De vanitassen van Kris Martin
Met zijn expo ‘Exit’ krijgt Kris Martin na twintig jaar ironisch genoeg zijn eerste grote museumshow in het S.M.A.K. de timing met De EXPO OVER Van Eyck kan niet beter.
Kris Martin neemt graag zijn tijd. De tijd en de vergankelijkheid zijn centrale thema’s in zijn conceptuele kunst. Martin liet zich aanvankelijk opmerken door grote conceptuele installaties, die slim en vernieuwend, maar onverkoopbaar waren. Zoals de installatie met 18.000 narcisbollen, die samen het woord ‘Wahnsinn’ vormden op het grasveld van het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle.
Dat in-situwerk triggerde Jan Hoet, die hem uitnodigde voor de kunstmanifestatie Sonsbeek 9 in Arnhem. Het leverde Martin zijn eerste galerieshow op bij Lisson Gallery en in 2007 een solo in P.S.1., de projectruimte van het MoMa in New York. Martin werkte ook een tijdlang samen met White Cube, de Londense galerie van de kunstpaus Jay Jopling. Zijn partnerschap met galerie Sies+Höke uit Düsseldorf liep verkeerd af, al is hij nu wel opgepikt door de New Yorkse galeriehouder Sean Kelly.
Bij ons is hij vooral bekend van zijn Altar, zijn sculptuur in de vorm van de contouren van het Lam Gods. Als lege tableau vivant plaatste hij dat werk al op het strand in Oostende en nu ook voor de Sint-Baafskathedraal in Gent, waar het Lam Gods normaal hangt.
In het S.M.A.K. wordt Exit een feest van herkenning voor kenners van zijn werk. Onder meer Festum II is er te zien, een installatie met bronzen confetti, die je overal meevoert als eeuwig souvenir van een gepasseerd feest. Ook Idiot zal erbij zijn: Kris Martins kopij van Dostojevski’s gelijknamige roman, waarin hij de naam van de protagonist door zijn eigen naam verving. Ook Van Eyck en Hemingway’s For Whom the Bell Tolls komen aan bod in een expo van een van de meest geliefde kunstenaars onder verzamelaars.
Exit, van 7 maart tot 31 mei in het S.M.A.K. in Gent
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier