De veiligheidsgordel van het milieu

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

“De dioxine- en colacrisissen hadden met gepaste kwaliteitscontroles voorkomen kunnen worden,” claimt het bedrijf AppliTek. Met die van hén, bijvoorbeeld. De Oost-Vlamingen produceren meet- en regelapparatuur, en houden volgende week hun nieuwe holding Tetraktys boven de doopvont.

Na de dioxine- en colacrisissen hebben een hoop bedrijven hun kwaliteitscontroles opgedreven. ‘Continue bewaking’ is het nieuwe adagium, met steekproeven zijn de mazen van het net té groot. “Alleen door de emissies permanent te meten en alle gegevens in een computer te registreren, kun je preventief controleren,” zegt David Laurier (30), gedelegeerd bestuurder van AppliTek, dat meetapparatuur produceert. “Bovendien verbetert zo het productieproces en wordt het afval met gemiddeld 20% beperkt.”

AppliTek maakt op de tweejaarlijkse milieubeurs IFEST, die van 24 tot 27 oktober 2000 in de Gentse Flanders Expo plaatsvindt, haar nieuwe structuur bekend. Voortaan maakt het bedrijf uit Deinze – samen met het Gentse ingenieursbureau Eco Process Assistance (EPAS), Innovest (de investeringsvennootschap van de familie Laurier) en het zopas opgerichte onderzoekscentrum FET – deel uit van de Tetraktys Group. Het samenwerkingsverband telt een veertigtal hooggeschoolde medewerkers en realiseert een geconsolideerde jaaromzet van zo’n 300 miljoen frank (zie cijfertabel).

AppliTek werd vijftien jaar geleden door voorzitter Jo Laurier (57) opgericht. Als ingenieur elektronica en MBA had hij al twintig jaar ervaring in de instrumentenbusiness. Uiteindelijk besloot de Deinzenaar op eigen houtje te gaan werken.

“Ik was er heilig van overtuigd dat er in de sector geen toekomst zat als verdeler van buitenlandse producten. Alleen door zelf instrumenten te bouwen en applicaties aan te bieden, kun je een toegevoegde waarde creëren. Daarom richtte ik in 1988 als eerste in België een lab voor praktische proeven op. Een investering van 8 miljoen.”

De cliënteel kon de verschillende toestellen en technieken vóór de aankoop testen, wat uitzonderlijk was. Vroeger moesten ze met hun staaltjes naar het buitenland om te controleren of de apparatuur hun problemen wel kon oplossen.

Maar de klant bezat meestal niet de mensen noch de middelen om de gesofisticeerde machines te installeren en te exploiteren. Jo Laurier: “Daar zorgt onze engineeringafdeling voor. AppliTek bouwt dus niet alleen de apparatuur, maar plaatst en onderhoudt de meettoestellen ook. De gegevens worden naar een computer doorgestuurd, die statistieken van het productieproces bijhoudt. Met andere woorden: we leveren de meetinstrumenten en de data, en evalueren alle gegevens, zodat de klant onmiddellijk kan bijsturen als er problemen zijn.”

Met het Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek in de Industrie (IWT) en enkele universiteiten ontwikkelde AppliTek enkele toestellen voor milieuanalyse, zoals de SettloMeter. Daarmee kan de slibbezinking in een waterzuiveringsinstallatie in real time worden gemeten. David Laurier: “Begin oktober richtten wij samen met het Environmental Institute of Singapore een joint venture op om het slib van de zes lokale waterzuiveringsstations continu te controleren, vooral op stikstof en fosfor. De verwijdering van die stoffen is ook in Vlaanderen verplicht, maar wordt nog niet toegepast. Behalve Aquafin, Janssen Pharmaceutica en Beaulieu beschikt niemand over dergelijke toestellen.”

Bovendien geeft dat contract van 6 miljoen frank aan Tetraktys de gelegenheid om vanuit Singapore de rest van de Zuidoost-Aziatische markt te bewerken. David Laurier: “Wij leggen nu de laatste hand aan de oprichting van een wereldwijd verdelersnetwerk. Na Singapore volgden Seoel, Thailand, Maleisië, Taiwan en de Filipijnen. In november 2000 opent AppliTek haar rep office in Shanghai.”

In december 1999 nam Innovest een meerderheidsparticipatie van 56% in Eco Process Assistance(EPAS), een spin-off-bedrijf van professor Willy Verstraete van de Universiteit Gent. Sinds 1992 specialiseert dat adviesbureau zich in microbiologische zuivering van afvalwater. In opdracht van het Europees ruimtevaartcentrum ESA onderzoekt EPAS de mogelijkheden van afvalrecyclage tijdens ruimtevluchten. Dit Mars-project beloopt zo’n 8 miljoen frank. Gedelegeerd bestuurder Paul Van Meenen: “We hebben een prototype ontwikkeld voor de omzetting van CO2 en fecaliën in respectievelijk zuurstof en eiwitten. In samenwerking met de satellietbouwer Verhaert uit Kruibeke en met AppliTek zullen we de verdere mogelijkheden van CO2-recuperatie uitwerken.”

De klanten van Applitec komen grotendeels uit de (petro-)chemische industrie, zoals Amoco, TotalFina, Bayer, BASF, Solvay, BP Chemicals, Exxon, Cargill en Johnson & Johnson.

“Onze sterkte is de continue, automatische meting met een minimale menselijke tussenkomst,” zegt David Laurier. Vroeger beperkte het bedrijf zich tot de analyse van vloeistoffen. Vandaag draait het vooral om gas en vaste stoffen, zoals ertsen en coatings. “Zo hebben we vorig jaar het colamysterie kunnen oplossen. Dankzij onze permanente metingen konden we in een mum van tijd de oorzaak van de calamiteiten opsporen. Het zal ze niet meer overkomen. Hun productieproces wordt nu met onze toestellen permanent gecontroleerd, zodat ze onmiddellijk kunnen ingrijpen als er iets fout loopt.”

De farmaceutische sector zet de toon in de kwaliteitscontrole. Janssen Pharmaceutica heeft AppliTek de opdracht gegeven om een systeem te ontwikkelen dat pilletjes in blisterverpakking stuk voor stuk op hun samenstelling kan controleren. Tot nu toe controleerde men at random. David Laurier: “Op basis van infraroodfoto’s testen we aan de lopende band de actieve componenten zonder dat de medicijnen uit de verpakking moeten worden gehaald. De eerste resultaten zijn positief. We onderhandelen met de farmagroep uit Beerse over een commerciële toepassing.”

Deze techniek

kan ook in de voedingsindustrie gebruikt worden, maar de sector houdt de boot af. “Het is een branche van grote volumes en kleine winsten. Automatische controle kost al snel 4 à 5 miljoen frank, en de voorstellen worden weggewuifd. Nochtans is de nood hier groot. Denk maar aan de dioxinecrisis. Met een permanente preventieanalyse van de grondstoffen had dit debacle makkelijk vermeden kunnen worden. Als eerste in Europa beschikken wij over een apparaat waarmee kan worden nagegaan of vlees al dan niet afkomstig is van runderen die met de dollekoeienziekte zijn besmet. Jammer genoeg hebben de lidstaten het gebruik van het meettoestel nog niet verplicht.”

eric pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content