De Tweeling
Ze worden “de tweeling” genoemd : Jo Lernout en Pol Hauspie, verkozen tot Managers van het Jaar 1996. Ze hebben technologie met toekomst in huis. En introduceerden het Angelsaksische model van groeifinanciering in België. Een portret van een visionair duo.
De wijze waarop het West-Vlaamse tweetal Jo Lernout (48j.) en Pol Hauspie (44j.) als managersduo functioneert, is gegroeid in de loopgraven. “Je smeedt echt goede vriendschap uit noodzaak, als je het vreselijk moeilijk hebt. Veel partnerships struikelen dan. Wij hebben het geluk gehad om samen te klitten met behoud van elkaars eigenheid.”
Jo wordt door velen de visionair genoemd en Pol het financiële genie. “Een combinatie die je niet elke dag door de deur ziet wandelen,” vertelt een insider. “Beiden waren zeer extrovert in het zoeken van contacten. Ze beschikten over een flinke dosis lef. En het waren geen doetjes. Jo was marketingdirecteur geweest bij Wang en Barco Graphics. En Pol had met succes zijn eigen softwarebedrijf ( HPP– nvdr.) uit de grond gestampt en verkocht aan Prodata.”
Jo Lernout : “In het najaar van 1987, enkele weken vóór het opstarten van ons groeibedrijf Lernout & Hauspie Speech Products ( LHSP), zijn Pol en ik voor drie dagen naar de Ardennen getrokken. We hebben ons toen fundamentele vragen gesteld. Wat zoeken we ? Geld ? Roem ? Zijn we bereid compromissen te maken ? Wat is ons levensdoel ? Is er een parallellisme met de bedrijfsmissie ? En kunnen we dat bereiken bij een 50/50-engagement ? Betrekken we onze vrouwen erbij ? Mogen we een hidden agenda hebben voor elkaar ?”
Sindsdien trekt het duo op geregelde tijdstippen, vóór dag en dauw, de bossen en velden in rond de Kemmelberg of Rode Berg, om er hun toekomst te analyseren. “Onschatbare uren,” vindt Pol. “Je zit dan niet over jezelf in. Je projecteert de problemen en je kijkt ernaar als naar een afzonderlijk object.”
Het inzicht dat spraak de relatie tussen mens en computer zal verbeteren, is het cement en de fundering van LHSP. “Tegen het eind van dit decennium zullen microfoon, muis en pen de meest gebruikelijke mens-machine- interface zijn,” prijkt profetisch in het prospectus waarmee het duo in ’94 een 600-tal particuliere Vlaamse beleggers wist te overtuigen om 16,98 miljoen dollar toen 554 miljoen frank te pompen in hun bedrijf.
GEWONE MAN.
Het futuristisch gehalte van de visie was ongewoon voor Vlaanderen. Maar ook de wijze waarop Jo en Pol hun boodschap financieel aan de man brachten. Honderden West-Vlaamse winkeliers, boeren en entrepreneurs die voor één keer de veilige kasbon links lieten liggen om hun zuurverdiende spaarcenten toe te vertrouwen aan een technobedrijf met hoge risicograad. Zelden gezien in deze contreien.
Jo en Pol : “Wanneer een bepaalde technologie in de VS vorm begint te krijgen, als er klanten zijn en als het toekomstpad door de bankiers kan worden gecheckt, dan wordt er geld gestopt in dat bedrijf. Maar in België hebben we jarenlang moeten opboksen tegen de achterdocht en het ongeloof van banken en industriëlen. We moesten het uiteindelijk hebben van de gewone man. En die zijn we daar eeuwig dankbaar voor.”
LHSP is nóg steeds een buitenbeentje in het Belgische financiële landschap. Zijn beursintroductie in de VS op vrijdag 1 december ’95, om 11 u.30 lokale tijd ( eastern time) bracht een schokeffect teweeg. Voor het eerst slaagde een Belgisch technobedrijf erin om aandelen op de Nasdaq te laten noteren nota bene na acht jaren slavenwerk dat nog niet één frank winst op de tabellen had gebracht. Velen hadden dit nooit vermoed, maar ook voor een Vlaamse onderneming bleek het Angelsaksische model van groeifinanciering mogelijk.
Pol Hauspie sust : “We moeten zeer nederig blijven. Misschien hebben we een rol gespeeld in de mentaliteitsverandering. In ieder geval merk ik dat LHSP als een toetssteen fungeert voor anderen. Voordien was de sfeer in België ” dit kan niet, je moet dat hier niet proberen, dat is iets voor de Amerikanen”. Nu zien we echter regelmatig jonge ondernemers die bij ons een dossier komen binnendragen. Ik heb er zo enkele in mijn wagen liggen. We lezen dat en geven advies. Als LHSP er nu staat, dan is dat dankzij de hulp van vreselijk veel mensen. Dus als we iets kunnen terugdoen… Wie iets wil ondernemen of whatever, kan ons altijd raadplegen. We zullen hem of haar helpen. Je mag dat gerust publiceren. We willen hiervoor tijd vrij maken.”
BILL GATES.
LHSP vierde onlangs zijn negende verjaardag, maar het marktpotentieel van de spraakexpertise is (nog steeds) vrij moeilijk in cijfers te vatten. “Klopt,” knikt Jo Lernout. “Het feit dat we door de lezers van Trends gekozen zijn als Managers van het Jaar, zien we voornamelijk als een wissel op de toekomst. Het domein van de spraak- en taaltechnologie moet nog openbreken. We staan aan het begin van onze groeicurve. Tenoren uit de industrie zoals Bill Gates beklemtonen in bijna elke speech dat spraak en taal het gebruik van de pc grondig zullen veranderen. Ook IBM begint nu fors zijn voice-producten te promoten. Al de dingen die we jarenlang in onze toekomstvisie hebben verkondigd, zal je effectief zien kristalliseren.”
De technologische visie van Jo en Pol is zorgvuldig uitgekiend. Ze werd uitgebouwd in drie sleuteldomeinen. Eén : de automatische spraakherkenning, de computer herkent en begrijpt uw stem. Twee : de tekst-naar-spraak, de pc zegt na wat u heeft ingetikt. Drie : digitale spraakcompressie, waarbij spraak wordt samengedrukt in computercodes voor een beter transport of geheugenopslag.
Voeg daarbij de meertaligheid waarop LHSP al van dag één de nadruk heeft gelegd. Met de hulp van een ingenieus softwaresysteem DEPES of voluit, Development Environment for Pronunciation Expert System zijn Jo en Pol in staat om voor praktisch iedere taal tekst-naar-spraak-mogelijkheden te ontwikkelen. En dit in nauwelijks 6 tot 12 maanden tijd. “DEPES is een exclusieve licentie van de Universiteit Gent, die door ons verder werd verfijnd,” verklapt Jo Lernout. “We noemen het onze Coca-Cola-formule.”
Dank zij dit “geheime wapen” speelde LHSP het klaar om in een ongewoon kort tijdsbestek acht grote talen (waaronder het Nederlands) onder de knie te krijgen. Het Japans, Chinees, Arabisch en Russisch zitten nu in de pijplijn. De taalfabriek DEPES zal ervoor zorgen dat LHSP straks als enige spraakspecialist 80 % van de wereldbevolking kan bedienen.
VISIE.
“Eigenlijk verkondigen we al bijna tien jaar dezelfde boodschap : dat spraaktechnologie voor het grootste gedeelte taalkennis is en dat wij, Vlamingen, daar van nature erg goed in zijn,” prediken Jo en Pol.
Wat drijft twee koppige zonen uit de Westhoek om nu al bijna één decennium lang achter deze visie voor de enen een veelbelovende voorspelling, voor de anderen een fata morgana aan te hollen ? “Tja, wat is onze motivatie ? Zeker niet het geld, absoluut niet,” grijnst Pol. “Je kan het misschien als volgt samenvatten : we willen bewijzen dat we hier geweest zijn. Als we straks ons hoofd neerleggen, moet hier het onvervalste bewijs liggen dat we iets hebben gepresteerd. We willen onze stempel drukken, een spoor nalaten.”
“En dat geldt ook voor heel wat van onze medewerkers,” vindt Jo Lernout. “Ondanks jaren van te laat uitgekeerde lonen, RSZ-schulden en zwarte sneeuw, zijn ze hard blijven doorwerken. De fierheid dat hun software, een product van eigen bodem, in een groot labo van Microsoft, Philips, Samsung of AT&T werd verkozen boven het originele huisproduct, drijft en verrijkt hen.”
Pol Hauspie : ” Patrick De Schrijver is zo’n voorbeeld, onze vice-president legal hij was een jong advocaatje dat in een Antwerpse fiduciaire werkte. Welnu, die jongen is opengebloeid in september ’93 tijdens de onderhandelingen met AT&T, toen we een hele week in afzondering gingen op de Bermuda’s ( nvdr. – AT&T nam toen een belang van 5 % in LHSP). Patrick was 30 jaar en zat te onderhandelen met een ploeg van vier gehaaide Amerikaanse lawyers. Op het einde van de sessie zei die jongen : fantastisch, zoiets had ik anders nooit van mijn leven kunnen meemaken. Ondertussen is hij één van dé specialisten aan het worden op het vlak van intellectueel eigendom. Wat drijft hem ? Bij de laatste contractonderhandelingen met Microsoft zat hij twee tot drie weken aan één stuk telkens om 4 à 5 uur ‘s morgens aan de telefoon met Seattle. Ook hij wil een spoor nalaten, meewerken om iets te creëren.”
SPIL.
Jo en Pol waren jarenlang de spil waarrond LHSP draaide. In hoeverre kan het bedrijf nog zonder hen ? Zegt Pol : “Eén van onze doelstellingen, toen we naar de Nasdaq trokken, was een topploeg uit te bouwen zodat Jo en ik ons meer als aandeelhouder konden gedragen en konden focussen op de strategische thema’s. Daarom hebben we recent Gaston Bastiaens (ex-topman bij Philips, Apple en Quarterdeck– nvdr.) aangetrokken.”
Jo : “Het bedrijf is stilaan in staat om verder te gaan zonder ons. LHSP wordt nu opgekrikt van een pioniersbedrijf met een paar honderd medewerkers tot een multinational met pakweg 6 à 700 man. Die ervaring zat tot nu toe bij niemand, daarom hebben we Gaston en zijn Amerikaanse collega Bob Kutnick binnengehaald die het trouwens uitstekend doen. Je ziet dat ze gewoon zijn om een zeer grote groep te leiden en te integreren. Ze laten niet na om iedereen bij het bedrijf te betrekken. Langzaam maar zeker wordt die nieuwe bedrijfscultuur nu ingevoerd, zonder dat de oude spirit verloren gaat. Wij zitten met hen perfect op dezelfde golflengte.”
“Als je al kan spreken van een Lernout & Hauspie-recept, dan is dit er één van : communicatie,” vult Pol aan. “We zijn met Gaston en Bob een weekend lang op retraite geweest in het kunstenaarsdorpje Watou. Daar werden net dezelfde vragen op tafel gegooid als vóór onze opstart : wat wil je in het leven, waar wil je geraken, past dit in onze doelstellingen ? Hierdoor is een onderlinge band gesmeed. We communiceren nu praktisch elke dag met Gaston waar ter wereld hij zich ook bevindt, we bellen hem op voor een conference call en bespreken de lopende zaken.”
CHAOS.
Jo en Pol droegen lange tijd de reputatie met zich mee managers te zijn die enkel konden aarden in een gezonde chaos. Het duo was er berucht voor. In ’94 werd even gepoogd om in die spontaneïteit wat structuur te brengen : Paul Watteeuw, ex-algemeen directeur bij Wang België en een vroegere collega van Jo, werd aangeworven aan het hoofd van LHSP. Het liep verkeerd af.
Zegt Jo : “Paul is een uitstekend manager om een firma te leiden die op lokaal, Belgisch vlak een complete oplossing levert aan de eindgebruiker. In zijn huidige bedrijf, Inimap, doet hij dat trouwens schitterend. Maar ondernemen in een georganiseerde wanorde, op een wereldwijde schaal, én in een fase waarin LHSP financieel nog zeer wankel was, vergt een andere persoonlijkheidsstructuur.”
Pol Hauspie : “Het gras is altijd groener aan de rand van de afgrond. Jo en ik hebben die rand bewust opgezocht. Wij en heel wat van onze topmedewerkers kunnen 12 à 14 uren per dag doorwerken zonder fundamenteel gestoord te worden door die onzekerheid. Het is die spirit die LHSP als hightech-bedrijf overeind heeft gehouden, al zwalpten we lange tijd op het randje van het failliet.”
“De druk was soms loodzwaar,” geeft Pol toe. “Maar als je de rotsvaste overtuiging hebt dat je het gaat halen, dan geeft dat vleugels. We never took no for an answer. Wie die overtuiging verliest, gaat er zowel fysiek als mentaal aan kapot.”
Jo : “We hebben het inderdaad dikwijls zeer moeilijk gehad, soms tot op de laatste minuut. Maar het feit dat we mekaar als duo konden steunen, heeft zeker geholpen. We konden onze twijfels uitdrukken, veel liever dan ze te laten koken en sudderen in je kop zodat je niet altijd een frisse kijk op de zaak behield. We waren met twee, we konden dus communiceren en dit verhoogde het element zekerheid. Ik kan gerust zeggen, dat dit me alleen nooit gelukt zou zijn.” Pol : “Dit geldt voor ons beiden. Op eigen houtje had ik het bedrijf nimmer recht kunnen houden, compleet onmogelijk.”
ETHIEK.
“Juist omdat de institutionele investeerders voor een heel lange periode niet achter ons verhaal stonden, hebben we een beroep moeten doen op rijke individuelen uit de streek,” vertelt Pol Hauspie. “We waren één van de eersten in Vlaanderen die zo op systematische wijze geld voor het bedrijf hebben ingezameld.” Twee figuren speelden een cruciale rol in dat netwerk : Fernand Cloet (46j.) en Nico Willaert.
De vraag of Jo en Pol in sommige gevallen van uiterste nood op het randje van het wettelijke hebben moeten balanceren, slaat het duo niet uit hun lood. Jo : “We hebben een aantal van onze leveranciers doelbewust zolang mogelijk níet uitbetaald. Dit is misschien niet erg conventioneel, maar het was zeker niet onethisch. In vele gevallen gebeurde dit zelfs met onderlinge instemming, omdat we hiervoor hard gingen onderhandelen.”
Pol : “Ja, we maakten er bijna een erezaak van om met leveranciers te onderhandelen zoals met de banken en soms gingen we zelfs nog een stukje verder (glimlacht). Met onze leasingmaatschappij ( Leaseplan– nvdr.) bijvoorbeeld hebben we jarenlang over het uitbetalingsplan zitten pingelen. Telkens de datum voor één of andere afbetaling naderde, grepen we steevast de telefoon om te melden dat de afbetaling niet kon worden uitgevoerd. Waarop prompt nieuwe termijnen werden afgesproken.”
“Maar ethisch zijn we nooit over de schreef gegaan,” benadrukt hij. “Hadden we dat wel gedaan, dan zouden we nu niet meer bestaan. Want deze val klapt altijd toe. Wie kijkt naar onze balans in september ’95, vóór de IPO ( initial public offering) op de Nasdaq, ziet dat daar een gecumuleerd nettoverlies van 72 miljoen dollar (2,16 miljard frank – nvdr.) stond ingeboekt. Ons werkkapitaal was negatief. Maar wat was er niet zichtbaar in de balans ? De loyaliteiten van klanten, leveranciers en medewerkers : onze belangrijkste activa. Die dingen kan je niet berekenen. Maar ze zijn cruciaal. En wie daarop fouten maakt, is gezien.”
“Om een voorbeeld te geven,” vervolgt Pol. “We hebben soms rijkelijk laat mensen, leveranciers en banken uitbetaald. Maar als we dan finaal met geld over de brug kwamen, deden we er altijd nog een schepje bij : iets meer intrest, enkele warrants zus of zo. Op het moment dat onze IPO succesvol was afgerond, werd onze deur plots platgelopen door bankiers die terecht zaken met ons wilden doen. Maar dit heeft ons niet van bank doen veranderen. We bleven trouw aan Paribas en Bacob. Zij hebben werkelijk hun kop voor ons uitgestoken. Op bepaalde tijdstippen hebben zij ons puur durfkapitaal verstrekt tegen de marges van een gewoon krediet. We zijn hen daar eeuwig dankbaar voor. Vóór de IPO hebben we dan ook aan elk van beide banken 50.000 warrants geschonken. Ze hebben daar erg veel winst op gemaakt. En terecht. Strikt gezien hoefden Jo en ik dat niet te doen. Maar als we nu met hen samenzitten, dan weten zij dat we ons aan de afspraken houden.”
Jo Lernout : “Inderdaad, Pol en ik waren soms harde onderhandelaars, maar we hebben altijd onze schulden vereffend. Soms ruim over tijd, maar in dat geval hebben we iets meer gegeven. Dat verklaart ook de loyaliteit van verscheidene mensen tegenover dit bedrijf.”
GEZIN.
“We zijn uiteraard op privé-vlak zelden of nooit thuis geweest. Ik probeer dat nu te compenseren door eens samen met de familie op vakantie te gaan, met de overtollige vliegtuigpunten die Pol en ik toch nooit van ons leven opkrijgen (glimlacht). Veel tijd voor hobby’s is er niet. Toevallig lees ik nogal graag boeken over filosofie en fysica. Dus als Pol en ik eens ‘s avonds in een hotel zitten zonder afspraken, dan zetten we daar een stevige discussie over op.”
Pol Hauspie : “Als er één ding me spijt, dan is het dat ik een stuk van mijn gezinsleven heb moeten opofferen. Zoiets kan je niet meer teruggeven. Daar is geen compensatie voor. Maar je krijgt er wel iets voor in de plaats. De vriendschap met Jo, de avonturen die we samen beleven, datgene wat we presteren : dit is onbetaalbaar. En mijn hobby’s ? Eén ervan is Gregoriaanse muziek, ik zing in een koor. Het spijt mij dat ik dit jaar maar een paar repetities heb kunnen bijwonen. Nochtans is dit één van de zaken die ik het liefst van al doe.”
“Denk nu niet dat ons beroep eenzijdigheid kweekt,” zegt Jo Lernout. “We zijn geen vakidioten. Ik heb nog altijd het idee dat we meer bijgewonnen dan verloren hebben. Het feit dat je als duo kan samenwerken geeft een zeer goed gevoel. Mijn positivisme is er doorheen die jaren en dankzij de extreme omstandigheden alleen maar sterker op geworden.” Pol Hauspie : “Zeer juist, Jo.”
Jo en Pol omschrijven hun bedrijfsmissie graag als het man on the moon-project. Zegt Jo : “Ik denk dat we met de IPO op de Nasdaq in ’95, de kaap van 140 licentiecontracten die we vorig jaar overschreden en de zeer sterke omzetgroei bewezen hebben dat de eerste raket succesvol is gelanceerd. Door de injectie van een extra dosis competentie en managementervaring in LHSP zijn we nu klaar voor de tocht naar de maan.”
En waar die tocht moet eindigen ? Pol Hauspie : “Nergens. Je bent er nooit, hé. De maan moet en zal altijd een doelstelling blijven.” Maar op de vraag welk soort bedrijf LHSP moet worden in de volgende eeuw, volgt een preciezer antwoord. “Een internationaal bedrijf met een marktaandeel dat boven de 10 % ligt in elke spraak- of taalinterface op om het even welk soort informatietoestel,” verduidelijkt Jo Lernout. “En we zijn daarnaar op weg.”
Pol Hauspie : “Inderdaad, als Jo en ik er kunnen voor zorgen dat LHSP op wereldschaal een marktimpact bereikt van minstens 10 % voor elk aspect van de taaltechnologie, dan denk ik dat we maximaal gebruik hebben gemaakt van de toegevoegde waarde die hier in België en in Vlaanderen voor het rapen ligt.”
Een onderneming met een dergelijk kaliber in een markt die zich zowel uitstrekt over de pc-sector, telecomindustrie, auto- en consumentelektronica is een gigant. “Jawel,” beaamt het duo volmondig. Zegt Pol : “Als ik na mijn dood kan zeggen dat we dat hebben neergepoot, dan denk ik dat we goed hebben geleefd.”
PIET DEPUYDT
JO LERNOUT EN POL HAUSPIE (LHSP) Het gras is altijd groener aan de rand van de afgrond. We hebben die rand bewust opgezocht.
JO LERNOUT EN POL HAUSPIE (LHSP) Door de injectie van een extra dosis competentie en managementervaring zijn we nu klaar voor de tocht naar de maan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier