DE WERELD VAN OBAMA EN JINPING
De herkozen Amerikaanse president zal in 2013 meer tijd besteden aan buitenlands beleid dan hij had gehoopt.
Lang geleden waren er weinig gebeurtenissen die het status-quo meer aan het wankelen brachten dan het min of meer gelijktijdige aantreden van nieuwe vorsten in verschillende landen. Als gek werden dan ambassadeurs uitgestuurd om de maat van de jonge heersers te nemen. Allianties werden uitgetest, opvolgingen heroverwogen en legers en zeemachten in gereedheid gebracht. Soms mondde dat uit in oorlog, op andere momenten leidde het tot een gechoreografeerd vertoon van pronkzucht, zoals toen Hendrik VIII van Engeland de Franse koning Frans I ontmoette op het Goudlakenveld.
Tegenwoordig wordt enigszins anders aan diplomatie gedaan. De wereldleiders kunnen elkaar enkele uren na hun machtsovername al spreken en weinigen beginnen die onderhandelingen met de hand van hun dochter aan te bieden.
In 2013 wordt het toch weer even zoals weleer. Barack Obama, de herkozen president van de Verenigde Staten, moet immers de maat nemen van Xi Jinping, de pas geïnstalleerde leider van China, én van het almaar federalere Europa van Angela Merkel.
Het buitenlandse beleid is geen prioriteit voor Obama. De presidentscampagne in de Verenigde Staten werd gedomineerd door binnenlandse kwesties, met de economie en het begrotingstekort voorop. Obama wordt geconfronteerd met het onmiddellijke probleem van de ‘begrotingsafgrond’, een reeks maatregelen die op zich al voldoende kunnen zijn om de Amerikaanse economie opnieuw in een recessie te duwen. Obama moet samen met de Republikeinen een oplossing vinden voor twee onderliggende problemen. Het eerste is dat de Verenigde Staten geld uitgeven alsof het een land met een sterk uitgebouwde overheid is, maar belastingen heffen als een land met een slanke overheid. En ten tweede voeren de bijstandsprogramma’s voor de pensioenen en de gezondheidszorg het vergrijzende land stilaan richting het bankroet.
Met zo veel om handen in eigen huis, zou Obama zich het liefst concentreren op het binnenlandse beleid. Maar de buitenlandse gebeurtenissen zullen hem daarvan wegrukken. Dat komt deels doordat sommige crisissen naar het kookpunt lijken te gaan. Iran en Syrië zijn de voor de hand liggende voorbeelden. Maar ook doordat de aard van het grootmachtenbeleid aan het veranderen is.
De aantredende nieuwe rivaal is Xi Jinping, het ‘prinsje’ dat in november de Chinese troon besteeg. Hij erft een economie die de Amerikaanse snel aan het inhalen is, ook al haalt de groeivoet in 2013 niet langer de dubbele cijfers. Een van de proefterreinen voor Xi en Obama kan de handel zijn. Obama deed tijdens zijn campagne wat aan China-bashing over de overgewaardeerde munt van het land (hoewel hij dat minder deed dan Mitt Romney). Chinese firma’s die zwemmen in de cash — en waarvan vele dicht aanleunen bij de staat — zijn waarschijnlijke kopers van grote Amerikaanse ondernemingen en bieders op grote Amerikaanse contracten. De Verenigde Staten hebben de reus van de telecomuitrusting, Huawei, al afgescheept.
Intussen lijken op het diplomatieke front de disputen waarbij China, Japan, de Filipijnen, Zuid-Korea, Taiwan en Vietnam betrokken zijn een verlengstuk te krijgen. In sommige daarvan wordt China opgezet tegen bondgenoten van de Verenigde Staten, en China gebruikt ze als een voorwendsel om zijn zeemacht uit te bouwen. Obama zal er wel nooit in slagen de soevereiniteit over de kleine eilandjes waar het om draait te regelen, maar hij kan wel met succes aandringen op een gedragscode om te vermijden dat ongelukjes crisissen worden, en zoeken naar manieren om de geschillen te ontmijnen, bijvoorbeeld door de eilandjes uit te roepen tot natuurreservaat. De mogelijke implosie van Noord-Korea en de obstructie van China over Iran en Syrië kunnen daarentegen wél netelige kwesties worden voor Jinping en Obama.
Een eeuw geleden bleek de opkomst van een nieuwe nationalistische grootmacht, Duitsland, en het onvermogen van de supermogendheid Groot-Brittannië om de Kaiser ter wille te zijn catastrofaal. Net als Obama, lijkt Jinping een erg pragmatisch type. Structuur zal van cruciaal belang zijn: Obama moet zoeken naar middelen om China te integreren in de wereldorde, zodat het kan helpen bij het oplossen van geschillen. De chemie tussen beide mannen zal ook een rol spelen. Hoe sneller de twee neerdalen van hun retorische wolk en elkaar ontmoeten op hun eigen Goudlakenveld, hoe beter.
Drie is te veel
In sommige opzichten is Xi Jinping een klassieke rivaal voor Obama. De strijd met de rijzende grootmacht is duidelijk afgelijnd. Dan vormt het gekwelde Europa van Angela Merkel een heel andere uitdaging.
Om te beginnen is Merkel een weifelende keizerin. De Duitse kanselier zal die titulatuur wellicht verafschuwen, en erop wijzen dat ze voor een verkiezing in september staat en dat ze geen formele macht heeft in de Europese Unie. Hoe dan ook stagneert de economie van de eurozone en is er het aanhoudende gevaar dat de eenheidsmunt in elkaar stort.
Men zou kunnen denken dat, met zijn problemen in eigen land en met Xi Jinping, Obama er goed aan doet afstand te bewaren. Dat zou dom zijn, welke richting Europa ook uitgaat. Als de eurozone in 2013 uit elkaar valt, zal dat niet alleen Merkel pijn doen, maar ook het leven van Obama vergallen, omdat dan elke hoop op een Amerikaans herstel verdwijnt. Dat rechtvaardigt enige aandacht van Washington, niet het minst om Merkel ervan te overtuigen de bezuinigingen niet te ver te drijven.
Het is wellicht waarschijnlijker dat de gebeurtenissen in de omgekeerde richting gaan: in plaats van uiteen te vallen, zal de eurozone in 2013 langzaam evolueren naar een federalere structuur, en zal een herkozen Merkel nog iets dominanter worden. Een meer geïntegreerd Europa zou een nachtmerrie zijn voor Groot-Brittannië, de belangrijkste Europese bondgenoot van de Verenigde Staten, en het zou van Merkel een nog invloedrijker personage op het wereldtoneel maken.
De Chinese economie haalt dan misschien wel de Amerikaanse in, maar de Europese economie zal zelfs in haar gehavende toestand groter blijven dan een van beide. Obama heeft wellicht gehoopt dat 2013 een jaar wordt waarin hij kan proberen orde op zaken te stellen in zijn toegetakeld rijk. Maar de wereld daarbuiten zal hem geen rust gunnen.
JOHN MICKLETHWAIT, Hoofdredacteur The Economist
Met zo veel om handen in eigen huis, zou Obama zich het liefst concentreren op het binnenlandse beleid. Maar de buitenlandse gebeurtenissen zullen hem daarvan wegrukken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier