DE TWEE GEZICHTEN VAN INDIA
Professionele bedrijven, maar een falende overheid: het is India in een notendop. “Een industrieel conglomeraat als Tata of een IT-reus als Infosys zijn bij ons bekend”, aldus Tom Vermeulen. Hij is in Mumbai vertegenwoordiger van Flanders Investment & Trade (FIT), het overheidsagentschap dat Vlaamse bedrijven helpt in het buitenland. “India heeft een hoop middelgrote bedrijven die minder bekend zijn, maar even goed worden gerund. Ik denk onder meer aan de industriële groep Crompton Greaves, de eigenaar van de transformatorenbouwer Pauwels Trafo in Mechelen, die betrokken is bij de bouw van de windmolenparken voor onze kust.”
De internationale spanwijdte van het Indiase bedrijfsleven steekt schril af tegen het immobilisme van het beleid in eigen land. “Door de administratieve omslachtigheid en corruptieschandalen komt de overheid niet tot de nodige structurele ingrepen in de Indiase economie, waardoor de groei vertraagt”, zegt Vermeulen. “Neem de infrastructuur. Met zijn krakkemikkige wegen, spoorlijnen en zee- en luchthavens is de hardware van dit land gewoon niet aangepast aan de eenentwintigste eeuw.”
Een ander voorbeeld is de distributiesector. “De 1,2 miljard inwoners, een enorme markt, worden door de Indiase politiek buiten het bereik van buitenlandse retailers gehouden. Een groep Indiase groothandelaars heeft de markt in handen, dankzij politieke bescherming. Het Amerikaanse Walmart of het Franse Carrefour zouden nochtans de efficiëntie in de sector enorm kunnen opdrijven.”
Het ondermaatse beleid heeft een prijs. “Tot voor een paar jaar haalden de buitenlandse investeringen een behoorlijk niveau”, zegt Jos Hulsbosch, de Vlaamse operationeel directeur van de Indiase fondsenbeheerder Union KBC Asset Management, die voor 49 procent in handen van het Belgische KBC Asset Management is. “Nu zie ik almaar meer buitenlandse bedrijven die wegtrekken of investeringen uitstellen, en Indiase industriëlen die investeren in Europa of de Verenigde Staten, allemaal door de onzekerheid hier. De Indiase politiek zou stabiliteit moeten brengen, zodat die bedrijven blijven.”
Toch vallen voor Belgische bedrijven best nog zaken te doen. “Er zijn mogelijkheden te over in hernieuwbare energie, cleantech en machinebouw”, zegt Vermeulen. “De gebrekkige infrastructuur creëert ook een enorme vraag naar logistieke expertise. Het West-Vlaamse Traficon mag in Mumbai 700 hoogwaardige camera’s installeren die het verkeer helpen te regelen. Traficon is een kmo, wat aantoont dat je geen groot bedrijf hoeft te zijn om hier te slagen.”
Ook wie een productievestiging wil openen, is aan het goede adres, aldus Hulsbosch. “De Indiase arbeidskosten zijn laag, en de kwaliteit van de afgeleverde producten behoorlijk. Voor dienstenbedrijven is het moeilijker. Werknemers in die sectoren zijn capabel en goed geschoold, maar hun lonen naderen het Belgische niveau. In de ICT is het verloop erg groot. Dankzij de heersende concurrentie kunnen jobhoppers in korte tijd hun loon verdubbelen of verdrievoudigen.”
Een ander minpunt is de bedrijfscultuur. “De Indiase maatschappij is hiërarchisch”, zegt Hulsbosch. “Werknemers kijken op naar hun baas en nemen weinig initiatief. Ze pakken problemen pas aan als ze zich voordoen. Uit fouten moet je leren, maar de verantwoordelijkheid wordt hier gemakkelijk afgeschoven. Daar schiet je niets mee op. Op dat gebied lijkt het bedrijfsleven op de Indiase politiek.”
J.V.G.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier