DE VASTE BAAN IS ER DUS HELEMAAL NIET AAN

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het traditionele tewerkstellingsmodel blijft ook anno 2005 dominant. Bijna niet te geloven in een wereld waar alle ‘experts’ voortdurend roepen dat “verandering de enige constante is”.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Het is moeilijk toe te geven dat een van je idolen gefaald heeft. Een van de belangrijkste boeken uit de geschiedenis van het management is ongetwijfeld Charles Handy’s Empty Raincoat, bij de Amerikanen uitgegeven met de meer sexy titel The Age of Paradox. In dat boek over de lege regenjas voorspelt Handy het einde van de vaste baan. De vaste baan gaat eraan! We worden met zijn allen portfoliowerkers, free agents, minizelfstandigen. We zouden stoppen met voor één baas te werken, en alleen nog klanten hebben.

Ik heb deze idee geloofd, onderschreven en zelf verder verspreid. Ik blijf er overigens als een soort ideaal in geloven. Maar tussen droom en werkelijkheid staan vakbonden, wetten en praktische bezwaren.

De overheid kan het niet. Ik zag vroeger één groot probleem. Bijna iedereen is wel ergens goed in: autorijden, snoeien, klusjes opknappen, kinderen verzorgen, vierkantswortels trekken, videospelletjes spelen… Daar schuilt het probleem niet. Het probleem ligt in het vermarkten van die competenties. Het talent te kunnen vermarkten, is echter én belangrijk én schaars. Het laat zich dus terecht goed betalen. Maar dit soort impresariowerk baadt snel in een sfeer van koppelbazen, uitbuiting en slavernij. Dat hoeft echt niet, maar onze maatschappij is er (nog?) niet rijp voor en dus is de reglementering rond de verkoop van andermans arbeid zo gereglementeerd dat ‘iedereen zelfstandige’ weinig kans maakt.

De oplossing leek me vroeger heel eenvoudig, waarschijnlijk te eenvoudig: zorg ervoor dat al die impresario’s van tuinmannen, gelegenheidschauffeurs, poetsvrouwen, videospeltesters of verpleegkundigen een transparante vergoeding krijgen, dat niemand zoals een hoertje gebonden kan zijn aan haar pooier, en laat de vakbond maar iedereen ter verantwoording roepen die – laten we zeggen – meer dan 15 % vraagt. Minder mag altijd, meer begint op uitbuiting te lijken.

Laat de markt werken, en straf niemand die wil werken, niet als tuinman of gelegenheidschauffeur, maar ook niet als impresario. Integendeel, beloon eenieder – bijvoorbeeld via de sociale zekerheid – die voor een impresario wil werken.

Maar het moge duidelijk zijn: de markt kan wel de wereldprijs van thee regelen, en de interestvoeten op vijfjarige overheidsobligaties van Noorwegen in de hand houden, maar de markt kunnen we echt niet vertrouwen als het erop aan komt arbeid om te zetten in geld, tot nader order nog steeds de definitie van ‘gaan werken’.

Intussen worden 55-jarigen verplicht op pensioen gezet, vinden gemotiveerden soms zeer moeizaam werk, moeten bedrijven jarenlang zoeken naar bepaalde werknemers, en ontvangen profiteurs overheidssteun. De markt mag het niet, de overheid kan het niet.

De nieuwe idealen. In werkelijkheid is het dus helemaal anders uitgedraaid dan Handy voorspeld heeft. Hij heeft zich blijkbaar vergist. En wij met hem. In werkelijkheid blijken de meeste mensen nog steeds tewerkgesteld in een soort vaste baan. Meer nog, ondanks alle kreten over outsourcing, zijn de meeste westerse banen nog niet zo slecht. Wel krijg je een zandlopermodel: de best betaalde jobs groeien nog steeds het snelst in aantal, en aan de onderkant van de jobmarkt blijft de vraag hoog. Het zijn de middenklassebanen die zouden verdwijnen.

Als die observatie juist is, dan wordt het sociale weefsel in de westerse landen ernstig aangetast. Want The American Dream, zo naarstig in Europa nagedroomd, was in de eerste plaats niet de droom van enkele Rockefellers, maar de droom van een heel brede middenklasse: bedienden, leraars, winkeliers, ‘reizigers’, verpleegkundigen. Diverse studies hebben aangetoond dat de middenklasse de Amerikaanse maatschappij heeft uitgebouwd, niet de arme immigranten of de rijke bankiers. In Europa waren we overigens allemaal middenklasse. Er waren bij ons in de jaren zestig bijna geen toplonen en vooral de laagste lonen genoten de grootste sociale bescherming. Het herverdelingssysteem werkte degelijk, tot grote vreugde van de Europeanen die de idealen van de Franse revolutie bleven nastreven. En vergeet niet: égalité behoorde daar ook toe.

Maar nu worden andere idealen nagestreefd: entrepreneurship, groei, jobs. En al wie voorspeld heeft dat dit zou leiden tot steeds meer free agents, allerlei portfoliowerkers, die vooral klanten zouden hebben en geen bazen meer, die moet dus nu zijn voorspellingswonden likken en gewoonweg toegeven dat hij verkeerd was. Het traditionele tewerkstellingsmodel blijft dominant. Bijna niet te geloven in een wereld waar alle zogenaamde experts in koor keihard roepen: “Verandering is de enige constante”.

Woorden in de wind. Waren alle voorspellingen dan volledig verkeerd? Niet echt. Het aantal parttime jobs is drastisch gestegen, de vaste baan biedt absoluut niet meer de werkzekerheid die ze vroeger bood, ‘de mooie carrièreplanning’ zijn woorden in de wind geworden.

Eén ding lijkt echter zeer moeilijk te veranderen. We leven langer en langer, we willen steeds langer studeren, maar we willen zo vroeg mogelijk op pensioen. Handy zelf blijft echter, ook al is hij de zeventig voorbij, nog steeds actief. Maar ja, bij free agents staan er tussen woord en daad alleen maar praktische bezwaren.

Marc Buelens

We leven steeds langer, we willen steeds langer studeren, maar we willen wel nog altijd zo vroeg mogelijk op pensioen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content