De vergissing van Assad
De Syrische president Bashar al-Assad heeft lange tijd gedacht dat de Arabische opstanden van 2011 zich niet in Syrië zouden voordoen. Hij onderschatte de mobilisatiekracht van de Arabische bevolking en was ervan overtuigd dat zijn regime overeind zou blijven. Dat zijn Egyptische collega Hosni Moebarak van de macht werd verdreven, had hij volgens Assad aan zichzelf te danken. Moebarak was net als veel andere Arabische leiders een lakei van het Westen en veel te soft voor Israël. Syrië was een van de ferventste bestrijders van Israël en dus zeer populair in de Arabische wereld. Hij zou buiten schot blijven. Een vergissing, zo blijkt.
De inschattingsfout van Assad wordt uit de doeken gedaan in Syria: The Fall of the House of Assad van David Lesch. De Amerikaanse Midden-Oosten-kenner was jaren een intimus van Bashar al-Assad. Hij interviewde hem meermaals in 2004 en 2005 en hield contact tot 2008. Hij publiceerde in het verleden al een werk over Syrië waarin hij zich positief uitliet over de president. Lesch zag in Assad de moderne Arabische leider, de oogchirurg die in Londen gewoond had, gehuwd was met een vrouw die openstond voor de westerse cultuur,…
Bashar was niet voorbestemd om Syrië te leiden. Hij werd de officiële troonopvolger van zijn vader Hafez nadat Bashars oudere broer Bassil was omgekomen in een auto-ongeval. Lesch ging ervan uit dat de Londense invloed ervoor zou zorgen dat de nieuwe Syrische president de weg van de hervormingen zou inslaan en een einde zou maken aan de dictatuur. Maar de Assad-clan wou de macht niet zomaar delen. Naast Bashar staan nog zijn zeer invloedrijke broer Maher, hoofd van het leger, en zijn machtige zus Bushra. Lesch zag Assad in 2007 veranderen nadat de president via een referendum in zijn functie was herbevestigd. Hij werd zelfgenoegzaam, dacht dat hem niets kon gebeuren en liet zich omringen door vleiers. Na de moord op de Libanese eerste minister Rafiq Hariri in 2005 werd in de richting van Assad en Syrië gewezen. Het land ontkende elke betrokkenheid en de president voelde zich onaantastbaar. Lesch legt uit dat Assad de voeling met de werkelijkheid begon te verliezen en daarom de Arabische Lente en haar impact totaal verkeerd inschatte. Hij voelt zich ook gesteund door landen als Iran, China en Rusland.
De Syrische burgeroorlog heeft ondertussen 20.000 doden geëist. De rebellen zijn steeds beter bewapend en zowel Aleppo, de stad met de meeste inwoners, als de hoofdstad Damascus zijn het tafereel van zware gevechten. Assad lijkt meer en meer geïsoleerd. Toch denkt Lesch dat het regime het nog een tijd zal volhouden. Meer zelfs, de kans bestaat dat Assad uiteindelijk een militaire overwinning behaalt.
Beelden van hele steden die ingenomen zijn door de rebellen blijven vooralsnog uit. Het Syrische regime moet vechten tegen rebellen die bewapend worden door Saoedi-Arabië, Qatar en de VS, maar kan zelf rekenen op steun van Iran, meer bepaald van militaire experts. Maar een militaire zege zal een pyrrusoverwinning zijn. Assad heeft elke legitimiteit verloren, zo concludeert Lesch, die toegeeft dat hij in het verleden te weinig sceptisch is geweest tegenover deze Arabische dictator.
David Lesch, Syria: The Fall of the House of Assad, Yale, 2012, 288 blz, 25 euro
ALAIN MOUTON
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier