De trek naar het midden
Ergens in 2013, misschien door een geboorte in de sloppenwijk Makoko of door een migrant op zoek naar werk, wordt Lagos de grootste stad van Afrika, in opvolging van Caïro. Het bevestigt de trend dat de tropische middenstrook van het continent belangrijker wordt dan de kuststreken.
De auteur is correspondent Oost-Afrika van The Economist.
Geruime tijd golden Caïro, Johannesburg en Kaapstad als de zwaargewichten onder de Afrikaanse steden. Uit economisch oogpunt is dat nog altijd zinvol, maar het zwaartepunt van de opportuniteiten verschuift duidelijk naar de tropen. Binnen tien jaar telt Lagos 16 miljoen en Kinshasa 15 miljoen inwoners.
Groeiende steden zijn een goede zaak voor de Afrikaanse bouwsector. Ambitieuze nieuwe stadsprojecten, zoals EkoAtlantic in Lagos en Tatu City in Nairobi, worden ook verwelkomd door een middenklasse die de files, de stroomonderbrekingen en de onveiligheid beu is. Zulke projecten brengen wellicht geld in het laatje, maar amper jobs voor de arme gelukszoekers. Het is niet duidelijk hoe jobs gecreëerd kunnen worden in steden met weinig industrie. In het lijstje van groeisteden staan veel weinig bekende plaatsen, zoals Huambo, Mbuji-Mayi and Mbeya, die een bevolking met de omvang van die van Milaan moeten bedienen, maar dan met erg weinig infrastructuur.
Het gebruikelijke denkbeeld van de stad als motor van rijkdom, verscheidenheid en ideeën wordt in Afrika op de proef gesteld. De uitsluiting van de armen wordt nog uitvergroot door het gebrek aan openbare ruimte en de stijgende kosten voor levensonderhoud. Om leefbaar te worden, moeten de steden hun openbaar vervoer verbeteren. Ook de veiligheid blijft een uitdaging: moord en gewelddadige overvallen nemen in 2013 toe in veel steden, soms met betrokkenheid van de politie.
Meer dan de helft van de stadsbewoners is jonger dan achttien en elke Afrikaanse verkiezing in 2013 wordt, statistisch gezien, bepaald door mensen die voor het eerst gaan stemmen. Wat willen zij? Kansen, uiteraard. Voorts weet niemand het. Keren jongelui die in de stad opgegroeid zijn terug naar hun wortels op het platteland? Of smeden ze een stadsidentiteit doordrenkt van de pinksterbeweging of de islam, rap, Engels eersteklassevoetbal en nog veel meer? Waaruit bestaat het collectieve geheugen in een samenleving zonder geschiedenis?
Zeker is, dat in 2013 de Afrikaanse steden de meest informele economieën ter wereld vormen. Zowat 70 procent van de arbeiders scharrelt wat en rekent op dagklussen om te eten, de huur te betalen en de kinderen naar school te sturen. Dat maakt de steden dynamisch en mobiel, maar ook ontvlambaar. In de sloppenwijken van Nairobi kan weer geweld uitbreken na de verkiezingen in 2013.
Wat in 2013 wél duidelijk wordt, is dat Afrikaanse steden die hightech combineren met arbeidsintensieve lowtech (riksja’s, geen trams), een rijke toekomst voor zich hebben, onder meer door de biodiversiteit te bewaren. Omgekeerd kan het onvermogen om banen te scheppen voor de aangroeiende stedelijke massa uitmonden in oproer.
JONATHAN LEDGARD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier