De viertaktmotor
Er waait een frisse wind door het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). De administratie wordt afgeslankt, maar het kader wordt versterkt met meer jongeren en meer vrouwen.
Met een jaarbudget van 400 miljoen frank moet het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) het zuiniger aan doen dan de meeste werkgeversorganisaties in Europa. Het Nederlandse VNO bijvoorbeeld beschikt over een budget van 800 miljoen frank.
De Belgische staatsstructuur is daar niet vreemd aan. Een Vlaams bedrijf betaalt lidgeld aan de lokale Kamer van Koophandel, aan het VEV (Vlaams Economisch Verbond), aan de sectorfederatie en eventueel nog aan een organisatie als het VKW (Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden). Niet rechtstreeks aan het VBO, want dat heeft geen individuele bedrijven, maar wel 35 sectorfederaties als lid. Het zijn die sectorfederaties die het VBO financieren (afgezien van de 8% eigen inkomsten uit publicaties en manifestaties).
Kostenbesparing is een belangrijk thema geweest in de jaren negentig en dat hebben ook de verschillende werkgeversverenigingen gevoeld. “De bijdrage van de federaties wordt berekend op de toegevoegde waarde,” verklaart secretaris-generaal Guy Keutgen van het VBO. “Wij springen voorzichtig om met de centen en hebben de bijdragesleutel slechts zeer gematigd opgetrokken, langzamer dan de inflatiestijging.”
Die groei onder de inflatie noodzaakte het VBO tot een vermageringskuur van het personeelsbestand. Vooral in de ondersteunende, administratieve functies werd gesnoeid. “Vroeger had iedereen zijn eigen secretaresse, nu is er één secretaresse per twee kaderleden,” vertelt economisch directeur Baudouin Velge.
Vandaag telt het VBO nog tachtig personeelsleden. Dat zijn er twintig minder dan tien jaar geleden en die dalende tendens zal zich volgens Guy Keutgen nog voortzetten. “Onze drukkerij draait momenteel met drie personeelsleden,” zegt hij. “Als zij met pensioen gaan, sluiten we die afdeling. We investeren in het talent van onze kaderleden. We zijn in de eerste plaats een lobby-organisatie, dus op dat niveau moeten we toegevoegde waarde realiseren. De rest kunnen we uitbesteden.”
Verjonging
De huidige organisatie is gestructureerd in drie grote blokken: een economisch, een sociaal en een juridisch departement. Daarnaast zijn er twee ondersteunende departementen: administratie en communicatie.
Aan het hoofd van de organisatie staat de vierkoppige algemene directie. Speerpunt van die ploeg is gedelegeerd bestuurder Tony Vandeputte (53 j.), al sedert 1990 op zijn post en extern prominenter aanwezig dan de rest. Een oudgediende is ook secretaris-generaal en bestuurder Guy Keutgen (58 j.), die ook algemeen directeur is van het juridisch departement. In 1996 kwam Baudouin Velge (43 j.) aan het hoofd van het economisch departement. De recentste aanwinst van de ploeg is Pieter Timmermans (35 j.), die de sociale tak overnam toen Wilfried Beirnaert eind vorig jaar Europese horizonten ging opzoeken.
De vernieuwing situeert zich ook een niveau lager. Het economisch departement moest op korte termijn drie mensen vervangen. Was de overgang van KBC-econome Caroline Ven (27 j.) een verrassing (vaak gaan de transfers in de tegengestelde richting, van organisatie naar privé), dan liet de aanwerving van Jeroen Langerock (27 j.) het meeste stof opwaaien. Langerock was mee de architect van het kmo-beleid bij het NCMV, de “collega-concurrent” van het VBO in het werkgeverslandschap. “Langerock kwam naar ons,” zegt Guy Keutgen. “Ik denk dat Kris Peeters ( nvdr – de NCMV-topman) dat begrijpt.” Wishful thinking, want aan Trends verklaarde Kris Peeters dat die overgang de relaties tussen VBO en NCMV toch wat zou bekoelen.
Guy Keutgen beklemtoont dat in de recente golf van aanwervingen een aantal noodzakelijke bedrijfswaarden vooropstond. “Wij mikken op competentie. De mensen moeten duidelijke studiebekwaamheid, enige ervaring en meertaligheid in de weegschaal kunnen leggen. Het in teamverband kunnen functioneren, wordt belangrijker. Steeds meer dossiers hebben immers een interdisciplinair karakter, denk maar aan de werknemersparticipatie.”
“Er bestaan geen heilige huisjes,” zegt ook Pieter Timmermans. “We hebben een heel open cultuur en in onze samenkomsten – twee- tot driemaal per week – trachten we de complementariteit steeds snel in de dossiers te krijgen.”
“Er heerst bij ons een consensuscultuur,” voegt Baudouin Velge eraan toe. “Van enige hiërarchie is nauwelijks sprake. Door de verjongingsoperatie van het VBO, profileert Tony Vandeputte zich voorlopig wel sterker, maar dat weerspiegelt geen interne machtsverhouding.” Ook de raad van bestuur van het VBO – waarin de federaties zetelen die lid zijn van het VBO – wordt in consensus beslist. Ooit in de jaren zeventig is er eens een stemming geweest. “Dat is noodzakelijk voor onze credibiliteit,” zegt Baudouin Velge. “Wanneer wij met de minister onderhandelen, moet hij zeker zijn dat we het standpunt van de hele industrie verwoorden.”
Vlakke organisatie
De economische zuil van de organisatie staat onder supervisie van Baudouin Velge. De veertiger die dit departement sedert september 1996 leidt, haalde een PhD in de Verenigde Staten bij de Nobelprijswinnende econoom Lawrence Klein. Na een loopbaan die hem van de Nationale Bank over Philips uiteindelijk bij het VBO bracht, is hij naar eigen zeggen weer bij zijn eerste liefde: het sociaal-economische. Hij verzamelde in de tweeënhalf jaar die hij werkt bij de federale werkgeversvereniging een aantal opvallende nieuwe mensen rondom zich (de al genoemde Caroline Ven en Jeroen Langerock en ook de 26-jarige Elizabeth De Wandeler, die zich bezighoudt met buitenlandse handel en de organisatie van internationale missies).
De totale bestaffing van het economisch departement liep intussen terug van twaalf naar acht kaderleden. “We hebben een macro-economische cel met drie mensen die zich hoofdzakelijk bezighouden met budgettaire politiek en overheidsfinanciën. In toenemende mate spelen daarin ook internationale maar vooral Europese thema’s mee,” aldus Velge. Het economische departement houdt zich voorts bezig met dossiers op het vlak van buitenlandse handel, telecommunicatie, logistiek, fiscaliteit, milieu, energie, mobiliteit… Voor de kmo-werking is Jeroen Langerock verantwoordelijk, maar er is ook een kmo-coördinatiecomité waarin kmo-bedrijfsleiders zetelen onder voorzitterschap van Luc Clarys van Clama (zie Trends, 1 april 1999).
De negen mensen die onder Baudouin Velge werken, zijn allemaal gelijk. “Onze mensen moeten vrij snel onafhankelijk kunnen werken. Deze aanpak leidt uiteindelijk tot een grote competentie in hun deelgebied,” verklaart Baudouin Velge. Het VBO is veel meer dan vroeger een vlakke organisatie. De formele titels attaché, adjunct-adviseur, adviseur en directeur bestaan wel, maar hebben meer een motiverende functie dan dat ze een hiërarchisch onderscheid weerspiegelen.
Dat de interne doorgroeimogelijkheden beperkt zijn, bevordert wel het verloop. “Wij ervaren dat als een verrijking,” zegt Guy Keutgen. “Natuurlijk doet het even pijn als er iemand weggaat, maar uiteindelijk halen we zo toch steeds nieuw bloed binnen. Dat is essentieel omdat ons lobbywerk voor een groot deel berust op de verbeeldingskracht en creativiteit van onze mensen. Bovendien is het een goed medicijn tegen het vastroesten in bureaucratie.”
Multidisciplinair
Die vlakke organisatie is nog niet zo ingeburgerd in het sociale departement. Dat bestaat nog steeds uit twee subdivisies: arbeidsmarkt en arbeidsrecht onder leiding van Jan Van Holm (55 j.) en sociale zekerheid met aan het hoofd Leo Fransman (62 j.). Eind dit jaar gaat Fransman echter op pensioen, en dat is een aanleiding om de organisatie te herdenken. Het scenario dat voorligt, is een interne opvolging, maar er wordt sterk nagedacht over het vervlakken van het departement, naar analogie met het economische.
De aanstelling van Pieter Timmermans eind vorig jaar als opvolger van Wilfried Beirnaert aan het hoofd van het sociaal departement, was het beginpunt van de vernieuwing. Timmermans is een voormalige kabinetsmedewerker van Herman Van Rompuy (CVP) en geldt als een bescheiden man met grote dossierkennis.
Jan Van Holm mag rekenen op zes medewerkers (met als bevoegdheden werkgelegenheid, Nationale Arbeidsraad, Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, arbeidsveiligheid, sociale verkiezingen…). Leo Fransman heeft drie mensen onder zich. Relatief nieuw (maximaal anderhalf jaar) zijn bij Van Holm Patrick Pype (43 j.) en Olivier Vanbellinghen (27 j.) en bij Fransman Catherine Vermeersch (26 j.). De rotatie van het personeel is in het sociaal departement minder sterk. “Dat is logisch,” zegt Pieter Timmermans. “In de relatie met vakbonden is er een grotere stabiliteit nodig.”
Het juridische departement staat onder leiding van Guy Keutgen, die er ook voor zorgt dat de interne organisatie goed functioneert. Hij is ook de afgevaardigde van de federale werkgeversorganisatie bij de Waalse UWE, zoals Tony Vandeputte dat is bij het VEV en interne communicatieverantwoordelijke Didier Malherbe bij het Brusselse VOB. De externe communicatieverantwoordelijke Luk De Paepe heeft het VBO in maart verlaten, zijn opvolger – die nog anoniem wenst te blijven – treedt in dienst op 1 juli.
Het juridisch departement – overigens slechts met vierkoppige bemanning met als primus Diane Struyven (48 j.) – volgt alle federale en internationale materies, waarbij vooral het Europese luik steeds belangrijker wordt. In het juridische departement zijn de contacten met de bedrijven veelvuldig. Want slechts acht van de 35 aangesloten federaties beschikken over een eigen jurist, de andere zenden bedrijfsjuristen naar de commissies en werkgroepen.
Die commissies zijn voor het VBO de band met de bedrijven. Er zijn drie hoofdcommissies (een sociale, een economische en een juridische) die om de veertien dagen vergaderen. De vorige VBO-voorzitter Karel Boone – die in april werd opgevolgd door Gui de Vaucleroy – heeft ervoor gezogd dat aan het hoofd van die commissies bedrijfsleiders in plaats van mensen van de organisatie staan. Belangrijk, want veel meer dan vroeger moet het VBO zich legitimeren bij de bedrijven als een nuttig instrument. In de wandelgangen zijn vaak uiterst kritische bedenkingen te horen van nochtans zeer gerespecteerde bedrijfsleiders. Om die kritiek te kunnen pareren, moet het VBO nog verder de weg opgaan van verjonging en verslanking.
ROELAND BYL GUIDO MUELENAER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier