DE TOEKOMST

Noordwijkerhout, (Nederland).

De driedelige pakken, de tailleurs, de mappen, de internationale sprekers en de grapjes leken op die van een conventie voor accountants of tandartsen. Noordwijkerhout is de jaarlijkse trefplaats van de professionele fundraisers. Medio oktober kwamen ze er met 700 samen voor een vierdaagse workshop: Amerikanen, Europeanen, Aziaten. Fundraising wordt Big Business.

De Verenigde Staten tellen 1,5 miljoen hulporganisaties, en hun aantal groeit nog. De jongste jaren stroomt elk jaar 200 miljard dollar naar die verenigingen. Michael Johnston is president van Hewitt & Johnston Consultants, een ‘full service fundraising consulting firm’ uit Toronto. Hij adviseerde onder meer Greenpeace gedurende de voorbije acht jaar. Johnston begon in 1885 met directe-verkoopacties voor humanitaire verenigingen en politieke bewegingen en schreef handboeken over fondsenwerving die op het net verschijnen.

Vijfentachtig procent van de giften komt uit particuliere portemonnees. Omstreeks 1995 was het crisis in de fondsenindustrie. Acties voor de jeugd en voor ethnische gemeenschappen moesten die problemen indijken, maar de groei blijft bescheiden. Johnston: “Iedereen doet nu inspanningen voor de Spaanstaligen in Noord-Amerika. Traditioneel kwamen de donaties van de white anglo-saxon protestants. In de voorbije tien jaar is de welvaart in de VS enorm gestegen en de hulporganisaties willen hun deel van de nieuwe fortuinen.”

De verspreiding van het internet wordt belangrijk voor de fondsenverzamelaars, benadrukt Johnston: “Het net is interessant voor het opsporen van kandidaat-gevers en voor de verspreiding van elektronische belastingattesten.”

Het aantal providers met humanitaire oogmerken groeit snel. De portal www.nonprofitmatrix.com waaiert uit naar on line-veilingen voor goede doelen, wetenschappelijk advies, speciale evenementen en belastingafwikkeling. De giving portals waren het voorbije jaar een opvallende trend. Bedrijven en organisaties trekken geld uit voor de fondsenindustrie. America Online richtte bijvoorbeeld www.help.org op en leverde 150 miljoen dollar voor de bijstand aan giftenwervers. De on line-nieuwsbrief van Public Broadcasting System (250.000 abonnees) publiceert banners van charitatieve verenigingen tegen 5000 dollar.

In Noord-Amerika bestormen de charities de televisiestations met eigen producties. De documentaire programma’s worden tegen lowbudgetvoorwaarden door professionele regisseurs gemaakt, zijn van goede kwaliteit en worden gratis aan de networks bezorgd. Johnston: “Vroeger was liefdadigheid synoniem van houterigheid en goede bedoelingen, nu is het trendy.” Dagelijks stralen milieu-organisaties programma’s uit die tot één uur kunnen duren en mikken op onmiddellijke reactie van de kijkers. Het Wereldnatuurfonds en Amnesty International lopen in de voorhoede van de gratis televisie.

Veel bedrijven sluiten akkoorden met hun werknemers over automatische bijdragen voor hulporganisaties – de zogenaamde pay roll charity. In de Canadese deelstaat Ontario federeerden vijftien Health Charities, en 50.000 werknemers laten er een percentage van hun loon aan de federatie storten.

De giften staan momenteel in een kwalijk daglicht wegens de verkiezingsinvesteringen. Johnston: “Fondsenverzamelaars zijn altijd de kop van Jut in de politiek. Er is een constante druk om de wervingswetgeving te verstrakken. De gelddiscussie bij deze presidentsverkiezingen is klassiek. Met Bush zal het gereguleer verminderen, met Gore wordt het strenger. In het handvest van de Federal Trade Commission voor de handel op het internet staan paragrafen over e-philantropy. Die is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, zoals ze gewaarborgd wordt door het First Amendment van de Amerikaanse grondwet.”

In oktober 1999 organiseerden Bill en Hillary Clinton een White House Conference om de Amerikanen aan hun filantropische traditie te herinneren. Johnston organiseerde een parallelsessie in New York: “Er sprak een vorkliftbestuurder die op zijn 65ste met pensioen was gegaan. Hij was blijven werken tot zijn 85. Elke cent die hij in die twintig jaar had verdiend, ging naar hulporganisaties. Hij leefde uitsluitend van zijn pensioen.”

Liefdadigheidsprojecten vervullen een educatieve opdracht in de VS, beklemtoont Johnston: “Jonge mensen krijgen zo een belangrijke leerschool voor het ontwikkelen van hun management- en internationale ervaring. Ik ken twintigers die succesvol zijn bij fondsenorganisaties die Noord- en Zuid-Amerika dekken. Ze leren organiseren, met veel verschillende mensen omgaan, risico’s nemen en ontwikkelen hun langetermijndenken.”

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content