De verrassende Ron Paul
Voorbije zomer reed ik met een auto door New York en er viel me iets op dat ik nog niet had opgemerkt: een bumpersticker met het opschrift ‘I support Ron Paul’. Toen ik het een tweede en derde keer zag, vermoedde ik een trend die in de media nog onbekend was. Ron Paul is een republikeinse presidentskandidaat uit Texas. Waarom zou een New Yorker een Texaan steunen? Dat zijn twee verschillende werelden. Tegelijk las ik bij de viermaandelijkse overzichten van de fondsverwerving die de kandidaten moeten voorleggen aan de federale verkiezingscommissie, dat Paul redelijke inkomsten had voor zijn campagne. Zijn kas stond er beter voor dan die van John McCain. Wat was er nu speciaal aan die schriele, wat bleke man uit Texas?
Ron Paul is een vreemde eend in de bijt, die zeer uitgesproken en heldere opvattingen heeft, vooral over het economische en financiële beleid. De 72-jarige Congresafgevaardigde uit het Texaanse district Lake Jackson blijft hameren op zijn principe: een libertarische politiek. Hij is een voorstander van “very small government” en keert zich tegen overheidsinterventie, zowel in het financieel-economische als in het buitenlandse beleid. Paul viel vooral op in mei tijdens een debat onder republikeinse presidentskandidaten in de Presidentiële Bibliotheek van Ronald Reagan in Californië. De voormalige New Yorkse burgemeester Rudy Giuliani greep er zijn kans om de strijd tegen het terrorisme in de verf te zetten als het hoofdpunt van het Amerikaanse buitenlandse beleid. Daarop zei Paul dat “Amerika de problemen in het buitenland over zichzelf afroept”. Giuliani wist niet wat hij hoorde. Paul ging door. “Amerika bemoeit zich te veel met de wereld, waardoor de wereld zich met ons gaat bemoeien. We moeten ons terugtrekken uit Irak, en ook uit de Navo en de VN.” Giuliani greep de kans om Paul als boksbal te gebruiken. “Congresafgevaardigde Paul kent de wereld niet”, zei Giuliani. “Mensen zo naïef als hij zijn soft targets voor de terroristen. Daarom heeft Amerika een man als mij nodig.”
De media schilderden Paul af als een zot, maar in de VS ontstond een onderstroom van sympathie voor hem. Via internet stegen zijn inkomsten voor de verkiezingscampagne en de Texaan trok ook verrassend veel jongeren aan. Een maand later doken de bumperstickers op, zelfs in New York. Paul heeft een boodschap die haaks staat op die van zowel de republikeinse als de democratische kandidaten. Als libertariër staat hij voor een absolute vrijheid van het individu, voor een zeer beperkte inmenging van de overheid en voor een (in Europese ogen) isolationistische buitenlandse politiek. Zijn filosofie zou je kunnen samenvatten met de woorden: “De Amerikaanse burger moet zo vrij mogelijk zijn in Amerika en Amerika zo ongebonden mogelijk in de wereld.” Zijn houding in het buitenlands beleid doet een beetje denken aan de voorstanders van het isolationisme in de jaren dertig, die zich massaal keerden tegen Amerikaanse inmenging in Europa. Het isolationisme werd toen gesmoord door de Japanse aanval op Pearl Harbour en de oorlogsverklaring van nazi-Duitsland aan de VS.
Paul vertoont ook een zeer opvallend stemgedrag in het Congres. Hij stemde tegen de Patriot Act die president Bush naar voren schoof als een noodzakelijke verdediging tegen het terrorisme. Paul vond dat de antiterreurwetgeving de individuele vrijheid aan banden legde. Hij stemde ook tegen de oorlog in Irak en was daarmee principiëler dan de democratische kandidate Hillary Clinton, die eerst voor stemde en later terugkrabbelde. Paul vindt zelfs dat de VS zowel de VN als de Navo moet verlaten, waardoor overigens beide organisaties zouden instorten. Hij is voor “volledige vrijhandel” en tegen handelsakkoorden zoals Nafta, die hij ziet als “geplande handel”. Hij stemde in het Congres als enige tegen resoluties over Darfoer en de genocide in Armenië. Paul vindt dat de VS zich niet moeten bemoeien met interne zaken van andere landen. In de VS is Paul voor de afschaffing van de federale inkomstenbelasting en voor afschaffing van de Nationale Bank, de Fed. Hij is ook tegen het verbod op wapenbezit, maar als arts een tegenstander van abortus.
Enkele weken geleden kwam deze onderstroom boven de oppervlakte en bleek dat Ron Paul op een enkele dag 4 miljoen dollar aan donaties had gekregen. Dat was een absoluut record en het maakte hem nog bekender. De bumperstickers vliegen nu over de toonbank.
Het geluid van Paul zal geen meerderheid worden in de VS. Wellicht doet hij het goed bij de eerste voorverkiezingen en wordt hij de eerste kandidaat van de tweede garnituur. Dat is al een prestatie voor de Texaan. Belangrijk is dat hij een breder levend gevoel in de VS vertegenwoordigt. Het is een gevoel dat zich richt tegen de bureaucratie van Washington en tegen big government, waaraan ook George Bush zich heeft bezondigd. Bovendien heerst het gevoel dat Amerika zich terughoudend moet opstellen in de wereld. Door de kater in Irak krijgen Amerikanen sympathie voor een moderne vorm van isolationisme. Reden voor Europeanen om daar even op te letten.
Derk Jan eppinck (De auteur is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de verenigde staten.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier