De verborgen kampioen uit Puurs
Belgische bedrijven die wereldwijd leiden, zijn een grote uitzondering. Peleman Industries, met het sterke merk Unibind, is zo’n uitzondering. Unibind is de meester van de gebonden mappen met een internationaal marktaandeel van 85 %. Op 25 jaar groeide de omzet van 0,5 tot 80 miljoen euro. Na de bedrijven wordt voortaan ook de privé-consument bedacht met een nieuw bindtoestel.
Wie wil glanzen met een mooi vertoon kiest voor een map met zwier. Die kan je maken met Unibind. Peleman Industries, met de merk- en internationale bedrijfsnaam Unibind, bindt wereldwijd 85 % van de mappen in de kantoren. Dat is niet vanzelfsprekend. Eigenaar Guido Peleman: “Wat wij maken, is uniek. Wie onze toestellen in werking ziet, is meteen overtuigd, 65 % van de kijkers koopt. De uitdaging is echter de klanten vinden en de toestellen tonen.”
De markt van Unibind is de aanmaak van mappen tot duizend exemplaren met een bindtoestel van 500 euro. Zwaarder bindwerk loopt op apparaten van andere ondernemingen tegen een prijs van 10.000 tot 100.000 euro. In de helft van de gevallen verkoopt Unibind bij elk toestel van 500 euro voor 500 euro toebehoren (de andere helft zijn toestellen voor eenmalig gebruik). Unibind zit daarmee in de niche van de ‘scheermesjes’-ondernemingen: zij halen tot 70 % van de omzet op de continue vervangingsmarkt voor hun product. De ruggen en de mappen zijn het hoofdbestanddeel van de naverkoop van Unibind.
Tot vandaag belandt de productie van Unibind voor 100 % op de professionele markt: bij dienstverlenende bedrijven (50 %), professionele binders zoals kopieercentra (30 %) en overheden (20 %). Deze verhoudingen zijn stabiel.
Esthetiek is passie
Architect Pei heeft zijn piramide aan het Louvre in Parijs, designer Axel Enthoven ontwierp de piramide van Peleman Industries in Puurs. Design is sedert het begin van de jaren tachtig essentieel voor Unibind. De eerste machines waren gratieloos. In 1982 ontwikkelt Guido Peleman met Axel Enthoven de “dromedaris”, een creatie die designtrofeeën oogstte. De band tussen Enthoven en Unibind is sterk, bij de 25ste verjaardag van de onderneming, die aanstaande zaterdag bij graaf Marnix van Sint-Aldegonde in Bornem wordt gevierd, verschijnt een nieuw toestel. Daarmee mikt Peleman voor het eerst op de privé-consument en niet op de professionele markt.
Esthetiek is een passie van Guido Peleman. Op de parkeerplaats staat een kakelvers exemplaar van de nieuwe Bentley; een ontwerp van de Vlaamse designer Dirk Van Braeckel, die na de val van het IJzeren Gordijn de Skoda hertekende voor Volkswagen.
Productie in sociale werkplaats
Unibind is een bedrijf van de tweede generatie. Peleman-Saerens produceerde vanaf 1939 ringmappen voor de verzekeraars en de banken in Ruisbroek. In Klein-Brabant zijn de families Peleman, Talboom, Rochtus en Schiltz de zakelijke noblesse. Aan de KU Leuven studeerde Guido Peleman voor burgerlijk ingenieur en tijdens zijn jaren als coöperant voor de Wereldvoedselorganisatie in Marokko in 1972 stierven zijn ouders. “Ik droomde van een eigen onderneming met een internationale afmeting,” zegt hij, “maar de familiale opvolging werd de noodzakelijke opdracht.”
Op 3 januari 1976 stroomt Ruisbroek vol water – de beelden van koning Boudewijn in een motorboot met hoge rubberlaarzen en jouwende slachtoffers zitten in het geheugen van een generatie. Het bedrijf Peleman-Saerens is het zwaarst getroffen. “Mijn zus verkocht haar aandelen en ik ben alleen verder gegaan, met een schadevergoeding die de advocatenkosten niet dekte hoewel de overheid verantwoordelijk was,” vertelt Guido Peleman. Het was het startpunt van het nieuwe Peleman Industries.
Het Amerikaanse beursgenoteerde General Binding Corporation ( GBC), vandaag de enige rivaal van Unibind, had een dochter in Nederland en een verkoopkantoor in Antwerpen en concurreerde met zijn ringmappen met Peleman-Saerens. In de jaren zeventig waren er twintig producenten in die niche, vandaag twee. GBC verkocht in 1977 haar activiteit voor het binden van documenten aan de Vlaamse leverancier. Guido Peleman: “Op een zondag vond ik een nieuwe warmtetechniek om de mappen te binden. Mijn Leuvense studiejaren kwamen goed van pas. Ik sleet als jongen van tien vele uren tussen de machines, nu zou men dat kinderarbeid noemen, in die tijd was dat normaal voor fabrikantenkinderen.” De eerste bindmachine van Peleman-Saerens had een verwarmingsplaat tot 140 graden en de kleefstof – een lijm van RTL uit Grenoble, vandaag nog leverancier – werd pas geschikt na veel geëxperimenteer.
De trotse ingenieur reisde naar de Verenigde Staten om de rechten op zijn toestel voor de Amerikaanse markt te verkopen aan GBC. “Ik werd aan mijn hotel afgehaald met een waanzinnige “stretch limousine” voor de gesprekken op hoog niveau. Op datzelfde moment verongelukte de eigenaar van GBC in een ravijn op zijn ranch. De nieuwe leiding verloor de trek in mijn Amerikaanse rechten.”
In die pionierstijd doet Guido Peleman 200 vliegtuigreizen per jaar. Verkooppunten worden geopend over heel de wereld. Vandaag vind je Unibind in 106 landen. De groei gaat crescendo tot aan de crisis van 1992-1993. Guido Peleman: “De ‘early adopters’ waren veroverd, de volgende klantenlaag was harder en trok de neus op voor de handenarbeid met de toestellen voor mappen met een soepele rug. Je moest wat handig zijn en omgaan met warmte en lijm. We zochten naar een eenvoudiger behandeling die iedereen, ook de directeur, zonder fout en tijdverlies kon uitvoeren. Dat werd de SteelCover met een stalen rug en een gebruiksvriendelijk design.” Tussen 1994 en 2000 ging het productengamma door een verjongingskuur.
De kostprijs van Unibind steunt voor 90 % op de aankoop van plastic, lijm en staal en voor 10 % op de arbeidsuren. En de marges? Guido Peleman: “Als ons product bijvoorbeeld 33 cent kost, dringen wij aan bij de distributeur dat hij het verkoopt tegen één euro om een sterke verkoopploeg te kunnen opbouwen.”
Guido Peleman produceerde de geoctrooieerde Unibind-machines aanvankelijk alleen in Puurs. Maar hij had een dubbel probleem. Hoe belet je als de productie daar spaak loopt door bijvoorbeeld een brand? En hoe belet je als je elders laat produceren dat die coproducent stiekem voor en na de werktijd machines bouwt voor de parallelle markt? Oplossing: de beschutte werkplaats Ergon in Eindhoven verricht de hoofdproductie voor Unibind. Ergon heeft 1500 medewerkers en daarvan sleutelen er zestig in een apart gebouw aan de apparaten van Unibind. Er wordt een open boekhouding gevoerd om de kosten doorzichtig te kunnen volgen. Guido Peleman: “De sociale werkplaatsen in Nederland zijn professioneler dan in België, zij hebben bijvoorbeeld ook personeel dat op zijn veertig in gewone bedrijven door stress wordt geplaagd en een rustiger omgeving zoekt. De werknemers van een sociale werkplaats zien er evenmin tegenop om gewetensvol repetitieve handelingen te verrichten. Bovendien stellen sociale werkplaatsen geen mensen tewerk die op eigen houtje hun Unibindjes maken.”
De productie van gesofisticeerde Unibinds en van eventuele noodgevallen gebeurt in de moedervestiging in Puurs. De kostprijzen zweven rond hetzelfde peil. Namaak is een kopzorg voor Unibind en China is met het nepmerk Winbind de grote zondaar. “Het kost ons handenvol geld, maar wij laten de vervalsers stoppen door de advocaten van Allen & Overy in Sjanghai,” zegt Guido Peleman.
Guido Peleman is ook ondervoorzitter van Voka en actief in de Vlaamse en de internationale kamers van koophandel: “De federale en de Vlaamse regering spreken af en toe met lovende woorden – is het trouwens wel met volle goesting? – over het bedrijfsleven. Ik zie daar niet de gevolgen van in de daden van die regeringen.” Frans Crols
Frans Crols
Namaak is een kopzorg voor Unibind en China is met het nepmerk ‘Winbind’ de grote zondaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier