De vreemde wensenlijst van het ABVV
Johan Van Overtveldt
De socialistische vakbond ABVV vroeg enkele weken geleden aan zijn leden of ze genoeg verdienden. Het antwoord was overweldigend ‘neen’ en dat is niet verwonderlijk. Het ligt nu eenmaal in de menselijke natuur om altijd meer te willen. Het is wel zeer naïef te veronderstellen dat mensen spontaan tevredenheid gaan ventileren over hun absolute en relatieve inkomen.
Op basis van een overduidelijk geforceerde enquête ontvouwden de twee topmensen van de socialistische vakbond, Rudy De Leeuw en Anne Demelenne, dan een uitgesponnen, maar inhoudelijk behoorlijk leeg betoog over de toename van het aantal working poor in België. Daarbij geen woord dat de sociale uitkeringen de jongste jaren sterker stegen dan de modale lonen. Ook geen woord dat in 2007 de loonmassa weer sterker toenam dan het bbp. Met de gegevens over relatieve loonmassa moeten we wel omzichtig omspringen. Het valt trouwens op dat de vakbonden dit cijfer alleen van stal halen als het hen mooi uitkomt en het doodzwijgen als het niet meer in hun kraam past. Ook geen woord over de saneringsoperatie van het eigen personeel van de ABVV. Bedrijven die afdanken, zet de vakbond in het verdomhoekje, maar ondertussen doet het ABVV hetzelfde. Niet echt geloofwaardig.
In het vooruitzicht van de sociale verkiezingen toont de socialistische vakbond een onstuitbare drang om eender welke slogan in het rond te schieten. Als het maar oplevert bij die sociale verkiezingen. Het ABVV zal dus een serieuze looneis op tafel leggen tijdens de najaarsonderhandelingen over het nieuwe interprofessionele akkoord. Voorts moeten de minimumlonen omhoog, moet er een sociaal belastingkrediet komen en moet de overheid de energieprijzen en de huren rechtstreeks reguleren. Het ABVV streeft alleen bijzonder opvallende doelstellingen na. Meer werklozen, geen energiebezuinigingen en een tekort aan woningen.
Eerst de werkloosheid. Er bestaat nauwelijks twijfel over dat de tweede helft van 2008 én volgend jaar zich op conjunctureel vlak als behoorlijk moeilijk aankondigen. De hogere energieprijzen en de duikelende dollar, om het maar bij die twee elementen te houden, beginnen duidelijk hun tol te eisen. In ons land sloegen enkele klassieke voorlopers van de reële economische groei al in het rood. In de twee dominerende landen van het eurogebied, Duitsland en Frankrijk, staan sinds kort ook diverse barometers op conjunctureel onweer. Met de zeer grote openheid van onze economie werkt een internationale groeivertraging ook snel en ingrijpend door naar de Belgische economische structuren. En met de gebrekkige werking van onze arbeidsmarkt vertaalt groeivertraging zich snel in oplopende werkloosheid.
Tegen die achtergrond betekent het eisenpakket van het ABVV alleen maar dat de socialistische vakbond zich weinig gelegen laat aan meer werklozen. De looneisen extra aandikken, leidt gegarandeerd tot dat resultaat. Met een verdere verhoging van de minimumlonen brengt de vakbond de mensen verder in last die het sowieso al erg moeilijk hebben om een baan te vinden. We bedoelen hier vooral de weinig of niet geschoolden die met hun beperkte productiviteit, slechts een beperkt pakket aan loonkosten kunnen dragen. Zeker, aan de koopkracht van deze mensen moet iets gedaan worden, maar er zijn andere manieren om dat te doen dan een tewerkstellingsbelemmerende verhoging van het minimumloon.
Ten tweede het energieluik. Directe ingrepen van de overheid om de energieprijzen, zelfs selectief, te verlagen, nemen de motivatie weg om minder energie te verbruiken. De alom gehoorde kreet dat we dringend iets aan ons energieverbruik moeten doen, valt bij het ABVV in dovemansoren. Ook hier geldt weer dat er een lans te breken valt voor een zekere koopkrachtcompensatie voor de lagere inkomens. Maatschappelijk is het echter veel efficiënter de hogere energieprijzen intact te laten en via fiscale ingrepen tot een inkomenscompensatie te komen.
Last but not least de huurprijzen. Ooit hoorde ik een economieprofessor aan de toenmalige UFSIA de boutade gebruiken dat je een stad op vele manieren kan vernietigen. Maar dat een van de meest efficiënte vernietigingswapens een strakke reglementering van de huurprijzen is. Zo’n reglementering komt er alleen als de overheid de huurprijzen onder het marktniveau wil brengen. Huurprijzen onder de marktprijzen verminderen de aantrekkelijkheid voor eigenaars en investeerders om panden aan te bieden. Ook het onderhoud aan bestaande huurpanden wordt tot het uiterste minimum beperkt. Aangezien de hoge huurprijzen sowieso al uiting geven aan een te klein huuraanbod, gaat de overheid dat tekort nog verder aanscherpen. En passant wakkert het ook de verkrotting aan. (T)
de auteur IS ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE WERKGEVERSORGANISATIE VKW.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier