De universiteit van de toekomst

VOKA, HET VLAAMS NETWERK van ondernemingen, heeft het hoger onderwijs als een beleidsthema op tafel gelegd. In een recente studie doet Voka zinnige voorstellen. Zo pleit het voor de rationalisering van het studieaanbod, bedrijfsgerichte opleidingen, onderzoek met een maatschappelijke impact en private financiering. Zinnig, maar weinig gedurfd. Vlaanderen heeft behoefte aan een grondige reflectie over zijn universiteiten in de 21ste eeuw. Ik formuleer alvast enkele vragen.

Welke universiteiten hebben we nodig in de toekomst? Het kleine Vlaanderen heeft vijf universiteiten, die zowat allemaal de ambitie hebben algemene universiteiten te zijn. Er is nagenoeg geen specialisatie en er zijn geen elite-instellingen. Hoewel alle Vlaamse universiteiten internationaal actief zijn, zijn het wezenlijk nationale organisaties, en geen mondiale spelers. De biotoop van de universiteit van de toekomst is de wereld. Specialisatie en topniveau zijn daarvoor belangrijk.

WAT IS DE MISSIE van de Vlaamse universiteit van de toekomst? Aan welke grote trends moet die een antwoord kunnen bieden? Technologische innovatie kan het klassieke model van onderwijs en onderzoek echt transformeren. Hoe kunnen we nieuwe technologie gebruiken om kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit te verbeteren? Wat kan de online- en de virtuele realiteit betekenen voor de Vlaamse universiteit van 2040? In welke mate moeten we het archetype van de aparte en op zichzelf staande universiteit verlaten?

Wat wordt de rol van de Vlaamse universiteiten in de brede evolutie richting levenslang leren? Een diploma is maar het beginpunt van een permanent proces van vorming en scholing. Kunnen we universiteiten daarin inschakelen? Krijgen universiteiten een tweede kerntaak tijdens de loopbaan van de hooggeschoolden? Stemmen we hun opdracht en curricula daarop af? Of leveren universiteiten alleen basisdiploma’s en slechts occasioneel bijscholing?

DE MASSIFICATIE van het hoger onderwijs is een belangrijke trend van de afgelopen decennia. We willen zo veel mogelijk studenten zo gemakkelijk en zo gepersonaliseerd mogelijk diploma’s laten behalen. Wat is daarvan de eindafrekening? Renderen die diploma’s voldoende op de arbeidsmarkt? Is het niveau van kennis en kunde nog afdoend? Of hebben we te maken met een combinatie van overkwalificatie en onderscholing?

Universiteiten en hun personeel kreunen onder de bureaucratie en de complexiteit. Kunnen we de inflatie aan procedures, rapportering, structuren, projecten, trajecten en controles kritisch wegen op de weegschaal van productiviteit en toegevoegde waarde? Kunnen we autonomie, creativiteit en vertrouwen opnieuw als kernwaarden cultiveren? Welk bestuursmodel is daarvoor wenselijk? Hoe moet de Vlaamse overheid de regulering, de subsidiëring en het toezicht aanpassen?

FINANCIERING IS ALTIJD en overal een knelpunt, ook voor de universiteiten. Voka blijft opmerkelijk stil over een hoger inschrijvingsgeld als financieringshefboom. Voor mij is die optie vanzelfsprekend, om drie redenen. Het inschrijvingsgeld verbindt het universitaire budget aan de universitaire kerntaak die onderwijs is. Al te vaak worden universiteiten verplicht middelen te genereren via perifere opdrachten die tijd en personeel claimen. Het inschrijvingsgeld stimuleert de student en zijn omgeving tot betrokkenheid. Het compenseert de vaststelling dat publieke financiering via belastinggeld vooral de middenklasse subsidieert.

Een hoger inschrijvingsgeld als financieringshefboom voor universiteiten is vanzelfsprekend.

Meer inschrijvingsgeld en een democratisch universitair onderwijs zijn combineerbaar door een stelsel van sociale leningen dat de kosten voorschiet, waarna de ex-student die achteraf terugbetaalt tijdens zijn loopbaan. De terugbetaling moet sociaal en progressief zijn, want ze gebeurt alleen bij succes en op basis van het inkomensniveau.

De toekomst van de universiteit is die van ons allemaal: zo belangrijk zijn universiteiten voor de ontwikkeling van land en economie. Het is hoog tijd dat we daarom als samenleving fundamenteel nadenken over de kernvraag: welke universiteit willen we?

De auteur is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content