De verdwijntruc met een staalfabriek,(slot)

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Zhangjiagang, Sjanghai (China) : De heropbouw van de tweedehands staalfabriek uit Dortmund verloopt volgens plan. De Chinese groep Jiangsu Shagang wil er een plaats bij de twintig grootste staalbedrijven ter wereld mee verwerven. Topman Shen Wen Rong – vermogen: 155 miljoen dollar – krijgt dus een ereplaats in de Communistische Partij. Ondertussen dondert de economie voort. Recht naar de afgrond?

De Chinese arbeiders van de staalgroep Jiangsu Shagang barsten in lachen uit. Twee westerse langneuzen reizen 9000 kilometer om te zien of de fabriek die ze net hebben heropgebouwd, werkt.

“Wel, ik kan u verzekeren, ze werkt,” grinnikt ingenieur Qi Quangdui, wijzend naar de gloeiende hoogoven die vijftien jaar geleden nog in Dortmund brandde. “Nog vragen? Of wat denkt u dat dit is? Een koekjesfabriek?”

Hilariteit. Eerder verwezen we naar een Duitse projectleider die ironisch had opgemerkt dat de uit elkaar gelaste staalfabriek er in China misschien zou uitkomen als een koekjesfabriek. Qi Quangdui: “Laat die mijnheer volgend jaar maar eens onze koekjes proeven. Hij zal er zijn tanden op stukbijten.”

De heropbouw van de Hoesch-fabriek in Zhangjiagang ligt op schema. Over een jaar – en dat is zes maanden vroeger dan voorzien! – zullen de 3000 arbeiders klaar zijn met hun werk. Op een enorm terrein liggen duizenden onderdelen van de sintelfabriek klaar om te worden heropgebouwd. Enkele herkennen we nog. We zagen ze vijftien maanden geleden, toen ze in Dortmund op transport werden gezet.

Huang Wei Go, die de elektrisch installaties bouwt van de warmwalserij, is “relatief tevreden” over het kwart miljoen ton fabrieksonderdelen dat uit Duitsland werd verscheept. “Zwaar beschadigde stukken lassen we gewoon weer aan elkaar. We botsen wel op moeilijkheden. Maar die maken deel uit van het plan.” En neen, het zou niet geholpen hebben als Duitse ingenieurs hen hadden ondersteund. “Dan zou hier zeker een koekjesbakkerij staan,” grinnikt Qi Quangdui.

Bloedmooie massagedames

Echt spontaan verloopt ons bezoek niet. De autoriteiten plannen alles, van onze eerste tot laatste minuut in Zhangjiagang. Pogingen om er zelf op uit te trekken worden gesaboteerd.

Bij een diner, waar de traditie wil dat de stadsautoriteiten hun gasten met ettelijke gan bei’s (“proost”) onder tafel drinken, prijzen we met z’n allen de stad. Goodwill kweken, heet dat. De stad Zhangjiagang, aan de Yang Tse-rivier, telt 800.000 inwoners en staat model voor heel China op het gebied van netheid en vriendelijkheid. Alle inwoners hebben een pamflet met tien ‘ te doens’ en zes ‘ te mijdens’ ter bevordering van ‘geciviliseerd gedrag’. Als we in de winkelwandelstraat, de oudste van China, een sigaret opsteken, grijpt een politieagent in. ‘Te mijden’, blijkbaar.

Bij een individueel bezoek blijkt Zhangjiagang minder netjes. In de rokerige bars bulkt het van de gezelschapsdames en de straten tellen tientallen roodverlichte ‘kapsalons’, opvallend laat open voor mannelijke klanten. In ons hotel bieden bloedmooie massagedames tot diep in de nacht hun diensten aan.

Onze ‘begeleiders’ wijken geen meter

Vijf assistenten flankeren ons tijdens het bezoek aan de fabriek. In onze auto nemen de gids Janet van het Foreign Affairs Office van de stad en haar baas mister Wang plaats. In het kielzog volgt de zwarte VW Santana, waarin mister Wu (van de staalgroep Jiangsu Shagang), mister Zhang (van de propagandadienst van de stad) en mister Zhao (van het Foreign Affairs Office) zitten. Ze wijken geen meter.

Dat geeft aanleiding tot surrealistische situaties. Zo bevat het programma ‘ a visit to the home of an ordinary steelworker’. De stoet rijdt naar gebouw nummer 1, appartement nummer 302, in Jing Feng, de wijk rond de fabriek. Hua Deming en zijn echtgenote Yuan Zhizhen zijn duidelijk nerveus als we met z’n zevenen binnenvallen voor een ‘spontaan gesprek’.

Hua Deming werkt zes dagen per week, tien uur per dag. Als we vragen hoeveel hij verdient, ontstaat een opgewonden discussie tussen de leden van ons gezelschap (de eerste van vele). Unisono klinkt het dat het maandloon 500 euro bedraagt. Dat is twee euro per uur, vijf keer meer dan wat staalarbeiders in sommige kleine fabrieken verdienen.

Het paar en dochter Jing beschikken over liefst acht kamers in het bijzonder minimalistisch ingerichte appartement, dat ze dankzij een eenmalige vergoeding van 1000 euro bewonen. Het Foreign Affairs Office ontkent verontwaardigd ons vermoeden dat dit een modelwoning is, bestemd voor propagandadoeleinden. Waarom staat die splinternieuwe kalender op 1 januari? Er volgt alleen een gegeneerd gegiechel.

Het gezelschap wordt later nog nerveuzer als we belangstelling tonen voor de bouwvakkers van de onderaannemer Number One China. De armtierige arbeiders, gekleed in lompen en op pantoffels aan de slag met oubollig materieel, wijken schril af van het ideaalbeeld van de zelfbewuste en tevreden staalarbeiders, dat de propagandastaf ons presenteert. Als fotograaf Wouter in hun richting loenst, sist een ‘begeleider’: ” no pictures”.

We arriveren in de fabriek op het moment dat de arbeiders met kom en stokjes naar het restaurant trekken, terwijl het bedrijfslied door de hallen dreunt: “Werk harder voor de vooruitgang van de fabriek…. Verhoog de capaciteit.” De vis, het varkensvlees, de kip met soja, rijst en groenten ogen smakelijk. Kostprijs: 30 cent, waarvan de werkgever 20 cent subsidieert. “Allemaal samen, voor een betere kwaliteit.”

Propaganda alom. Grote spandoeken tonen slogans als “Open de markt voor China en de Wereld” en “Heb aandacht voor kwaliteit en onze geloofwaardigheid”. Desnoods houdt een discreet bordje naast de planning aan de barakken de moed erin. Een kaderlid van de fabriek vertaalt: ” Wie het productieschema negeert of betrapt wordt op luieren, betaalt 2000 yuan boete”. Dat is zowat het maandloon van een arbeider. ” Bij een tweede inbreuk volgt het ontslag. “ Dan verliest de arbeider niet alleen zijn job, maar ook zijn woning.

De heropbouw van de staalfabriek verloopt dus vlekkeloos op schema.

Shen Wen Rong, ‘de Stier’

Jiangsu Shagang Group is met 7700 arbeiders de grootste werkgever in Zhangjiagang. Het bedrijf heeft een omzet van 1,4 miljard euro en produceert in volume 4,5 miljoen ton staal. De investering van 1,3 miljard euro in de Duitse installaties levert vanaf 2005 nóg eens 4,5 tot 6 miljoen ton kwaliteitsstaal op.

Voorzitter Shen Wen Rong durfde de afbraak en de verhuis van de Hoesch-staalfabriek aan omdat hij al eerder kleinere installaties uit, onder meer, Engeland liet overbrengen. “Onze knowhow in tweedehands fabrieken is uniek. Er waren dus weinig concurrenten voor de aankoop.”

“De stier,” zo noemen ze deze gewezen pijpfitter die een kwarteeuw geleden de coöperatie startte. Hij beantwoordt allesbehalve aan het cliché van de afgeborstelde bedrijfsleider. Zonder gêne pulkt hij tijdens het interview zijn neus grondig schoon en draait de neuskeutels tot bolletjes.

Volgens Shen Wen Rong had zijn onderneming in het begin “amper technische knowhow en geen commercieel netwerk”. In het Westen leidt dit tot een faillissement. Niet in China. “Ons succes: wie staal had, kon het ook verkopen. Welk staal ook. Het aanbod was zo klein dat de klant de fouten erbij nam.”

De zakenman bouwde de coöperatie uit tot de grootste privé-staalonderneming van China. Het gereputeerde adviesbureau World Steel Dynamics uit New Jersey (VS) plaatste Jiangsu Shagang recent in de lijst van de zeventien ‘staalondernemingen van wereldklasse’. Bij een management buy-out in 2001 verwierf Shen Wen Rong de meeste aandelen in Jiangsu Shagang. Zijn doel: “In 2010 behoren tot de wereldwijde toptwintig van staalproducenten.”

Staalexplosie in Zhangjiagang

Bij de tien grootste staalproducenten bevinden zich drie Europees bedrijven en één Chinese onderneming: Bao Steel. Volgens staalexperts is die verhouding over tien jaar omgekeerd. Alle staalfabrieken in Zhangjiagang samen willen hun productie in vier jaar verdriedubbelen tot 16 miljoen ton. Dat is evenveel als die van Spanje.

Propagandafunctionaris Li Han Zhong portretteert de stad als een alternatief voor Sjanghai, tweehonderd kilometer verder: “De grootstad kan niet blijven groeien. We pikken de graantjes mee van haar succes. De Yang Tse brengt de investeringen vlak voor onze deur. Ondernemers mogen rekenen op een gunstig fiscaal regime, moderne industriezones en lage lonen. De rivier is de ruggengraat van onze economie.”

De Yang Tse-delta staat voor 45 % van de 220 miljoen ton staal die China produceert. De industrie verdubbelde het volume in vijf jaar en dekt 90 % van de lokale markt. Het Chinese aandeel in de wereldwijde staalconsumptie steeg van een zesde in 1990 naar een kwart vandaag.

Jonathan Woetzel ( McKinsey Shanghai), auteur van ‘Capitalist China’ (John Wiley & Sons Asia), wijst erop dat China per capita slechts een vijfde consumeert van Maleisië. “Als dit verschil in het komende decennium gedeeltelijk verdwijnt, kan de vraag naar staal nog verdubbelen,” weet hij.

Elke stad, regio of provincie wil een eigen luchthaven, een maritieme toegang, wegen, krachtcentrales en industrieterreinen. Staal is daarbij onontbeerlijk. Bruno Schricke, topman van ABN Amro in China, vreest dat te veel middelen worden gedraineerd naar onverantwoorde projecten. “Ook bedrijven investeren in een onzekere toekomst, omdat de prijzen van goederen dalen. Zolang de buitenlandse afzet stijgt, kan dat allemaal, maar bij een neerwaartse knik verwacht ik serieuze problemen.”

Sjanghai, bijvoorbeeld, is één grote bouwwerf. In tien jaar verschenen er 15.000 gebouwen van meer dan acht verdiepingen, vier bruggen, 200 kilometer autosnelweg en drie tunnels. Plots wordt er rond hele stadswijken een muur opgetrokken, die de afbraakwerken aan het uitzicht van de omwonenden onttrekt. Dag en nacht zijn bouwvakkers in onmenselijke omstandigheden in de weer.

Recht naar de afgrond

Zhu Yiping, economist aan het Instituut voor Wereldeconomie in Sjanghai, is ongerust. Voor haar is staal “de motor die de economie recht naar de afgrond drijft”. Ze huivert van de “blinde speculatie”. Vastgoedprijzen stijgen met 30 % tot 40 %, terwijl de economische groei 9,6 % van het bruto nationaal product (BNP) bedraagt. Ze rekent dat slechts een kwart van de groei een gevolg is van consumptie, de rest van investeringen. “De gewone burger spurt dus achter de economie aan. Dat is niet houdbaar.”

Terwijl in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw een investering van 2 tot 3 yuan leidde tot 1 yuan groei, is voor diezelfde groei vandaag al 4 yuan voor nodig. “Een pure verspilling,” volgens Zhu Yiping.

Deze situatie verergert door investeringskredieten van de staatsbanken aan overheden en overheidsbedrijven. “Chinese banken zijn baarlijke monsters met onzichtbare tentakels in veel ondernemingen,” aldus Schricke. “De economie kan zich gewoonweg geen bancaire crisis veroorloven.”

Het rampscenario deed zich al voor bij de Aziatische crisis in 1997. Ook Japan kraakte in 1990 onder het gevaar dat China vandaag bedreigt: overinvesteringen en door slechte leningen gehypothekeerde banken. Schricke: “Gelukkig werd de voorbije jaren onder politieke druk een deel van de slechte leningen gegroepeerd, afgeschreven, verkocht of op de markt gebracht.”

Peking grijpt in

Ook elders grijpt Peking in. Grote publieke infrastructuurwerken vallen stil. Lokale overheden mogen geen onverantwoorde voordelen meer geven aan investeerders (zoals het betalen van de centrale belastingen in hun plaats). Kleine bedrijven krijgen minder investeringssteun.

Ook de oververhitte staalsector zweet zijn problemen uit. In juni meldde de centrale bank in een circulaire dat de banken leningen aan staal- en aluminiumbedrijven moeten herbekijken “los van het feit of die projecten al gestart zijn”. Nieuwe projecten krijgen geen geld, kredietlijnen worden geschorst en bestaande leningen liefst ingetrokken. Kredietmanagers van staatsbanken die nog leningen verschaffen aan staalfabrieken, worden aan de deur gezet.

Babs Verhoosel, general manager van Arcelor International Shanghai (een handelshuis in staal): “Kleine staalfabrieken verdwijnen plots van de kaart omdat de overheidssteun wegvalt of omdat de bank de kraan dichtdraait. Ik stel me ernstige vragen bij het feit dat Jiangsu Shagang rustig zijn productie verdubbelt. Wie zegt dat de vraag over vijf of tien jaar even hoog is als vandaag?”

Shen Wen Rong repliceert: “De oververhitting in de staalsector is reëel. Er is te veel lage kwaliteit op de markt. De nieuwe fabriek produceert echter modern staal voor de auto-industrie en geavanceerde bouwprojecten.”

Onlangs onderzocht een team van de Staatsraad, het hoogste politieke orgaan van China, een expansieproject van Tieben Iron & Steel, ook in Jiangsu. Het bedrijf staat nu aan de rand van de afgrond. De medewerkers van de Staatsraad bezochten ook Jiangsu Shagang, maar volgens het zakenblad 21st Century Business Herald zou het bezoek níét leiden tot problemen. Een insider uit de staalsector: “Dat Shen Wen Rong vrij spel krijgt, wijst op uitstekende politieke contacten.”

De rode kapitalist

Dat is de nagel op de kop. Tijdens het Zestiende Partijcongres van de Communistische Partij, in november 2002, prijkte Shen Wen Rong bovenaan de lijst van dertig zakenlui die werden binnengehaald als afgevaardigde. Volgens het gezaghebbende Chinamoney is ‘de Stier’ daarom een van de tien invloedrijkste ondernemers in China. Hij staat met een geschat vermogen van 155 miljoen dollar op nummer 55 van de Chinese ‘Rich List’ van het zakenblad Forbes. Vragen hierover doet hij af met het klassieke antwoord: “Het kan me niet schelen dat ik een miljonair ben. Ik maak ook arme mensen rijk. We creëren rijkdom en welvaart voor iedereen.”

Shen Wen Rong is geen alleenstaand geval. Volgens het adviesbureau Cap Geminitelt China (zonder Hongkong) 236.000 mensen met een vermogen van 1 miljoen dollar. Deze high net worth individuals zijn een magneet voor verkopers van luxeproducten.

Frank Christiaens (Barco China) signaleert een exponentiële verkoop van home cinema-systemen van 25.000 tot 100.000 euro. “In Sjanghai tel je 1 miljoen euro neer voor een huis van 20 op 20 meter,” stelt hij. “Zo bekeken is die uitgave marginaal.”

De welvaart is echter regionaal verdeeld. Met een bruto nationaal product (BNP) per capita van 4100 euro komt Sjanghai in de buurt van Hongarije. In de provincie Guizhou bedraagt het BNP per capita 360 euro, of minder dan in Sierra Leone.

Professor Filip Abraham, decaan van de economische faculteit aan de KU Leuven, noemt de 800 miljoen Chinezen in de dorpen “een enorme arbeidsreserve, die garant staat voor een groei die nog decennia kan duren”. In de geschiedenis deed zich dat al eens voor: “De enorme binnenlandse markt en het arbeidsreservoir, uit Europa aangevoerd, leidden in de negentiende eeuw tot de industriële revolutie in de VS. Binnen de grenzen van China gebeurt nu hetzelfde.”

Normaal gezien kan een land de lage lonen niet blijven uitspelen om investeringen aan te trekken. Economisch succes verbetert de arbeidsvoorwaarden. Abraham: “Als de lokale lonen stijgen, bouwen de ondernemingen elders in China fabrieken.”

Een milieuramp in spe

De vraag is hoelang het milieu die groei nog kan slikken. “Geef elk Chinees gezin zijn auto, en het land stikt door de luchtvervuiling,” aldus een insider in Europese staalkringen. “Geef elke stad zijn staalfabriek, en je hebt een mondiale milieuramp.”

“Het zou onzinnig zijn de rijkdom van China af te meten aan het aantal auto’s per capita,” zegt uitgerekend een staalfabrikant als Shen Wen Rong. “Als we onze natuurlijke rijkdommen niet beschermen, stevenen we af op een crisis.”

China telt volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie al zeven van de tien meest vervuilde steden ter wereld. Een derde van het land lijdt onder de zure regen. Volgens diverse studies kost de milieuvervuiling de Chinese economie jaarlijks 7 % tot 10 % van het BNP.

Het zes jaar jonge ministerie van Milieu wil de vervuiling in tien jaar tijd met 10 % beperken. Voor de modernisering van de Duitse fabriek schakelde Shen Wen Ron het Oostenrijkse Voest-Alpine en het Zwitserse ABB in. “We streven de Europese normen na,” stelt hij, “maar we zijn er nog lang niet. We moeten de knowhow van de arbeiders bijschaven. Geef ons drie tot vijf jaar.”

Zodra de modernisering een feit is, produceert Jiangsu Shagang staal van Europese kwaliteit, dat bovendien in gelijkaardige omstandigheden is gefabriceerd. Betekent dit dat de onderneming naar Europa zal exporteren, om ThyssenKrupp met staal uit zijn vroegere fabriek te beconcurreren? Shen Wen Rong: “Eerst China en dan, misschien over dertig tot veertig jaar, Europa. En ik hoop voor jullie dat het nog sneller gebeurt. Staalfabrieken zijn een conventionele industrie die optimaal functioneert in een land als China. Europa heeft geen staalfabrieken nodig. Het zal zich op de industriële wereldkaart positioneren met hoogtechnologische, vooruitstrevende sectoren. Europees staal zal op termijn verdwijnen. En dat is maar goed ook.”

Hans Brockmans

“Ons succes: wie staal had, kon het ook verkopen. Het aanbod was zo klein dat de klant de fouten erbij nam.”

Kredietmanagers van staatsbanken die nog leningen verschaffen aan staalfabrieken, worden aan de deur gezet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content