De verwarde sinterklazen
Uit overtuiging, uit valse schaamte en uit modezucht danst een bonte groep achter de scherprechters. De NGO’s uit onkunde over het ondernemen en uit afkeer van entrepreneurs; de politici uit regeldrift; de kerken uit morele verontwaardiging; de business scholen uit trendyness. Ook na 200 jaar Adam Smith is het economisch analfabetisme groot.
De papiermachine die EU-Commissie heet, drukte recentelijk een Green Paper over Corporate Social Responsibility (CSR) _ maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zonder discussie en met plenty eigengereidheid officialiseert het Green Paper de wolligheid van CSR-colloquia, duurzaamheidsverslagen en rapporten van propere beleggingsfondsen. De onvermijdelijke Davignon presideert een CSR-genootschap, de Vlerick Leuven Gent Management School springt in de dans (zie Vraag & Antwoord, blz. 14), het Belgische EU-voorzitterschap organiseerde een tweedaagse over CSR, Euronext sprak bezwerend over ethisch beleggen, de Top van Lissabon in de lente van 2000 werd voor CSR van stal gehaald, het Vlaams Netwerk voor Zakenethiek mailt en organiseert.
Debat is goed, discussie is heilig. Moeten bedrijfsleiders zich echter in de plaats stellen van politici en kerken? Leiden de handvesten en regelzucht niet ook tot hogere kosten en marktbarrières? Belemmeren de CSR-oekazen niet de gezonde wedijver en dus de doelmatigheid van de economie? De eenzijdigheid van de CSR-hype is krenkend. Het debat drijft op de verkrachting van feiten en halve waarheden. De CSR-militanten raffelen de litanie flauwiteiten af over een verslechterend wereldmilieu, de onrechtvaardige inkomenspiramides, de plundering door de vrije markt van de grondstoffen, de almacht van de multinationals, de hersenspoeling door de reclame.
Back to basics. Ethisch handelen, en de scherpe aansporing om niet anders te doen, was de richtlijn van de vader van het moderne ondernemen: Adam Smith; Schot, hoogleraar, douanedirecteur, schrijver. Zijn eerste boek is The Theory of Moral Sentiments (1759), waarin hij het behoorlijk gedrag baseert op sympathy (inleven, respect, goedkeuring) voor elkaar. Na zijn moraalboek volgt The Wealth of Nations (1776), met de lof voor de natuurlijke vrijheid en de ongeremde internationale handel, de verwerping van de gildenwetten en de kracht van de arbeidsverdeling. Dat alles ingebed in een humane moraliteit zoals uitgewerkt in The Theory of Moral Sentiments. Leg de twee boeken in het sinterklaasschoentje van de CSR-apostelen en laat ze kletsen zolang ze de bladzijden niet rot uit het hoofd kennen.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier