De wereld van plastic
Plastic is nog moeilijk weg te denken uit onze moderne tijd. Bovendien wordt in deze materie nog altijd intensief aan onderzoek en ontwikkeling gedaan én op vele gebieden succes geboekt : beveiliging, geneeskunde, transport, kunst…
TEKST : SERGE VANMAERCKE
Informatiesnelwegen die welvaren bij de isolerende en geleidende eigenschappen van plastic ; mogelijk (over)leven in de ruimte dankzij zijn weerstand tegen extreme temperaturen, zijn stevigheid en zijn gering soortelijk gewicht ; nieuwe records in de sport, dankzij zijn soepelheid en resistentie, zijn grip op de bodem en andere eigenschappen die de veiligheid van de sportlui ten goede komen ; almaar dunnere, zelfresorberende hechtingen waardoor littekens steeds discreter worden ; wagens met een brandstoftank die wel vervormt maar niet ontploft bij botsingen…
Volgens de Association of Plastics Manufacturers in Europe (APME) “zal overal waar miniaturisatie, betrouwbaarheid en gering gewicht belangrijk zijn, plastic een steeds grotere rol spelen in bureautica, informatica, domotica, elektronica, luchtvaart, enzomeer.”
Plastic had van bij het prille begin voor- en tegenstanders. Men kan inderdaad de mogelijke ‘vervuiling’ door plastic zowel bij de productie als na bewezen diensten niet ontkennen. Er werden grote vorderingen gemaakt op dat vlak, hoewel niet overal ter wereld. Maar ook de fantastische voordelen van plastic zijn legio : textiel, protheses, design, werktuigbouw…
Tegenwoordig
wordt over heel de wereld 100 miljoen ton plastic gefabriceerd. Dit is per dag drie keer meer dan per jaar in de jaren ’50. Plastic is echter geen recent verschijnsel. Het dateert al van de jaren 1860, toen celluloïd werd ontdekt. In 1890 losten de Engelsen Cross en Bewan cellulose-acetaat op in chloroform en verkregen zo viscose. In 1909 ontwikkelde onze landgenoot Leo-Hendrik Baekeland (1863-1944) verscheidene kunstharssoorten, waaronder het beroemde bakeliet. In 1914 was er voor het eerst sprake van PVC ( polyvinylchloride) en een jaar later van cellofaan. In 1922 verschenen in Frankrijk de eerste brilmonturen in voorgegoten cellulose-acetaat. In 1927 werd voor het eerst plexiglas vervaardigd dat vanaf 1935 werd gebruikt voor de cockpits van vliegtuigen. In 1930 werden in de Verenigde Staten elektrische kabels geïsoleerd met PVC. Nylon en neopreen (synthetisch rubber) dateren uit 1931.
In de kunst
werd Femme Assise van Saint-Maur beschouwd als het eerste beeldhouwwerk in polyesterhars. Dat was in 1948. In 1956 bestond vooral in de automobielconstructie veel belangstelling voor plastic : het dak van de Citroën DS bestond uit met glasvezel versterkt onverzadigd polyester. In 1960 verscheen voor het eerst mineraal water in PVC-flessen in de handel. De eerste gegoten voorwerpen in polypropyleen (kammen, fruitpersen, enz.) dateren uit 1963.
In de loop der jaren zijn de toepassingsmogelijkheden alleen maar toegenomen en dankzij recyclage kunnen wegwerpflessen nu opnieuw gebruikt worden voor het vervaardigen van rugzakken of synthetische pullovers bijvoorbeeld. Een plastic doos kan later altijd een strijkstok voor een viool worden. De mogelijkheden zijn quasi onbegrensd : een kunsthart, een skischoen, de neus van de HST, een compactdisc, een panty, een kogelvrij vest, een telefoontoestel, een meubel…
Ook kunst ontsnapt niet aan plastic. Foto’s worden afgedrukt op plasticfolie, een viltstift zit in een plastic koker en de moderne kunst maakt gebruik van de mogelijkheden van acrylverf. Plastic is alomtegenwoordig.
Veiligheid : in de automobielsector wordt steeds meer gebruik gemaakt van plastic, onder meer omwille van de veiligheid.
Designmeubilair in hoogtechnologisch plastic : dit is de 543 Broadway van Gaetano Pesce.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier