De toekomst laat zich niet voorspellen
Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit in 2050? De vraag kwam van de Vlaamse regering. Het antwoord staat in een lijvig rapport: Toekomstverkenningen arbeidsmarkt 2050. Het is de basis voor verder denkwerk over het levenslang leren en de voortgezette opleiding. De vraag intrigeert, maar ten gronde kun je ze niet beantwoorden. 2050 is te ver weg en de onbekende factoren zijn talrijk. Want elk nieuwsbulletin doet je beseffen dat de gebeurtenissen van vandaag bepalend kunnen zijn voor de krijtlijnen van morgen en dat alles helemaal anders kan lopen.
Want wat als de verkiezing van Donald Trump een tijdperk van protectionisme inluidt, de wereldhandel terugschroeft en de globalisering van de arbeidsmarkt afremt? Wat als de brexit het begin van het einde van de Europese Unie inluidt en de regulering van de arbeidsmarkt weer een zaak van landen en regio’s wordt? Wat als de opwarming van de aarde een versnelling hoger schakelt, publieke middelen wegzuigt naar waterkeringen en er geen geld meer overblijft voor een activerend werkgelegenheidsbeleid en de school van de toekomst? Wat als Noord-Afrika en het Midden-Oosten na de Arabische lente verglijden in een lange winter, de oliestaten niet langer hun bufferwerking uitoefenen en nieuwe migratiegolven ons overspoelen? Wat als Rusland het Krimscenario ook in de Baltische staten uittekent en een nieuwe koude of zelfs warme oorlog Europa in zijn greep krijgt?
Wie naar het verleden kijkt, ziet bovendien dat de gestage dynamiek van de arbeidsmarkt wordt onderbroken door bruuske wendingen. De zelfrijdende auto stond vijf jaar geleden nog geparkeerd in Futurama, maar rijdt vandaag wel al rond – zij het nog onvolmaakt. Het businessmodel van de hotels leek zes jaar geleden nog onaantastbaar, maar kraakt nu onder de druk van de platformeconomie. Twee jaar geleden zou je hebben voorspeld dat de sms ongekende hoogten zou bereiken in 2050, maar in één jaar heeft Whatsapp de bovenhand gekregen.
Het kan dus altijd verkeren. Het zal regelmatig verkeren. In onverwachte richtingen, met nog onbekende gevolgen. Het langetermijnperspectief van een plan voor 2050 moet dus altijd gepaard gaan met een proactiviteit op korte termijn. Welke instituties we nodig hebben in 2050, is dan ook niet te voorspellen. Maar we weten dat ze responsief zullen moeten zijn. We zullen erop moeten toezien dat de regelgeving wendbaar is, met oog voor experiment en met aanleg voor durf. Toch is een regelmatige toekomstverkenning belangrijk. Ze versterkt het geloof in maakbaarheid, al schetst ze hier en daar doemscenario’s. Ze maakt duidelijk hoe uitkomsten deels het gevolg van keuzes zijn. De arbeidsmarkt in 2050 zal zijn wat we er op weg naar die datum allemaal samen – lokaal, regionaal, nationaal en mondiaal – van maken.
Zo zijn technologie en digitalisering geen externe factoren die ons overvallen en ons werk afnemen, maar middelen die we ter beschikking hebben en die we kunnen inzetten voor meer welvaart en welzijn. Kwalificaties en competenties zijn niet zomaar te accepteren kenmerken van de toekomstige beroepsbevolking, maar beïnvloedbare grootheden die we via doordachte keuzes zelf kunnen sturen en in de school van de toekomst kunnen realiseren.
De omvang en de samenstelling van de werkende beroepsbevolking zijn niet zomaar uitkomsten van ongrijpbare demografische dynamieken, maar worden ook bepaald door onze openheid tegenover nieuwkomers in de samenleving, de maatschappelijke norm met betrekking tot de aard en de duur van carrières en de mate waarin we schoolverlaters wapenen voor de banen die we creeren. Hoe loopbanen en arbeidsvoorwaarden er zullen uitzien, wordt niet zozeer gestuurd door een ongrijpbare onzichtbare hand, maar is de uitkomst van beleid en dus van menselijke keuzes.
Precies om die redenen is de vraag van de Vlaamse regering lang niet dwaas en is een vooruitblik naar 2050 niet zinloos. Met de verre toekomst moeten we meer in plaats van minder bezig zijn, ook op onze universiteiten. We zitten al te vaak opgesloten in de waan van de dag. De grootste dienst die een regering ons kan bewijzen, is met ambitie en vanuit een zelfkritische houding werken aan onze toekomst. Besturen voor vandaag, maar keuzes maken voor morgen.
De auteur is decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de KU Leuven.
LUC SELS
Een regelmatige toekomstverkenning is belangrijk. Ze maakt duidelijk hoe uitkomsten deels het gevolg van keuzes zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier