin-belasting de aandacht zal afleiden van het feit dat de rijke landen niet bereid zijn om 0,7% van hun begroting af te geven aan de arme landen. De ontwikkelingshulp komt uit de begroting en de discussie daarover vindt plaats in de parlementen. Het is daar dat de solidariteit of de onwil om solidair te zijn met de armen zichtbaar wordt. En wat zien we? Voor de Duitse Bundestag is de solidariteit met de Derde Wereld op dit ogenblik amper 0,26% van het BNP waard.”
Wat is het grootste kwaad in Afrika: de oorlogen, de corruptie of de onwetendheid van de industrielanden?
KÖHLER. “Het ergste is dat het continent door de rijke landen niet voldoende au sérieux wordt genomen. Ik zou willen dat mensen als Gerhard Schröder, Tony Blair, Jacques Chirac of George W. Bush eens twee volle dagen zouden samenzitten met de presidenten van de Afrikaanse landen en vooral naar hen zouden luisteren. Thabo Mbeki van Zuid-Afrika, Abdoulaye Wade van Senegal, president Chissano van Mozambique, president Kufour van Ghana en vele anderen kunnen onze westerse leiders beter dan wie ook inzicht geven in de echte problemen en oplossingen aanreiken.”
Met enkele antiglobalisten bent u onlangs in Berlijn samengekomen. Hebt u daaruit iets kunnen leren?
KÖHLER. “Ja, natuurlijk. Het meeste heb ik echter geleerd uit de discussies die ik ter plekke had met vertegenwoordigers van ngo’s in Afrika en ook in Honduras. Ter plekke kan men immers het best zien wat er in hun landen functioneert en wat niet. Maar ook bij ons moet het debat rond de globalisering en de juiste strategie om de armoede in de wereld te overwinnen onvoorwaardelijk worden voortgezet, vooral in de parlementen.”
In welke richting zou u de kritiek van de tegenstanders van globalisering het liefst willen leiden?
KÖHLER. “Wat we vooral nodig hebben, is een eerlijke discussie. Zelfzuchtigheid, huichelarij en aandacht voor verworven rechten vormen in de industrielanden een belangrijk probleem. In plaats van met bloedzuigerkapitalisme het noodlot te tarten en zichzelf met een Tobin-taks te sussen, zouden de tegenstanders van de globalisering beter inzien dat men armoede niet met minder, maar juist met meer globalisering moet bestrijden. Handel is goed, markten moeten worden geopend en er is een minimum aan herverdeling nodig om de armen te helpen.”
Wordt er in het IMF ook intern gediscussieerd over de nadelen van de globalisering?
KÖHLER. “Zowel de voor- als de nadelen worden besproken. We vormen een instelling die voortdurend bijleert. Eigenlijk is de wereld bezig met een zoekproces naar een nieuw politiek concept voor de vorm die de globalisering dient aan te nemen om de muren tussen arm en rijk neer te halen. Daarvoor is zeker tijd nodig. Ik ben echter optimistisch dat die zoektocht succesvol zal aflopen.”
Michaela SchiesslGerhard Spörl
Gerhard Spörl
“Het is niet waar dat we de uitbetaling van de schijf aan Pakistan voorrang hebben gegeven wegens de oorlog in Afghanistan.”
“We zullen nog een aantal maanden in uiterste onzekerheid moeten leven.”
“Voor Europa is nu de tijd gekomen om vóór alles de structurele hervormingen te versnellen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier